30 012 Leven Lang Leren

Nr. 146 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2022

Op 2 mei jl. is het tweede aanvraagtijdvak voor het STAP-budget opengesteld. De belangstelling hiervoor was wederom groot. Naar aanleiding van het verloop van het eerste tijdvak, waarover ik uw Kamer eerder informeerde1, zijn er door de ketenpartners verbetermaatregelen getroffen. Dankzij deze maatregelen was er een aanzienlijk snellere verwerking van aanvragen mogelijk. Aan het einde van 3 mei was het budget voor het tweede aanvraagtijdvak (circa € 36 miljoen2) benut en waren ongeveer 44.000 aanvragen toegekend. Het is wederom positief om te zien dat het STAP-budget aan de grote behoefte naar scholing voldoet.

Naar aanleiding van het commissiedebat Arbeidsmarktbeleid van 13 april 2022 (Kamerstuk 29 544, nr. 1105) heb ik toegezegd uw Kamer blijvend te informeren over de resultaten van de aanvraagtijdvakken. Met deze Kamerbrief geef ik invulling aan dit verzoek. In de bijlage stuur ik de factsheet mee met de eerste inzichten van de aanvragen van het tweede tijdvak van 2022. Voor de resultaten van volgende tijdvakken verwijs ik uw Kamer uit praktische overwegingen naar de website www.Rijksoverheid.nl waar kort na de uitputting van ieder tijdvak gebruikscijfers gepubliceerd worden.

Uit de voorlopige resultaten van het tweede aanvraagtijdvak komt een vergelijkbaar beeld als uit het eerste aanvraagtijdvak. Een brede groep heeft het STAP-budget weten te vinden.

Er is een grote spreiding van de aanvragers in opleidingsniveau (opnieuw heeft meer dan de helft maximaal een mbo4-achtergrond), leeftijd (bijna een kwart is weer 50 jaar of ouder), werksituatie (ook ditmaal de nodige flexwerkers, ZZP’ers en werkzoekenden) en sectoren (met wederom de sector Zorg als meest voorkomende). Het volgende aanvraagtijdvak zal in juli aanvangen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip


X Noot
1

Kamerstuk 30 012, nr. 144.

X Noot
2

Na de aanvraagperiode worden de definitieve cijfers vastgesteld. Zo kunnen controles en annuleringen door studenten en/of opleiders nog invloed hebben op de eindcijfers (in tijdvak 1 was dit het geval). Als er STAP-budget overblijft in een aanvraagperiode dan schuift dit door naar het volgende tijdvak, waardoor het budget van dit tijdvak hoger was dan de begrote 32 miljoen euro.

Naar boven