29 993
Referendum Europese Grondwet

nr. 15
MOTIE VAN DE LEDEN HERBEN EN WILDERS

Voorgesteld 2 juni 2005

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat begin oktober aanstaande naar alle waarschijnlijkheid een begin wordt gemaakt met de toetredingsonderhandelingen met Turkije;

overwegende, dat een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking via het referendum heeft te kennen gegeven zorgen te hebben over een verdere uitbreiding van de EU;

overwegende, dat bij de bevolkingen van diverse Europese lidstaten, waaronder Nederland ernstige bezwaren bestaan tegen een Turks lidmaatschap van de EU;

overwegende, dat de regering bovengenoemde bezwaren heeft onderkend, en heeft aangegeven de wensen van de bevolking te laten doorklinken in haar beleid;

overwegende, dat een eventuele toetreding van het bevolkingsrijke maar relatief arme Turkije grote gevolgen heeft voor de EU, en ook de deur openzet voor de toetreding van nog meer landen, zoals Oekraïne, Wit-Rusland en zelfs Rusland;

overwegende, dat Nederland, de EU en Turkije recht hebben op duidelijkheid;

verzoekt de regering om te bevorderen dat er op korte termijn een referendum wordt gehouden over de toetreding van Turkije tot de EU,

en gaat over tot de orde van de dag.

Herben

Wilders

Naar boven