nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 November 2005
Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel (Kamerstuk, nr. 29 990)
tot wijziging van de Wet Melding ongebruikelijke transacties (Wet MOT) en
de Wet identificatie bij dienstverlening (Wid) op 17 november jl. heb
ik toegezegd enkele vragen van uw Kamer te beantwoorden. Die toezegging doe
ik met deze brief gestand.
Toegang tot GBA en BSN
Tijdens de plenaire behandeling gaf ik reeds aan positief te staan tegenover
het toegang verlenen tot het BSN voor financiële instellingen. Uw Kamer
wenste echter over een tweetal punten aangaande de Gemeentelijke Basisadministratie
(GBA) en het Burgerservicenummer (BSN) nader te worden geïnformeerd.
U vroeg ten eerste of een uitbreiding van de toegang tot de GBA niet alsnog
eenvoudig en snel geregeld kon worden. Dit in relatie met de aangekondigde
vertraging van de inwerkingtreding van het BSN. Ten tweede stelde u de vraag
of, naast de toegang tot het BSN, niet toch ook de GBA toegankelijk moet worden
voor financiële instellingen.
Momenteel bestaat er een restrictieve toegang tot de GBA voor financiële
instellingen. Zo hebben banken momenteel enkel toegang voor de zogenaamde
credit relaties; de bank heeft een tegoed van een klant maar de verblijfplaats
van deze klant is onbekend. Overigens is ook deze toegang een beperkte, slechts
in bijzondere gevallen krijgt de bank toegang tot de gegevens om een begunstigde
te achterhalen.
Voor debet relaties hebben financiële instellingen, bijvoorbeeld
in geval de verblijfplaats van een schuldenaar onbekend, geen toegang. De
vraag is nu of de toegang niet kan worden uitgebreid, en wel op de korte termijn.
De verruiming van de toegang tot de GBA voor banken (en andere financiële
instellingen) kan echter alleen via een wijziging van de Wet gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens (Wet GBA) worden gerealiseerd. Toegang
tot de GBA kan om die reden dan ook niet op een snelle manier
worden vormgegeven, los nog van de inhoudelijk vraag of de Minister van BZK
een wijziging van de Wet GBA wenselijk acht.
Naast de mogelijkheid om financiële instellingen een ruimere toegang
te verlenen tot de GBA, stelde uw Kamer de vraag of het niet wenselijk is
dat beide systemen raadpleegbaar zijn voor financiële instellingen. Ik
ben van mening dat dit geen toegevoegde waarde biedt. In die gevallen waarin
er momenteel toegang bestaat, kenmerkt het huidige systeem van het verstrekken
van informatie uit de GBA zich als bewerkelijk. Zo dient een verzekeraar,
voor het achterhalen van de gegevens van een begunstigde van bijvoorbeeld
een levensverzekering, een schriftelijk verzoek tot informatie in te dienen
bij de GBA. Het BSN zal een efficiëntere verstrekking van informatie
aan financiële instellingen mogelijk maken, zowel voor de instelling
als voor de overheid. Ook wat betreft de inhoud van de informatie biedt de
toegang tot de GBA geen voordelen boven het BSN. Beiden kunnen qua inhoud
voorzien in de gewenste informatie. Aangezien uitbreiding van de toegang tot
de GBA, indien toegang tot het BSN bestaat, geen voordelen biedt wat betreft
de inhoud, verdient de verstrekking van informatie enkel via het BSN de voorkeur.
Evaluatie handelaren in zaken van grote waarde en automatische
meldingen money transfers
Uw Kamer informeerde voorts naar de gevolgen van de uitkomsten van de
evaluatie van de in 2003 ingevoerde identificatie- en meldingsplicht voor
handelaren in zaken van grote waarde voor de implementatie van de derde richtlijn
witwassen. Ik ben voornemens de uitkomsten van de evaluatie begin volgend
jaar aan uw Kamer te sturen. Ik kan echter alvast aangeven dat de uitkomsten
van deze evaluatie geen aanleiding zullen geven tot een aanpassing van de
Wet MOT of de Wid. Ik streef er weliswaar naar om het aantal meldingen voor
deze sector te verminderen, dat kan echter door het aanpassen van de indicatorenregeling.
Wat betreft het onderzoek naar een eventuele automatische melding van
transacties door de aanbieders van money transfers, kan ik u het volgende
meedelen. Op dit moment wordt de mogelijkheid van automatisch melden gezamenlijk
met het Meldpunt ongebruikelijke transacties (MOT) en de toezichthouders onderzocht.
Ik informeer uw Kamer uiteraard over de uitkomsten van dit onderzoek. Ook
hier geldt dat een wijziging niet leidt tot een aanpassing van de Wet MOT
of de Wid, dit kan eveneens in lagere regelgeving geregeld worden.
De Minister van Financiën,
G. Zalm