29 986
Wijziging van de Kieswet tot invoering van een gemengd stelsel voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Wet wijziging kiesstelsel Tweede Kamer)

nr. 4
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD

Wetsvoorstel

1. In de in onderdeel H voorgestelde tekst van artikel G 5, derde lid, zijn de woorden «zeven dagen» vervangen door «een week».

2. In de in onderdeel N voorgestelde tekst van artikel H 4, eerste lid, is «dient» vervangen door «dienen».

3. In de in onderdeel RR voorgestelde tekst van artikel I 14a is het vierde lid geschrapt, zijn het vijfde en zevende lid vernummerd tot vierde en vijfde lid en is de verwijzing in het oorspronkelijke vijfde lid naar het vierde lid vervangen door een verwijzing naar het tweede en derde lid. Het oorspronkelijke vierde lid luidde: Vervolgens worden, met de nummers volgende op het laatste krachtens het tweede en derde lid toegekende nummer, genummerd de overige lijstengroepen en stellen gelijkluidende lijsten waarvan ten behoeve van alle kieskringen een lijst is ingeleverd, in de volgorde door het lot aangewezen.

4. Aan de in onderdeel DDD voorgestelde wijziging van artikel J 26, tweede lid, is toegevoegd de zinsnede «of op één van beide.»

5. In de in onderdeel AAAAAA, opgenomen tabel, luidde het gebied waarover district 6 zich uitstrekt oorspronkelijk «De gemeenten Aalten, Apeldoorn, Barneveld, Bergh, Borculo, Brummen, Dinxperlo, Doetinchem, Ede, Eibergen, Elburg, Epe, Ermelo, Gendringen, Gorssel, Groenlo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Hengelo, Hummelo en Keppel, Lichtenvoorde, Lochem, Neede, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Ruurlo, Steenderen, Voorst Vorden, Wageningen, Warnsveld, Wehl, Winterswijk, Wisch, Zelhem, Zutphen» en het gebied waarover district 10 zich uitstrekt «De gemeenten Amsterdam, Oostzaan, Zaanstad».

6. In artikel II is «onderdeel h» vervangen door «onderdeel g».

7. De artikelen III en IV zijn ingevoegd.

8. De artikelen V, VI en VII waren oorspronkelijk genummerd artikel III, artikel IV respectievelijk artikel V.

Memorie van Toelichting

NB. Redactionele verbeteringen zijn niet opgenomen.

1. In § 2.4, eerste alinea, is in de oorspronkelijke tekst in de vierde volzin het woord «Daarmee» verwijderd en is ingevoegd de passage: «De regering meent dat dergelijke politici in algemene zin bijdragen aan een versterking van de democratie. Hierop wordt onderstaand teruggekomen. Met het voorgaande«.

2. In de in § 4.4 opgenomen tabel zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

i. in rij «6. Noord-Gelderland», kolom «aantal inwoners», is «1 007 949» vervangen door «989 559»,

ii. in rij «6. Noord-Gelderland», kolom «het aantal keer 1/75 x 16 168 554», is «4,675 507» vervangen door «4,564 939»,

iii. in rij «7. Rivierenland», kolom «aantal inwoners», is «938 210» vervangen door «956 600»,

iv. in rij «7.Rivierenland», kolom «aantal keer 1/75 x 16 168 554» is «4,352 013» vervangen door «4,412 896».

v. in rij «10. Regio Amsterdam», kolom «District» is «Regio Amsterdam» vervangen door «Amsterdam»,

vi. in rij «10. Amsterdam», kolom «aantal inwoners», is «882 248» vervangen door «739 104»,

vii. in rij «10. Amsterdam», kolom «aantal keer 1/75 x 16 168 554» is «4,092 426» vervangen door «3,409 564»,

viii. in rij «10. Amsterdam», kolom «aantal zetels» is «4» gewijzigd in «3»,

ix. in rij «11. Haarlemmermeer», kolom «aantal inwoners» is «929 462» vervangen door «1 072 606»,

x. in rij «11. Haarlemmermeer», kolom «aantal keer 1/75

x 16 168 554» is «4,311 434» vervangen door «4,948 044»,

xi. in rij «11. Haarlemmermeer», kolom «aantal zetels» is «4» gewijzigd in «5».

3. In § 6.5, tweede alinea, tweede volzin, is in de oorspronkelijke tekst het getal «65» vervangen door «46» en in de derde volzin het getal «24» door «27».

4. In § 6.5, tweede alinea is in de oorspronkelijke tekst de passage: «Aangezien het onderhoudscontract met de leverancier eind 2004 afloopt en er geen leverancier is die het onderhoud wil overnemen, zullen deze stemmachines in ieder geval vervangen moeten worden. De stemmachines in de overige 41 gemeenten zijn wel geschikt e maken voor twee stemmingen tegelijkertijd. Aan deze aanpassing zijn uiteraard wel kosten verbonden voor gemeenten. Deze aanpassing is bijvoorbeeld echter ook nodig voor een combinatie van een raadsverkiezing en een burgemeestersverkiezing.» vervangen door de passage: «Aangezien de leverancier bereid is de stemmachines tot en met het referendum over de Europese Grondwet te onderhouden en er geen leverancier is die het onderhoud wil overnemen, zullen deze stemmachines in ieder geval vervangen moeten worden. De stemmachines in de overige 19 gemeenten zijn wel geschikt te maken voor twee stemmingen tegelijkertijd. Aan deze aanpassing zijn uiteraard wel kosten verbonden voor gemeenten. Het gaat hier om een bedrag van € 175 per stemmachine. Deze aanpassing is bijvoorbeeld echter ook nodig voor een combinatie van een raadsverkiezing en een burgemeestersverkiezing. Veel gemeenten hebben al eerder besloten om de stemmachines die geschikt waren voor één stemming, om te bouwen naar een type stemmachine die geschikt is voor het houden van twee stemmingen. Het is immers regelmatig voorgekomen dat gemeenten een reguliere verkiezing op grond van de Kieswet, combineerden met een referendum of een andere stemming. Denk ook aan de gemeente Rotterdam, waar de stemmachines ook worden gebruikt bij de gecombineerde raads- en deelraadsverkiezingen.».

5. In § 6.5, derde alinea, is in de oorspronkelijke tekst de passage: «Over de stemmachines zal overleg plaatsvinden met de VNG en de betrokken stemmachinefabrikanten, ook in relatie tot de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester. Het voorstel van de regering is immers de eerste ronde van deze verkiezing tegelijkertijd met de raadsverkiezing te laten plaatsvinden.» vervangen door de volgende passage: «Tijdens het algemeen overleg met de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer op 26 mei 2004 heb ik desgevraagd toegezegd de Tweede Kamer schriftelijk te informeren over de kosten van de aanpassing van de stemmachines in verband met de invoering van het nieuwe kiesstelsel.1 Volgens informatie van de stemmachineleveranciers bedragen de kosten in totaal maximaal € 1 000 000,-. Dat de kosten relatief gering zijn, heeft te maken met het feit dat, zoals hiervoor ter sprake kwam, de stemmachines over het algemeen al geschikt zijn voor het houden van twee stemmingen tegelijkertijd. Als gezegd houdt het gemengde kiesstelsel computertechnisch gezien in feite in dat er twee stemmingen plaatsvinden.

Geen inhoudelijke wijziging voorwaarden voor stemmachines nodig

Voor het houden van verkiezingen volgens het nieuwe stelsel is het niet nodig dat de voorwaarden voor stemmachines inhoudelijk worden gewijzigd. Ik heb tijdens genoemd algemeen overleg ook toegezegd dat het eisenpakket voor stemmachines opnieuw tegen het licht zal worden gehouden. De aanleiding hiervoor was de discussie over het feit dat de broncode van de software van de stemmachines in Nederland niet-openbaar is. In het algemeen overleg heb ik aangegeven dat de controleerbaarheid van de stemmachines in de toekomst groter moet worden en niet van één instantie of bedrijf afhankelijk moet zijn. De vraag naar openbaarheid van de broncode van de software in de stemmachines heeft als achtergrond de wens dat ook andere personen en instanties dan de stemmachinefabrikant zelf en de keuringsinstantie de beschikking hebben over de broncode. Dit zou bijdragen aan de betrouwbaarheid en veiligheid van de stemmachines, omdat ook andere dan genoemde instanties in staat zijn om de exacte werking van de stemmachines te controleren. De broncodes van de software van de in Nederland gebruikte stemmachines zijn zoals gezegd op dit moment niet openbaar. Dit geldt zowel voor de stemmachines die door Nedap N.V. zijn gefabriceerd, als voor de stemmachines die door het voormalige Samsom H.D. Tjeenk Willink B.V. en door SDU N.V. zijn en worden geleverd. Ten tijde van het op de markt komen van deze stemmachines en het opstellen van de huidige regelgeving met betrekking tot stemmachines, was een openbare broncode nog geen issue in Nederland. Van belang is in dit verband dat in Nederland de intellectuele eigendomsrechten van de stemmachines bij de stemmachinefabrikanten liggen. De stemmachines zijn ook niet in opdracht van de Nederlandse overheid ontwikkeld.2 Mocht in de toekomst openbaarheid van de broncode als vereiste voor stemmachines worden gesteld, dan zal dit gelet op het voorgaande alleen maar gelden voor nieuw te ontwikkelen typen stemmachines. Aan de huidige op de markt zijnde stemmachines kunnen deze eisen niet meer worden gesteld. De eventuele aanpassing van de eisen voor stemmachines vallen echter buiten het kader van de aanpassing van het kiesstelsel. Daarom zal de mogelijke aanpassing van het eisenpakket van stemmachines hier verder buiten beschouwing blijven. Hiervoor zal op termijn een apart traject worden gestart.».

6. In § 6.7, derde alinea, van de oorspronkelijke tekst is de passage: «Mocht op termijn Kiezen op Afstand worden ingevoerd (stemmen in een stembureau naar keuze), dan zal deze problematiek voor wat betreft de kiezers die in Nederland wonen echter verleden tijd zijn. Vanaf dat moment kan de kiezer immers in elk willekeurig stembureau in Nederland een stem uitbrengen op de kandidaten van het district waar hij als kiezer is geregistreerd. « vervangen door de volgende passage: «Het belang dat er een band tot stand wordt gebracht tussen een (kandidaat-) kamerlid en een herkenbare kiezersgroep, weegt echter zwaarder dan het belang dat kiezers in elk willekeurig stemlokaal in Nederland hun stem kunnen uitbrengen.».

7. In § 6.8 is in de oorspronkelijke tekst, onder het kopje Nederlanders die hun werkelijke woonplaats buiten Nederland hebben, toegevoegd de passage: «Evenmin is er sprake van spanning met artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens in relatie tot artikel 3 van het eerste protocol bij dat verdrag. Artikel 3 van het eerste protocol legt aan de Staten de verplichting op om vrije verkiezingen te houden, maar kent geen individueel kiesrecht aan burgers toe. Daarom is de regering van opvatting dat het vrij verkeer van personen in combinatie met dit artikel niet dwingt tot toekenning van het kiesrecht aan niet-ingezeten onderdanen, laat staan dat dit beginsel aan de weg staat aan beperking van het kiesrecht voor die groep van kiezers. In dit verband wijs ik ook op de praktijk in andere EU-lidstaten waar deze opvatting kennelijk wordt gedeeld. Nederland heeft in vergelijking met een aantal andere Europese landen een ruimhartige regeling van het kiesrecht voor niet-ingezetenen. Zo kunnen bijvoorbeeld Belgen die buiten België wonen alleen stemmen door middel van een machtiging van een ingezetene. In Duitsland mogen alleen die niet-ingezetenen stemmen die tenminste drie maanden aaneengesloten in Duitsland hebben gewoond en dan alleen indien dit in de afgelopen 25 jaar is geweest.

Ten aanzien van de door afdeling I in zijn voorlichting van 6 april 2004 geschetste alternatieven voor onderbrenging van kiezers in het buitenland bij een district, merkt de regering op dat – los van de principiële redenen om hiertoe niet over te gaan – er praktische bezwaren kleven aan beide varianten. Indien kiezers in het buitenland worden ingedeeld bij het district Den Haag, doet zich de vraag voor hoe het aantal districtsvertegenwoordigers voor dat district moet worden vastgesteld. Hieraan is ook aandacht besteed in hoofdstuk 4 van de toelichting. Indien kiezers moeten stemmen in het district waar zij het laatste hebben gewoond, worden alle gemeenten belast met briefstemmen. In het verleden zijn daar slechte ervaringen mee opgedaan, waardoor destijds is gekozen voor de gemeente Den Haag als uitvoerende gemeente. Bovendien moet de instelling van buitenlandse briefstembureaus dan worden heroverwogen; immers zij kunnen dan niet meer zoals nu het geval is daadwerkelijk als stembureau fungeren, maar zullen de stembescheiden moeten doorsturen aan tal van gemeenten in Nederland waar pas tot telling van de stemmen kan worden overgegaan. Ten slotte moet dan ook worden overwogen het kiesrecht voor het Europees Parlement uit te laten oefenen in de gemeente waar men het laatst was ingeschreven, om verwarring bij de kiezers in het buitenland te voorkomen.»

8. In § 8.1 onder het kopje «Financiële gevolgen voor gemeenten» is in de oorspronkelijke tekst de passage: «(zie paragraaf 7.5). De verwachting is dat deze kosten zeer beperkt zullen zijn. Het gaat om een update van de software die in de machines wordt gebruikt. Ook zonder wijziging van het kiesstelsel krijgen gemeenten van tijd tot tijd te maken met de kosten van een nieuwe versie van de software. Mocht de uiteindelijke wijziging van het kiesstelsel aanleiding vormen voor een aanpassing van de stemmachines die verder gaat dan een softwarematige aanpassing, dan zal de financiering hiervan in overleg met betrokken partijen nader worden bezien. Benadrukt wordt echter dat op grond van voorliggend voorstel geen ingrijpende aanpassing van de stemmachines nodig is.» Vervangen door de passage: «Zoals in paragraaf 7.5 is aangegeven, zullen deze kosten landelijk echter maximaal %1 000 000,- bedragen. Benadrukt wort dat op grond van voorliggend voorstel geen ingrijpende aanpassing van de stemmachines nodig is.».

9. In de oorspronkelijke tekst van de artikelsgewijze toelichting onder het kopje artikel I, onderdelen VV tot en met EEE (artikelen J 2, J 4, J 9, J 10, J 11, J 18, J 20, J 21, J 26 en J 33)), tweede alinea, is na de tweede zin de volgende passage toegevoegd: «Door de zinsnede «of één van beide» wordt duidelijk gemaakt dat de kiezer niet verplicht is om beide stemmen uit te brengen.».

10. De toelichting op de artikelen III en IV is toegevoegd.


XNoot
1

Kamerstukken II, 2003–2004, 29 2355, nr. 11, blz. 8.

XNoot
2

Kamerstukken II, 2003–2004, 29 2355, nr. 11, blz. 8. 2 Elke fabrikant in Nederland kan stemmachines op de markt brengen, mits deze stemmachine is goedgekeurd door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Achtergrond hiervan is de decentrale wijze van organisatie van de verkiezingen in Nederland. Elke gemeente kan zelf beslissen om stembiljetten dan wel stemmachines te hanteren bij de verkiezingen. Besluit een gemeente echter tot gebruik van stemmachines, dan mag dit alleen een door de Minister goedgekeurd type zijn.

Naar boven