Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 oktober 2014
Uw commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft mij verzocht om een brief inzake
bedrijfsspooraansluitingen. In deze brief ga ik in op de door de commissie genoemde
vragen.
Particuliere spooraansluitingen zijn sporen aftakkend van het net van hoofdsporen,
stamlijn of emplacement tot op het terrein van de klant, bedoeld om bedrijven aan
te sluiten op het spoornet. IenM is in overleg met de sector en met NS en ProRail
over het beheer van deze spooraansluitingen. Daarbij wordt onderzocht welke mogelijkheden
er zijn om de spooraansluitingen onder te brengen bij een of meerdere andere beheerders.
De sector heeft aangegeven dat overname door ProRail de voorkeur heeft. IenM beziet
welke consequenties daaraan zijn verbonden. In de beantwoording van vragen van het
Lid Van Tongeren (Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 2971) staat dat het voor mij van belang is dat een overname van de spooraansluitingen
ProRail en IenM geen geld kost.
Het gaat om ongeveer 200 spooraansluitingen en minder dan 200 bedrijven omdat sommige
bedrijven meerdere spooraansluitingen gebruiken. Het precieze aantal kilometers is
mij niet bekend, sommige spooraansluitingen zijn enkele honderden meters andere zijn
enkele kilometers. NS spooraansluitingen beheert op dit moment de spooraansluitingen
op basis van contracten met de desbetreffende bedrijven. Deze contracten zijn divers;
sommige contracten dateren uit de jaren 60 van de vorige eeuw met rechtsvoorgangers
van NSS.
U vraagt naar hoe de resultaten van de uitvoering van motie Hofstra hierbij wordt
betrokken. Motie Hofstra c.s. (Kamerstukken 27 482/27 216 nr. 55) verzocht de regering om de mogelijkheden en consequenties te onderzoeken van het
onderbrengen van alle infrastructuur (aansluitingen inclusief) bij de overheid. Mijn
ambtsvoorganger heeft op deze motie geantwoord dat het beheer van particuliere, niet-openbare
spooraansluitingen geen overheidstaak is omdat er geen openbare belangen in het geding
zijn. Hij heeft daarbij aangegeven dat de motie Hofstra c.s. daarmee was afgedaan.
De situatie is inmiddels veranderd omdat NS het beheer van de spooraansluitingen niet
meer ziet als een relevante activiteit omdat NS niet meer actief is in het goederenvervoer.
In mijn beantwoording van vragen van het Lid Van Tongeren heb ik aangegeven dat samen
met de sector wordt onderzocht hoe de taken van NSS het beste kunnen worden uitgevoerd.
Er zijn verschillende scenario’s in beeld, waaronder het onderbrengen van deze aansluitingen
bij ProRail. Hierbij worden eerder gedane onderzoeken betrokken, maar ook de wensen
vanuit de sector. Er wordt naar gestreefd om voor het einde van het jaar duidelijkheid
te geven aan de betrokken partijen en uw Kamer.
Ten slotte vraagt u naar de relatie tussen de spooraansluitingen en het wetsvoorstel
33904 inzake de tweede tranche »Spoor in beweging». In dit wetsvoorstel worden naast
regelgeving voor bijzondere spoorwegen diverse andere onderwerpen geregeld voor het
hoofdspoor, zoals het verblijfsverbod, een vereenvoudiging van het omgevingsregime,
enkele specifiek in de praktijk noodzakelijke vrijstellingen en diverse juridisch
technische wijzigingen. Er is geen relatie tussen de kwestie van de spooraansluitingen
en het wetsvoorstel. Het eventuele overdragen van de spooraansluitingen aan een andere
beheerder wordt niet onmogelijk of moeilijker gemaakt door het nieuwe wetsvoorstel.
De spooraansluitingen zijn nu bijzonder spoor en blijven dat ook na inwerkingtreding
van de wet. De Tweede Kamer behoudt de mogelijkheid om invloed uit te oefenen in het
geval dat het wetsvoorstel wordt aangenomen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld