29 979 (R 1781)
Wijziging van de Belastingregeling voor het Koninkrijk als gevolg van de spaarrenterichtlijn

nr. 12
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET NADER VERSLAG

Ontvangen 26 april 2005

De leden van de CDA-fractie vragen zich af of de Nederlandse Antillen bij achterwege laten van wetgeving voor het invoeren van een bronheffing op rente uit spaartegoeden het heffingsrecht rechtstreeks op het voorgestelde artikel 13a kan baseren.

De Nederlandse Antillen zullen op basis van het voorgestelde artikel 13a zelf wetgeving moeten invoeren en kunnen niet rechtstreeks het heffingsrecht baseren op artikel 13a zelf. De Nederlandse Antillen hebben hiervoor al wetgeving in voorbereiding.

De leden van de CDA-fractie willen weten of de datum van toepassing van de spaarrenterichtlijn (Richtlijn 2003/48/EG), die op dit moment op 1 juli 2005 staat, moet worden verschoven, indien er enkele van de verdragen die worden gesloten met geassocieerde of afhankelijke gebieden niet voor 1 juli 2005 worden geratificeerd.

Alle verdragen bevatten bepalingen, waarin een voorlopige toepassing van de verdragen is toegezegd, indien de ratificatie van de verdragen niet voor de datum van toepassing van de richtlijn is afgerond. Om die reden zal een ratificatie van de verdragen die ligt na 1 juli 2005 geen directe consequenties hebben voor de toepassingsdatum van de richtlijn. Verder heeft de Ecofin-raad tijdens zijn vergadering van 12 april verklaard overtuigd te zijn dat alle noodzakelijke maatregelen zullen worden uitgevoerd opdat de richtlijn zoals gepland vanaf 1 juli 2005 kan worden toegepast. De situatie zal tijdens de Ecofin-vergadering van 7 juni opnieuw worden geëvalueerd. Overigens zullen de verdragen waarbij het Koninkrijk der Nederland, eventueel ten behoeve van de Nederlandse Antillen of Aruba, partij is naar verwachting in de loop van mei voor stilzwijgende goedkeuring aan de Staten-Generaal worden aangeboden, zodat de verdragen nog voor 1 juli 2005 kunnen worden geratificeerd.

De leden van de fractie van het CDA vragen zich tenslotte af of de invoering van een bronheffing op grensoverschrijdende rentebetalingen in verschillende staten er toe zal leiden dat in de particuliere sfeer een verschuiving kan plaatsvinden ten aanzien van rentestromen naar dividendstromen.

De spaarrenterichtlijn en de in het verlengde daarvan liggende spaarrenteverdragen zien primair op de uitwisseling van informatie ten aanzien van grensoverschrijdende rentebetalingen, terwijl enkele lidstaten, derde landen en afhankelijke gebieden een bronheffing mogen inhouden over deze rentebetalingen. De richtlijn en de verdragen hebben derhalve geen effect op ander inkomen dan grensoverschrijdende rentestromen. In dit licht bezien, is het niet ondenkbeeldig dat het voor particulieren die hun inkomen of vermogen buiten het zicht van de fiscus willen houden relatief minder aantrekkelijk wordt om in schuldvorderingen te beleggen. Het kan dan ook niet worden uitgesloten dat particulieren naar aanleiding hiervan een gewijzigde investeringsbeslissing nemen. Dit effect is in de informatie-uitwisselingslanden even relevant als in de bronheffingslanden. Hierbij moet wel worden bedacht dat op uitgekeerde dividenden veelal dividendbelasting zal worden ingehouden, hetgeen een natuurlijk tegenwicht kan vormen ten opzichte van de voorgenomen uitwisseling van gegevens of inhouding van bronheffing op grensoverschrijdende rentebetalingen. De ontwijking van belastingheffing over in het buitenland aangehouden vermogen is dan ook na de inwerkingtreding van de spaarrenterichtlijn nog steeds niet onmogelijk. Dit neemt niet weg dat ten aanzien van grensoverschrijdende beleggingen in schuldvorderingen een grote stap voorwaarts is gezet. De spaarrenterichtlijn en de spaarrenteverdragen zijn niet alleen een resultaat van een langdurig multilateraal onderhandelingsproces maar vooral een eerste stap die strekt ter verdere bestrijding van belastingontwijking door een intensivering en verbetering van de internationale samenwerking, ook op het bredere terrein van inkomsten uit vermogen.

De Staatssecretaris van Financiën,

J. G. Wijn

Naar boven