29 956
Ramp in Zuid-Azië en Oost-Afrika

nr. 15
BRIEF VAN DE ALGEMENE REKENKAMER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2008

We bieden u met deze brief het Nederlandse landenrapport Tsunami aan dat wij in het kader van het Tsunami Initiatief van de wereldgemeenschap van rekenkamers hebben opgesteld.1

Het dagelijkse bestuur van INTOSAI heeft de Algemene Rekenkamer drie jaar geleden de verantwoordelijkheid gegeven de Task Force on the Accountability for and Audit of Disaster-related Aid te leiden, met als doel het verbeteren van de transparantie en verantwoording over de hulpstromen voor rampgebieden door te leren van de Tsunami-ramp. Als Task Force hebben we onderzocht of we de Tsunami hulpstromen konden volgen van bron naar bestemming. Op basis van dit onderzoek hebben de leden2 van de Task Force de hulpstromen en het bereik van hun mandaat daarbij in kaart gebracht.

De leden van de Task Force hebben landenrapporten opgesteld, waarin de bevindingen over de transparantie, verantwoording en controle van de Tsunami hulpstromen zijn weergegeven. Deze hebben vervolgens de basis gevormd voor het eindrapport van de Task Force, Lessons on accountability, transparency and audit of Tsunami-related aid, met daarin de belangrijkste lessen voor de toekomst.

We concluderen in ons eindrapport dat er een gebrek is aan een overzicht van de voor de Tsunami beschikbaar gestelde hulp. Het ontbreekt aan volledige, betrouwbare en actuele informatie, zowel op internationaal niveau bij de Verenigde Naties, als op nationaal niveau. Verder concluderen we dat een eenduidige informatiestructuur ontbreekt, waardoor we hulpstromen niet of nauwelijks kunnen volgen. Het gebrek aan transparantie levert problemen op voor het plannen en coördineren van hulp op internationaal niveau. Ook op het niveau van de getroffen landen, die in het geval van de Tsunami te maken kregen met honderden hulporganisaties, levert het problemen op voor het plannen en coördineren van hulp. Het gebrek aan transparantie belemmert ook de evaluatie en controle van de hulpstromen, waardoor de mogelijkheid om te leren beperkt wordt.

Daarnaast zien we het gemis van afspraken over het coördineren van controles, het samenwerken bij het uitvoeren van controles en het uitwisselen van de resultaten van controles. Door afspraken te maken zou de efficiëntie en effectiviteit van controles toenemen. Een eenduidige informatiestructuur en afspraken over controles kunnen leiden tot een verlichting van de administratieve lasten van hulporganisaties en ontvangers van hulp.

Ten slotte concluderen we dat de transparantie, verantwoording en controle van rampgerelateerde hulpstromen verbeterd kan worden door meer en beter gebruik te maken van locatiegebonden of geografische informatie.

De samenvattingen van de verschillende landenstudies zijn als bijlage bij dit rapport gevoegd. U treft het eindrapport van de Task Force ter informatie aan.

De bevindingen van de Algemene Rekenkamer over de Nederlandse Tsunami hulpstromen staan beschreven in het Nederlandse landenrapport Tsunami dat wij u vandaag aanbieden. Net als de andere leden van de Task Force hebben we tijdens ons onderzoek nauw samen gewerkt met het Ministerie van Buitenlandse Zaken, hulporganisaties, universiteiten, multilaterale instellingen en private accountants-kantoren.

Wij constateren in het Nederlandse landenrapport dat ondanks het feit dat de minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de Nederlandse hulporganisaties zich hebben verantwoord conform de geldende wet- en regelgeving, de openbare informatie niet voldoende inzicht geeft in de bestemming en in de resultaten van de Tsunami hulpstromen.

Naar aanleiding van het gereedkomen van het eindrapport van de Task Force en de Nederlandse landenstudie hebben we met de minister voor Ontwikkelingssamenwerking gesproken over de stappen die nodig zijn om transparantie en verantwoording over rampgerelateerde hulpstromen op een hoger plan te brengen. De minister voor Ontwikkelingssamenwerking gaf hierbij aan dat de vraagstukken die de rekenkamers naar voren hebben gebracht in het kader van dit onderzoek door hem meegenomen zullen worden bij het bevorderen van accountability. Hij gaf verder aan een actieve dialoog aan te willen gaan met de Tweede Kamer, de Algemene Rekenkamer, particuliere hulporganisaties en andere actoren over de transparantie en verantwoording over ontwikkelingssamenwerking mede in relatie tot het voornemen bureaucratisering tegen te gaan. De Algemene Rekenkamer is vanuit haar onafhankelijke positie en haar deskundigheid graag bereid hieraan een bijdrage te leveren.

Ook de wereldgemeenschap van rekenkamers wil actief bijdragen aan het verbeteren van de transparantie en verantwoording over rampgerelateerde hulpstromen. INTOSAI zet het Tsunami initiatief voort in een werkgroep, de INTOSAI Working Group on the Accountability for and Audit of Disaster-related Aid. De voorzitter van deze werkgroep is de Europese Rekenkamer, in de persoon van Maarten Engwirda.

De Nederlandse Rekenkamer heeft binnen deze werkgroep de rol van vice voorzitter op zich genomen met als speciale verantwoordelijkheid het verder ontwikkelen van het toepassen van Geografische Informatie Systemen en aardobservatie in (rekenkamer)onderzoeken naar rampgerelateerde hulpstromen.

Algemene Rekenkamer

drs. Saskia J. Stuiveling,

president

Jhr. mr. W.M. de Brauw,

secretaris


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

Rekenkamers van Indonesië, Korea, Verenigde Staten van Amerika, Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Australië, Denemarken, Frankrijk, Japan, Kenya, Maleisië, Noorwegen, Zuid-Afrika, Sri Lanka, Zweden en de Europese Rekenkamer.

Naar boven