Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 29956 nr. 11 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 29956 nr. 11 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 mei 2005
Graag bied ik u mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken hierbij een overzicht aan van de voortgang inzake de hulp aan de door de aardbeving in Azië getroffen gebieden. Een eerder verslag ging u toe op 25 januari jl. (TK 29 956 nr. 7)
Zoals eerder aangeven heeft de Nederlandse regering maximaal € 40 mln. aan humanitaire hulp en € 200 mln. aan wederopbouwhulp aan de door de aardbeving in Azië getroffen gebieden toegezegd. Deze middelen zijn zoals bekend vooral bedoeld voor Indonesië en Sri Lanka. Inmiddels hebben deze landen het aanbod van de Club van Parijs inzake een schuldenmoratorium geaccepteerd waardoor een bijdrage van € 68,5 mln. aan kosten ten behoeve van Indonesië en Sri Lanka aan de ODA-inspanning is toegevoegd.
Op 15 april bedroeg het totaal der toezeggingen van de Nederlandse regering voor noodhulp ca. 32 miljoen euro. Daarvan was op 29 april een bedrag van ruim 25 miljoen euro overgemaakt. De meeste fondsen zijn ten goede gekomen aan Indonesië en Sri Lanka, aangezien de humanitaire noden daar het hoogst zijn. Het is onwaarschijnlijk dat de committeringen voor humanitaire hulpverlening nog zullen toenemen, gezien het feit dat de noodhulpfase afloopt en hulporganisaties doorgaans over voldoende middelen beschikken.
Direct na de ramp is € 2,1 mln. toegekend aan de Internationale Federatie van het Rode Kruis (IFRC) ter leniging van de eerste humanitaire noden, via verstrekking van voedsel, waterzuivering, kleding en medicijnen. Daarnaast zijn bijdragen geleverd aan de volgende organisaties: SHO (€ 5 mln.) , Save the Children (€ 1,92 mln. ), ZOA Vluchtelingenzorg (€ 1,11 mln), en Helen Keller International (€ 1,2 mln). Voorts is€ 20 mln. beschikbaar gesteld aan de VN en IOM, waarvan € 13 mln. voor Indonesië en € 7 mln. voor Sri Lanka. De beoogde bijdrage aan WFP in Sri Lanka zal niet in zijn geheel worden uitgegeven, vanwege overfinanciering van het WFP-appeal. Daarnaast is er nog financieel bijgedragen aan de verschillende vluchten van de KDC-10 van de Koninklijke Luchtmacht , de inzet van twee Nederlandse militaire luchtverkeersleiders en een communicatiespecialist alsmede de geïnstalleerde en overgedragen communicatie-apparatuur op de vliegvelden van Meulaboh en Medan.
Inzake de plaatsing van door de NAVO aan Indonesië ter beschikking gestelde bruggen op Noord-Sumatra geldt dat deze op 18 april jl. aan de Indonesische regering zijn overgedragen. De overdracht vond plaats aan de minister van Openbare Werken Joko Kimanto. Dit project is een gezamenlijke operatie van NAVO (die de bruggen beschikbaar stelde), het Verenigd Koninkrijk (dat het zeetransport betaalde), Nederland (dat financiering van lokaal transport, technische kennis leverde en de coördinatie verzorgde) en Indonesie (dat voor installatie van de bruggen zal zorgen). De totale kosten van overdracht, transport en levering bedragen ca. € 1,5 mln.
Recent heeft de Indonesische regering laten weten dat zij het aantal hulporganisaties in Atjeh wil verminderen, en wil registreren welke organisaties daar actief zijn. In overleg met de ambassade in Jakarta èn met de betrokken hulporganisaties heeft het ministerie van Buitenlandse zaken deze informatie, voor zover zij daarover beschikte verstrekt.
De Nederlandse regering heeft toegezegd € 200 mln. vrij te maken voor de wederopbouwfase over een periode van vijf jaar in de partnerlanden Sri Lanka en Indonesië. Er is geen verdeelsleutel tussen beide landen afgesproken: verdeling zal gebaseerd worden op de «needs assessments» en de bijdragen van andere donoren.
De daadwerkelijke allocatie van wederopbouwgelden kan pas plaatsvinden zo gauw de betrokken overheden hun «needs assesments» hebben gefinaliseerd en de geschikte financieringskanalen en coördinatiestructuren zijn ingesteld. De Wereldbank en de Asian Development Bank werken in overleg met de overheden en andere donoren samen om een kader op te stellen voor Multidonor Trustfunds om de hulpgelden te stroomlijnen. Vooruitgang hierover wordt gecompliceerd doordat wederopbouwhulp volgens een aantal donoren, waaronder Nederland, tevens moet bijdragen aan de vredesprocessen in de conflictgebieden in Sri Lanka en Indonesië. De huidige stand van zaken is als volgt.
In Jakarta werd op 25 april jl. een Multi Donor Trust Fund (MDTF) geopend voor het kanaliseren van donorfondsen voor de wederopbouw van Atjeh. Het wachten is nu op de aanvang van de werkzaamheden van de uitvoeringsorganisatie (BAPEL) die de reconstructie van Atjeh zal gaan uitvoeren op basis van de zgn. Blue Prints. Het is de bedoeling dat BAPEL een belangrijke rol speelt in het MDTF, onder andere in de toekomstige Steering Committee. De beoogd directeur van BAPEL zal tevens namens de Indonesische regering optreden als co-chair van het MDTF steering committee.
Uit overwegingen van effectiviteit, donorcoördinatie en harmonisatie is Nederland een sterk voorstander van zogeheten «pooled funding» via dit fonds. Vooralsnog heeft ons land uit Tsunami-wederopbouwfondsen aan het MDTF $ 100 miljoen toegezegd. Het is overigens de verwachting dat binnen het lopende OS-programma met Indonesie een aantal activiteiten ook de wederopbouw van Aceh ten goede zullen komen. Zo wordt op dit moment gewerkt aan een activiteit ter ondersteuning van de audit in Atjeh, binnen de kaders van een binnenkort op te starten Indonesie-brede audit activiteit.
Zoals bekend bemiddelt de Finse oud-president Ahtisaari sinds begin januari 2005, vlak na de Tsunami, op verzoek van SGVN Kofi Annan tussen de Indonesische overheid en de GAM. Deze bemiddeling verloopt tot op heden hoopgevend en een vredesakkoord in Atjeh zou zeker bij dragen aan succesvolle wederopbouw. Nederland steunt deze vredesopbouwactiviteiten en draagt hieraan financieel bij. Inmiddels hebben in Helsinki drie ontmoetingen tussen delegaties van beide zijden plaatsgevonden, meest recent van 12 tot 17 april 2005. Zowel Ahtisaari als de Indonesische overheid geven aan te streven naar een overeenkomst tussen GAM en Indonesische overheid rond eind juli 2005, met als kern een regeling voor speciale autonomie voor Atjeh binnen het Indonesische staatsbestel.
In Sri Lanka is alleen sprake van een MDTF voor hulp aan het Noorden en Oosten. De onderhandelingen daarover tussen de Sri Lankaanse overheid en LTTE (onder facilitatie van Noorwegen) verlopen uiterst traag. Noorwegen is nog steeds optimistisch is over de uitkomst. In dit fonds zouden met name de Europese Commissie en voornamelijk Europese bilaterale donoren deelnemen. Voor het overige heeft de regering aangegeven bilaterale samenwerking te prefereren. Financiële hulp is daarnaast toegezegd door een aantal grote donoren, zoals Japan, China, Wereldbank, en de Asian Development Bank. Inmiddels is op 19 april met vertraging de needs assessment verschenen. Dit rapport is opgesteld door de IFI's in samenwerking met de overheid. In Sri Lanka hebben zowel de overheid als de LTTE aangegeven de tsunami hulpverlening en het vredesproces uitdrukkelijk te willen scheiden. Wel wordt de totstandkoming van een gemeenschappelijk beheerd multidonor fonds gezien als een belangrijke stap in het vredesproces, omdat partijen hierin voor het eerst zouden samenwerken binnen een overeengekomen administratieve structuur. De beheersstructuur van het fonds voorziet in een onafhankelijke beheersorganisatie en een toezichthouder met vertegenwoordigers van overheid, LTTE, moslims en donorgemeenschap. De belangrijkste belemmering voor totstandkoming van het fonds lijkt regeringspartner JVP te zijn die om politieke redenen tegen een dergelijke structuur is.
Naar aanleiding van een verzoek van de president van de Malediven en een financieringsverzoek van UNDP wordt ook met een bedrag van 500 000 euro bijgedragen aan wederopbouw op de Malediven.
Op een aantal terreinen zijn er concrete aanknopingspunten voor samenwerking met het Nederlandse bedrijfsleven. De volgende initiatieven zijn reeds uitgevoerd of zijn in behandeling.
1. Op 11 maart jl. werd in de haven van Galle (Sri Lanka) een aan Sri Lanka geleverd baggerschip van de kade getild en weer in het water geplaatst. Na een onderhandse aanbesteding werd IHC aangewezen om de opdracht uit te voeren. Het schip bevindt zich nu in een dok om de schade te bepalen en te herstellen. De totale kosten van deze steun bedragen ca. 750 000 euro.
2. De Tsunami heeft een groot deel van een binnenkort op te leveren spoorwegsysteem vernield. Nederlandse ondernemers waren nauw betrokken bij de installatie van deze spoorwegvoorzieningen en onderzocht wordt of het ministerie kan bijdragen om de schade te herstellen. Een eerste schatting van de herstelwerkzaamheden komt uit op een bedrag van ca. twaalf miljoen euro.
3. In het noorden van Sri Lanka is een sterkdam zwaar beschadigd die spoedig dient te worden hersteld. De ambassade in Colombo onderzoekt op welke wijze Nederland kan bijdragen aan zulk een herstel (kosten bedragen naar verwachting ca. € 1 mln).
4. De vloedgolven hebben grote schade aangebracht aan de haven van Bandar Aceh. Op basis van een eerste schade analyse heeft de Nederlandse regering aangeboden de Indonesische regering te steunen bij de wederopbouw van de haven. De kosten van de eerste fase worden geschat op € 8 mln. De ambassadeur heeft dit aanbod overgebracht aan de Indonesische regering en op dit moment is een missie ter plaatse om een projectvoorstel op te stellen. Overigens dient opgemerkt dat een drietal andere landen ook een aanbod gedaan heeft voor herstel en uitbouw van de haven.
5. In Indonesië beziet Vereniging van Waterbedrijven in Nederland (VEWIN) of ze kan assisteren bij het herstel van de lokale drinkwatervoorziening. De waterbedrijven hebben onder de leden een bedrag van ca. € 5 mln verzameld en ik heb aangegeven dit bedrag te willen verdubbelen indien er een goed voorstel op tafel ligt. Formalisering van een en ander wordt op korte termijn verwacht.
Voor de aanbiedingen vanuit het bedrijfsleven gelden dezelfde voorwaarden als voor alle wederopbouwinitiatieven waar het ministerie van Buitenlandse Zaken bij betrokken is: het aanbod moet aansluiten op de lokale vraag, óók als het aanbod van het Nederlandse bedrijfsleven komt. Daarnaast mag de hulp de lokale markt niet verstoren, hetgeen zowel voor financiële steun als hulp in natura geldt.
Overigens heeft overleg plaats gevonden tussen ambtenaren van Buitenlandse Zaken en VNO/NCW en over inpassing van Nederlandse initiatieven in de diverse programma's.
1. Tijdens de World Conference on Disaster Reduction, die van 18 tot 22 januari jl. in Kobe, Japan, plaatsvond, werd gesproken over het opzetten van een Early Warning Systems (EWS). Nederland heeft tijdens een speciale sessie aangegeven bereid te zijn mee te financieren en de interne beoordeling van het voorstel daartoe nagenoeg afgerond Voorgesteld wordt om voor ca. € 325 000 bij te dragen aan de introductie van dit systeem.
2. ADB/Community Water Services and Health Project:Dit betreft de Nederlandse bijdrage aan het Community Water Services and Health Project – Aceh grant component. Het betreft een ADB programma, gericht op rurale drinkwater en sanitatie, dat een extra activiteit in Atjeh uitvoert. De Nederlandse ambassadeur in Jakarta heeft in een brief aan ADB aangegeven dat de intentie bestaat met USD 5 miljoen bij te dragen. Andere donoren zijn DFID (USD 7,5 miljoen) en CIDA (Canada, USD 4 miljoen). Ondertekening van de leningsovereenkomst tussen de Asian Development Bank en Indonesische overheid zal binnen enkele weken plaatsvinden. Bij voorkeur kunnen dan ook het VK, Canada en Nederland hun respectievelijke arrangementen tekenen. Het programma richt zich overigens niet uitsluitend op het getroffen gebied, maar zal ook in niet getroffen dorpen waar de voorzieningen afwezig zijn interveniëren. Het is daarmee een project dat kan bijdragen aan een vermindering van «social jealousy» tussen bevolkingsgroepen in de getroffen provincies.
3. In Sri Lanka overlegt de ambassade met regionale Kamers van Koophandel (FCCISL=Federation of Chambers of Commerce and Industry in Sri Lanka) en andere betrokken organisaties over post-Tsunami ondersteuning van lokale ondernemers.
Tijdens een bijeenkomst van de Club van Parijs op 9 maart heeft Nederland gepleit voor een schuldenmoratorium van één jaar voor Sri Lanka omdat dit land macro-economisch zwaar is getroffen en een relatief grote schuld heeft ten opzichte van het BNP. Aangezien dit niet het geval was voor Indonesië, zag Nederland geen aanleiding om het schuldenmoratorium voor dit laatste land van toepassing te laten zijn. Deze positie werd echter niet door de andere crediteuren gesteund, waardoor Indonesië ook hiervoor in aanmerking komt. Nederland heeft er met succes voor gepleit dat de vrijvallende middelen direct ten goede komen aan de slachtoffers in de getroffen gebieden van beide landen. Voor Nederland zijn de kosten € 68,5 mln in 2005 ten laste van ODA-middelen.
Om te bewerkstelligen dat de totale Nederlandse bijdragen op een zo effectief mogelijke wijze worden besteed, is overleg en coördinatie met SHO van groot belang. Er zijn reeds vroegtijdig afspraken gemaakt over de wijze waarop met initiatieven wordt omgegaan. Onlangs vond het laatste overleg plaats tussen een delegatie van SHO en ambtenaren van Buitenlandse Zaken over verdere coördinatie en informatie-uitwisseling. Op 17 mei as. zal ik zelf een gesprek hebben met de SHO.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29956-11.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.