29 952
Voorstel van wet tot wijziging van de wet van 1 oktober 1992, houdende bijzondere regels met betrekking tot het recht op uitkering als bedoeld in de Uitkeringswet gewezen militairen alsmede wijziging van die wet (Stb. 1992, 573) in verband met de verlenging van de openstelling van de Uitkeringswet gewezen militairen voor de oudere gewezen militair, die voortijdig de dienst met een recht op wachtgeld zou moeten verlaten (29 952, nrs. 2 en 3)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 23 februari 2005

De vaste commissie voor Defensie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen afdoende beantwoordt, acht de commissie de schriftelijke behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Zij hebben begrip voor de beweegredenen die aan het voorstel ten grondslag liggen, namelijk het ruimte bieden voor flankerende maatregelen die voortvloeien uit de personeelsreducties zoals overeengekomen bij het Sociaal Akkoord.

De leden van de CDA-fractie zien nog wel enige strijd met andere voornemens uit het Hoofdlijnenakkoord, op basis waarvan werknemers juist worden gestimuleerd om langer door te werken en waarbij ontwikkelingen zoals vervroegde uittreding zeker niet worden aangemoedigd.

Deze leden vragen de regering op deze mogelijke discrepanties in te gaan, aan te geven of er, en zo ja welke, afstemming heeft plaats gehad tussen de bewindslieden van de ministeries van Defensie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en tot welke uitkomsten dat heeft geleid. Zij vernemen graag welke overweging uiteindelijk de aanleiding is geweest tot de beslissing om het onderhavige wetsvoorstel aan de Kamer voor te leggen.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van voorliggend wetsvoorstel. Alvorens met dit wetsvoorstel te kunnen instemmen willen de leden van de PvdA-fractie nog een verheldering op een aantal punten ontvangen. Zij vragen de regering of hier sprake is van een «verlenging van de openstelling van de Uitkeringswet (etc.)» met terugwerkende kracht. Zo ja, welke (groepen van) gewezen militairen komen daarbij met terugwerkende kracht alsnog in aanmerking c.q. kunnen aanspraak maken op een recht op uitkering? De leden van de PvdA-fractie vragen de regering of daarbij een gelijke behandeling van alle gerechtigden gegarandeerd kan worden.

De voorzitter van de commissie,

Albayrak

De adjunct-griffier van de commissie,

Kok


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: De Vries (PvdA), Bakker (D66), Koenders (PvdA), Van Beek (VVD), Karimi (GL), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Voorzitter Balemans (VVD), Van Baalen (VVD), Snijder-Hazelhoff (VVD), Van Winsen (CDA), Van den Brink (LPF), Mastwijk (CDA), Herben (LPF), Ondervoorzitter Duyvendak (GL), Kortenhorst (CDA), Huizinga-Heringa (CU), van Velzen (SP), Algra (CDA), Haverkamp (CDA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Straub (PvdA), Blom (PvdA), Eijsink (PvdA), Brinkel (CDA) en Szabó (VVD).

Plv. leden: Van Dam (PvdA), Van der Laan (D66), Waalkens (PvdA), Cornielje (VVD), Halsema (GL), Fierens (PvdA), De Ruiter (SP), Adelmund (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Visser (VVD), Oplaat (VVD), De Haan (CDA), Nawijn (LPF), Smilde (CDA), Hermans (LPF), Vendrik (GL), Bruls (CDA), Van der Staaij (SGP), De Wit (SP), De Vries (CDA), Ormel (CDA), Ferrier (CDA), Van Heemst (PvdA), Tichelaar (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Jonker (CDA) en Veenendaal (VVD).

Naar boven