nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1.
Na artikel 11 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 11a
1. Indien een overeenkomst tussen een huurder en een exploitant die op
grond van artikel 11 tot stand is gekomen van rechtswege eindigt als gevolg
van de beëindiging van een huurovereenkomst en die beëindiging is
gelegen voor het tijdstip genoemd in artikel 11, eerste lid, is artikel 11
van overeenkomstige toepassing op degene met wie de Staat ingevolge een veiling
een huurovereenkomst sluit voor het tijdstip genoemd in artikel 11, eerste
lid.
2. Op de overeenkomst tussen de huurder en de exploitant die ingevolge
het eerste lid tot stand komt, is artikel 14, vijfde lid, van overeenkomstige
toepassing.
3. In afwijking van artikel 11, eerste lid, wordt voor de overeenkomst
tussen huurder en exploitant die ingevolge het eerste lid tot stand komt als
gemiddelde netto winstaandeel genomen het gemiddelde netto winstaandeel dat
is vermeld in het biedboek dat ter beschikking is gesteld voorafgaand aan
de eerste veiling van de desbetreffende locatie.
2.
Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende
Artikel 12a
1. Indien een overeenkomst tussen een huurder en een exploitant die op
grond van artikel 12 tot stand is gekomen van rechtswege eindigt als gevolg
van de beëindiging van een huurovereenkomst en die beëindiging is
gelegen voor het tijdstip genoemd in artikel 12, is artikel 12 van overeenkomstige
toepassing op degene met wie de Staat ingevolge een veiling een huurovereenkomst
sluit voor het tijdstip genoemd in artikel 12.
2. Op de overeenkomst tussen de huurder en de exploitant die ingevolge
het eerste lid tot stand komt, is artikel 14, zesde lid, van overeenkomstige
toepassing.
3.
In artikel 13 wordt «12» vervangen door: 12a.
TOELICHTING
I. ALGEMEEN
Deze nota van wijziging voorziet in een technische oplossing voor een
leemte in het wetsvoorstel en biedt een voorziening voor de exploitant om
gedurende de overgangsperiode de exploitatie voort te zetten, ook indien als
gevolg van de beëindiging van de huurovereenkomst tussen de huurder en
de Staat vóór het einde van de overgangsperiode de exploitatieovereenkomst
tussen huurder en exploitant van rechtswege eindigt.
Omdat de definities van de begrippen bestaande exploitatieovereenkomst
en bestaande exploitant direct afhankelijk zijn van het begrip bestaande overeenkomst,
ontbreekt in dat geval een aangrijpingspunt voor de werking van artikel 11
en artikel 12. Zonder de regeling van deze tweede nota van wijziging zou de
(voormalige bestaande) exploitant die zijn overeenkomst met de huurder op
grond van artikel 3, zesde lid, van het wetsvoorstel van rechtswege ziet eindigen
omdat de huurovereenkomst tussen de huurder en de Staat eindigt, geen gelegenheid
krijgen voor de resterende duur van de overgangsperiode de exploitatie voort
te zetten. Deze leemte zou afbreuk doen aan de afspraak over het voortzetten
van de exploitatie gedurende de overgangstermijn, zoals die is vastgelegd
in het Convenant Onderliggende Rechtsrelaties.
II. ARTIKELSGEWIJS
Onderdelen 1 en 2
De onderdelen 1 en 2 bestaan elk uit een artikel dat voor de desbetreffende
situatie de leemte die hierboven in het algemene deel van de toelichting is
beschreven, invult door artikel 11, respectievelijk artikel 12 van overeenkomstige
toepassing te verklaren in de situatie die ontstaat indien de exploitant zijn
overeenkomst met de huurder van rechtswege ziet eindigen omdat de huurovereenkomst
tussen de huurder en de Staat eindigt.
In het tweede lid van zowel artikel 11a als artikel 12a is gewaarborgd
dat de overeenkomst die op grond van het eerste lid van elk artikel tot stand
komt, ook weer eindigt op het moment dat de overgangsperiode eindigt.
Het derde lid van artikel 11a bevat een eenvoudige wijze van vaststelling
van het gemiddelde netto winstaandeel. Dit hoeft niet opnieuw vastgesteld
te worden volgens de methode van artikel 9. In plaats daarvan geldt het gemiddelde
netto winstaandeel dat al is vastgesteld bij de eerste keer dat de desbetreffende
locatie is geveild. Dat gemiddelde netto winstaandeel is al bekendgemaakt
in het biedboek dat bij die eerste veiling opgesteld is.
Onderdeel 3
Dit onderdeel voorziet in een technische aanpassing die noodzakelijk is
geworden door het tussenvoegen van een artikel na artikel 12.
De Minister van Financiën,
G. Zalm