29 945
Vaststelling van regels voor overgangs- en invoeringsrecht voor de totstandkoming van de Wet medezeggenschap werknemers (Invoeringswet Wet medezeggenschap werknemers)

nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 8 april 2005

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel I komt onderdeel B te luiden:

B

In artikel 13, vijfde lid, vervalt de derde volzin.

II

Na artikel XLIVb wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XLIVC

Indien het bij koninklijke boodschap van 12 december 2003 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de modernisering van de medezeggenschapsstructuur in de educatie en het beroepsonderwijs en de versterking van de positie van deelnemers (modernisering medezeggenschap educatie en beroepsonderwijs) (kamerstukken 29 371, nr. 2) tot wet wordt verheven en in werking treedt, vervalt artikel II van die wet en wordt in artikel IV, eerste lid, van die wet alsmede in artikel 2.6, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs «Wet op de ondernemingsraden» telkens vervangen door: Wet medezeggenschap werknemers.

Toelichting

In deze nota van wijziging wordt in onderdeel I, artikel I van het wetsvoorstel Invoeringswet Wet medezeggenschap werknemers aangepast aan de wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 in verband met een gewijzigde organisatie van de deskundige bijstand bij het arbeidsomstandighedenbeleid.

Onderdeel II betreft een aanpassing van de verwijzingen naar de Wet op de ondernemingsraden in wetsvoorstel 29 371 en in het daarin opgenomen voorstel tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel II van genoemd wetsvoorstel op grond waarvan in artikel 53 van de Wet op de ondernemingsraden wordt bepaald dat hoofdstuk VIIB van die wet niet van toepassing is op openbare instellingen als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs, wordt geschrapt. Dit houdt verband met het feit dat de bepalingen van hoofdstuk VIIB van de Wet op de ondernemingsraden voor een deel zijn vervallen of zijn opgegaan in bepalingen waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de private en de publieke sector en voor het overige zijn opgenomen op diverse plaatsen in de Wet medezeggenschap werknemers, waarbij het evident is dat zij niet van toepassing zijn op openbare instellingen als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus