nr. 10
VIERDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel XLIV C wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XLIV D
Indien het bij geleidende brief van 12 december 2001 ingediende voorstel
van wet tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden in verband met het
verschaffen van openbaarheid over de hoogte van inkomens van topkader, bestuurders
en toezichthouders van ondernemingen aan de ondernemingsraad (Wet Harrewijn)
(Kamerstukken 28 163) tot wet wordt verheven en in werking treedt, komt
artikel 6:6 van de Wet medezeggenschap werknemers met opschrift te luiden:
Recht van de ondernemingsraad op informatie over beloningsverhoudingen
Artikel 6:6
1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op ondernemingen waarin in
de regel ten minste 100 personen werkzaam zijn.
2. Dit artikel is niet van toepassing op:
a. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid waarvan een
van de bestuurders of commissarissen een natuurlijke persoon is die een direct
of indirect belang heeft in de rechtspersoon overeenkomstig artikel 4.6 van
de Wet op de inkomstenbelasting 2001, of
b. de rechtspersoon waarop de artikelen 396 of 397 van titel 9 van
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn.
3. De ondernemer verstrekt, mede ten behoeve van de bespreking van de
algemene gang van zaken van de onderneming, ten minste eenmaal per jaar aan
de ondernemingsraad schriftelijk informatie over de hoogte en inhoud van de
arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken per verschillende groep van
de in de onderneming werkzame personen.
4. De ondernemer verstrekt daarbij tevens schriftelijke informatie over
de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken
met het bestuur dat de rechtspersoon vertegenwoordigt en het totaal van de
vergoedingen, dat wordt verstrekt aan het toezichthoudend orgaan, bedoeld
in artikel 6:11, tweede lid.
5. Ten aanzien van het derde en vierde lid wordt inzichtelijk gemaakt
met welk percentage deze arbeidsvoorwaardelijke regelingen en afspraken zich
verhouden tot elkaar en tot die van het voorgaande jaar.
6. Indien een groep als bedoeld in derde lid, het bestuur of het toezichthoudend
orgaan, bedoeld in het vierde lid, uit minder dan 5 personen bestaat, is het
mogelijk om voor de toepassing van deze leden twee of meer functies samen
te voegen, zodat een groep van ten minste 5 personen ontstaat.
7. De ondernemer is verplicht de ondernemingsraad zo spoedig mogelijk
in kennis te stellen van belangrijke wijzigingen die in deze arbeidsvoorwaardelijke
regelingen en afspraken worden aangebracht.
Toelichting
Door de Tweede Kamer is op 2 juni 2005 het initiatiefwetsvoorstel
van de leden Vendrik en Verburg tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden
in verband met het verschaffen van informatie over de hoogte van inkomens
van het topkader, bestuurders en toezichthouders van ondernemingen aan de
ondernemingsraad (Wet Harrewijn) aanvaard (Kamerstukken 28 163). Aangezien
de Kamer met het aanvaarden van deze wetswijziging uitdrukkelijk de bedoeling
heeft het wettelijk regime op dit punt voor langere tijd aan te passen en
te verbeteren, neemt de regering de inhoud van deze wetswijziging zonder meer
over in het voorstel van Wet medezeggenschap werknemers. Daartoe strekt deze
nota van wijziging.
Het initiatiefwetsvoorstel zal zoals uitdrukkelijk bij de behandeling
en de stemming naar voren is gebracht, door beide indieners zelf in de Eerste
Kamer worden verdedigd. Het is ook om deze reden dat het kabinet heeft besloten
tot een nota van wijziging van de Invoeringswet Wet medezeggenschap werknemers
en niet tot een nota van wijziging van de Wet medezeggenschap werknemers.
Voor de inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar hetgeen tijdens de
behandeling van het genoemde initiatiefwetsvoorstel is uitgewisseld.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus