nr. 7
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Inleiding
Graag dank ik de leden van de fracties van het CDA, de PvdA en de VVD
voor hun inbreng voor het verslag op dit wetsvoorstel.
Europese aanbesteding
De leden van de CDA-fractie hebben begrip voor het voornemen om de voorlopige
teruggaaf in de toekomst enkel nog giraal af te doen. Zij vragen wel waarom
dit wetsvoorstel niet eerder in behandeling is gebracht. De maatregel had
inderdaad eerder aan het parlement kunnen worden voorgelegd, bijvoorbeeld
in het fiscaal pakket 2005. Gelet op de beoogde datum van inwerkingtreding
van de voorgestelde maatregel voor giraal betalen (1 mei 2005), bestond
daartoe evenwel geen noodzaak. Daarom is er voor gekozen om een afzonderlijk
wetsvoorstel in te dienen.
De leden van de PvdA-fractie vragen waarom de chartale uitbetaling niet
als eis bij de tender Europese aanbesteding is opgenomen. Waarom zou slechts
één bank inschrijven als chartale uitbetaling wel een eis zou
zijn geweest en kan niet bij alle banken gewoon een cheque worden geïnd
en waarom zouden cheques van de Belastingdienst niet kunnen worden geïnd,
zo luidden voorts hun vragen. Bij het opstellen van het programma van eisen
voor de tender Europese aanbesteding betalingsverkeer Belastingdienst is onderkend
dat het stellen van de eis aan een bank om chartale uitbetaling te ondersteunen
een onderscheid makend en selectief effect zou hebben. Weliswaar wordt het
uitschrijven en innen van cheques door de meeste banken ondersteund, echter
de tarifering van cheques en de omvang van het kantorennet van banken (waar
de cheques moeten worden geïnd) zijn sterk verschillend. Omdat de tender
met name bedoeld was voor het verkrijgen van kosten- en procesvoordelen in
het girale betalingsverkeer (bijna 130 miljoen in- en uitgaande transacties),
is besloten om geen eisen te stellen voor chartale uitbetalingen (jaarlijks
circa 40 000 betalingen). Wel is in de tender aan de inschrijvers gevraagd
om aan te geven op welke wijze zij contante betalingen konden ondersteunen,
waarbij ook andere betaalvormen dan cheques tot de mogelijkheden behoorden.
De leden van de PvdA-fractie vragen hoe tegelijkertijd een Europese aanbesteding kan uitstaan en toch al bekend kan zijn aan wie de opdracht
wordt gegund. Op het moment van initiëren van dit wetsvoorstel en ook
nog op het moment van aanbieden van het wetsvoorstel met de memorie van toelichting
aan de Raad van State stond de tender nog uit en was nog niet bekend wie de
opdracht gegund zou worden. Na ontvangst van het advies van de Raad van State
waren de onderhandelingen in een dusdanig gevorderd stadium dat duidelijk
was dat de opdracht gegund zou worden aan de ING Bank NV. Op dat moment is
aan de tweede alinea van de memorie van toelichting een volzin toegevoegd,
luidende: Inmiddels is duidelijk dat het Ministerie van Financiën de
opdracht zal gunnen aan de ING Bank NV. In het nader rapport is hierop ook
gewezen. Eind december 2004 is de overeenkomst met de ING Bank NV ondertekend.
De leden van de PvdA-fractie vragen voorts of de regering nader kan ingaan
op de voordelen van het nieuwe contract en de voordelen die de belastingbetaler
daarvan zal ondervinden. Het nieuwe contract brengt een aantal voordelen voor
de Belastingdienst, op financieel gebied (lagere tarieven) en in de procesuitvoering
(betere ondersteuning van het betalingsverkeer). Voor de belastingbetaler
verandert er weinig, omdat deze vooral afhankelijk is van het dienstenpakket
dat zijn eigen bank aanbiedt.
Kosten
De leden van de fracties van het CDA en de PvdA constateren dat dit wetsvoorstel
een besparing oplevert van € 200 000 en stellen hierover enkele
vragen.
Behalve cheques voor de groep van 1000 structurele gebruikers van cheques,
zijn er incidentele cheques voor belastingplichtigen, die niet tijdig een
rekeningnummer aan de Belastingdienst melden. Ook komt het voor dat belastingplichtigen
vragen om een chequebetaling, terwijl wel een rekeningnummer bekend is. In
totaal gaat het jaarlijks om 40 000 betalingen, waarvan er slechts 12 000
zijn te herleiden naar de 1000 «structurele» gebruikers.
Bij 40 000 betalingen bedragen de kosten zo'n vijf euro per betaling.
Voorheen zijn deze kosten geaccepteerd met het oog op bepaalde groepen, zoals
daklozen, die werden geconfronteerd met belemmeringen bij het openen van een
bankrekening. Inmiddels zijn deze belemmeringen echter opgelost door het «Convenant
inzake een pakket primaire betaaldiensten».
Voorts vragen de leden van de PvdA-fractie wat de reden is dat zo'n 1000
mensen vasthouden aan chartale afwikkeling. De reden daarvoor is niet met
zekerheid te geven. De Belastingdienst beschikt niet over concrete informatie
dienaangaande, aangezien de belastingschuldige die geen rekening opgeeft hierover
geen mededeling hoeft te doen. Gedacht kan echter worden aan mensen die wel
een rekening hebben, maar daarop rood staan of mensen die geen rekening hebben,
maar hierover wel zouden kunnen beschikken (bijvoorbeeld daklozen).
Samenloop Awir
De leden van de CDA-fractie vragen of de regering kan ingaan op de gevolgen
van het onverhoopt stokken van onderhavig wetsvoorstel voor de inwerkingtreding
van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir). De voortgang van
onderhavig wetsvoorstel heeft geen gevolgen voor de Awir. In de Awir is, net
als nu voor de Invorderingswet 1990 wordt voorgesteld voor uitbetalingen door
de ontvanger van de Belastingdienst, geregeld dat uitbetalingen door de Belastingdienst/Toeslagen
alleen giraal geschieden. Het zijn als het ware parallelle bepalingen. Met
het wetsvoorstel voor de Awir is de keuze al gemaakt dat uitbetalingen op
basis van de Awir slechts giraal geschieden, los van welke bank
als huisbankier van de Belastingdienst zal fungeren. Dat voorstel is inmiddels
aanvaard door uw Kamer.
Informatievoorziening
De leden van de fracties van het CDA, de PvdA en de VVD vragen hoe de
groep belastingplichtigen die steeds koos voor chartale afwikkeling wordt
voorgelicht over het afschaffen van deze mogelijkheid. Deze groep belastingplichtigen
zal gericht worden aangeschreven, waarbij tevens aangegeven zal worden welke
alternatieven voorhanden zijn (openen van een eigen bankrekening of storting
op rekening van een derde).
De Staatssecretaris van Financiën,
J. G. Wijn