Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 oktober 2021
Tijdens het tweeminutendebat over de Rechtspraak (CD 30/09) van 14 oktober 2021 (Handelingen
II 2021/22, nr. 12, Tweeminutendebat Rechtspraak) met de Minister voor Rechtsbescherming
is er een motie ingediend over de systematiek van tarifering van tolken en vertalers.
Dit betreft de motie van het lid van Nispen1 over het indexeren van tarieven voor gerechtstolken en -vertalers en behoud van Friese
gerechtstolken. Ik onderschrijf de appreciatie die de Minister voor Rechtsbescherming
heeft gegeven en wil als eerstverantwoordelijke Minister voor dit dossier nog graag
benadrukken hoe belangrijk de stelselherziening is om tot een passende beloning van
de tolken en vertalers te komen. Juist daarom wil ik verder gaan op de vorig jaar
na het debat ingezette weg waar ik nu van hoop dat de eerste vruchten geplukt kunnen
gaan worden.
Dat neemt niet weg dat ik, net als de Minister voor Rechtsbescherming, het volledig
eens ben met het tweede onderdeel van het dictum. In Friesland moeten we ervoor zorgen
dat de Friese justitiabelen in het Fries terecht kunnen, waar nodig door de inzet
van gerechtstolken. Net als de Minister voor Rechtsbescherming kan ik slecht uit de
voeten met het eerste onderdeel van het dictum en is dit ook de reden dat ik de motie
ontraad.
Het belang van tolken en vertalers voor de rechtstaat staat niet ter discussie. Over
de stelselvernieuwing van de systematiek voor deze belangrijke beroepsgroep is al
eerder veel gediscussieerd in de Kamer. Onder het nadrukkelijke voorbehoud dat er
een goede monitoring zal plaatsvinden is er uiteindelijk door een meerderheid van
de Kamer ingestemd met een herziening van het stelsel. Deze stelselherziening moet
dan in de praktijk wel de kans krijgen om geïmplementeerd te worden. Op dit moment
wordt er alles op alles gezet om de aanbestedingen uit te zetten en de vernieuwde
contracten te implementeren.
De stelselherziening bevat meerdere elementen. Een van de eerste stappen was het aanpassen
van het Btis van vaste tarieven naar minimumtarieven. Deze (voortijdige) aanpassing
was noodzakelijk om de vrije markttarieven uiteindelijk mogelijk te maken. Vervolgens
dienen de overheidsdiensten aanbesteed te worden aan intermediairs. Deze aanbestedingen
zijn vanaf augustus 2020 dakpansgewijs uitgezet. De eerste aanbestedingen zijn inmiddels
gegund en geïmplementeerd. Wij spannen ons maximaal in om zo spoedig mogelijk alle
aanbestedingen uit te zetten, zodat de tolken en vertalers op een zo kort mogelijke
termijn kunnen onderhandelen over hun tarieven. Dat kan vanaf het moment dat de contracten,
voortvloeiend uit de aanbestedingen, zijn ingegaan. Tot die tijd kan het evenwel niet
anders zijn dan dat door de betreffende organisaties voor de aanpassing van het Btis
ook betaald werden, deze verschillen van 43,98 euro per uur tot 54 euro per uur. Er
wordt nog niet onderhandeld over dit tarief, de onderhandeling zal na de implementatie
van de contracten met de intermediair tot stand komen.
Mede op basis van aandringen uit de Tweede Kamer bevat het stelsel geen forse verhogingen.
Om de werking van de stelselherziening goed te kunnen beoordelen is er informatie
nodig uit diverse nieuwe contracten met de intermediairs. Op basis van de eerste monitoringsinformatie
heb ik eerder de toezegging gedaan om naar verwachting in de eerste helft 2022 uw
Kamer per brief te informeren over de werking van het vernieuwde stelsel. Juist vanwege
deze toezegging benadruk ik het belang om de stelselherziening de kans te geven om
in de praktijk geïmplementeerd te kunnen worden en ontraad ik deze motie. Wanneer
uit de geaggregeerde informatie van de monitoring blijkt dat er wijzigingen noodzakelijk
zijn zullen daar ook acties op ondernomen worden.
De motie van het lid Palland c.s.2 om in overleg met de provincie tot een oplossing te komen waarbij het kunnen spreken
van de Friese taal in de rechtbank door betrokkene wordt geborgd is strikt genomen
een motie die bij het rechtsbestel behoort. De Minister voor Rechtsbescherming heeft
zich hierover reeds uitgesproken doch wil ik het belang hiervan graag onderschrijven.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus