nr. 21
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 november 2007
Tijdens de behandeling van het voorstel tot wijziging van de Wet veiligheidsonderzoeken
(Wvo) op 31 mei jongstleden (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2006–2007,
nr. 75, blz. 3980–3994) heeft de minister van Binnenlandse
en Koninkrijkszaken mede namens mij toegezegd u te informeren over de achterstanden
en doorlooptijden van veiligheidsonderzoeken die door de AIVD en de MIVD worden
uitgevoerd. Met deze brief kom ik deze toezegging voor de MIVD na.
De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
heeft in 2006 in haar toezichtrapport 11A (inzake het onderzoek van de Commissie
naar de uitvoering van de Wet veiligheidsonderzoeken door de MIVD) geconstateerd
dat de uitvoering van de veiligheidsonderzoeken door de MIVD geschiedt in
overeenstemming met de bepalingen van de Wvo en de Wet op de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten 2002. Dit toezichtrapport heb ik u op 23 maart
toegezonden (Kamerstuk 29 924, nr. 15).
Ten aanzien van de wettelijke termijn constateert de Commissie dat indien
de MIVD de termijn van acht weken overschrijdt, dit veelal in gevallen is
waarin het veiligheidsonderzoek gegevens oplevert die kunnen leiden tot het
weigeren dan wel intrekken van de Verklaring van Geen Bezwaar (hierna: VGB).
De Commissie oordeelt dat de vertraging in deze gevallen wordt gerechtvaardigd
door het belang van het veiligheidsonderzoek voor de nationale veiligheid.
Doorlooptijdenveiligheidsonderzoeken MIVD
Het totale aantal onderzoeken alsmede het aantal overschrijdingen van
de termijn van acht weken in de periode 1 januari tot 1 november
2007 staan weergegeven in onderstaande tabel.
Veiligheidsonderzoeken 1 januari–1 november
2007
Soort onderzoek | Totaal aantal onderzoeken | Aantal onderzoeken
die meer dan 8 weken hebben geduurd |
---|
Initieel onderzoek | 13 979 | 773 |
Herhaalonderzoek | 7 995 | 354 |
Totaal | 21 974 | 1 127 |
Uit deze tabel blijkt dat 95 procent van de veiligheidsonderzoeken binnen
de wettelijke termijn worden uitgevoerd. Bij 5 procent van de veiligheidsonderzoeken
is sprake van overschrijding van de termijn van acht weken.
De overschrijdingen worden voor een deel veroorzaakt door het ontbreken
van gegevens over betrokkene. In deze gevallen moeten informatieverzoeken
aan andere (veelal buitenlandse) diensten worden gedaan. De beantwoording
van dergelijke verzoeken heeft doorgaans geen prioriteit voor de collegadienst
en vergt dan ook de nodige tijd. In andere gevallen is er sprake van, vooral
justitiële, antecedenten die aanleiding geven tot het voornemen van intrekking
of weigering van de VGB. In deze gevallen start een vaak tijdrovend proces,
waarbij de betrokkene zijn zienswijze geeft en de MIVD een definitieve beslissing
neemt, eventueel gevolgd door bezwaar en beroep van betrokkene. Deze overschrijdingen
komen zowel bij initiële als herhaalonderzoeken voor.
Bovendien heeft de MIVD gedurende het jaar te maken met fluctuaties in
het aanbod van veiligheidsonderzoeken. Hierbij moet worden gedacht aan een
toename van veiligheidsonderzoeken halverwege het jaar als gevolg van schoolverlaters
die bij Defensie worden aangenomen en terugkerende pieken als gevolg van eerder
gelijktijdig afgegeven VGB’s voor bepaalde groepen defensiepersoneel.
Na de standaardtermijn van vijf jaar worden in verband met de verlenging van
VGB’s voor dergelijke groepen tegelijk veiligheidsonderzoeken herhaald.
Tijdens de pieken kunnen zich capaciteitsproblemen voordoen. Daarom onderzoekt
de MIVD de mogelijkheden om het aanbod te spreiden, zodat het capaciteitsbeslag
gelijkmatiger wordt verdeeld.
Ook bekijkt de MIVD momenteel de interne processen en is de dienst begonnen
met het digitaliseren van de werkprocessen. Hierdoor kunnen achterstanden
tijdig worden gesignaleerd, zodat sturing beter mogelijk is.
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop