29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

Nr. 433 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2023

Schietpartijen, explosies en brandgevaarlijke drugslabs in woonwijken, jongeren die criminele klussen moeten opknappen, drugsafval in natuurgebieden en hoeders van de rechtsstaat die bewaakt en beveiligd moeten worden. Dit is de wissel die georganiseerde criminaliteit op het dagelijks leven van Nederlanders trekt.

Dit kabinet heeft meer dan ooit geïnvesteerd in de strijd tegen georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. In korte tijd is met structurele financiering een stevige, gezamenlijke aanpak ontwikkeld over de hele linie: lokaal, regionaal, landelijk en internationaal. De eerste resultaten van deze intensivering zijn zichtbaar, zoals ik in deze brief uiteenzet. Maar de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit heeft gedurende decennia uit kunnen groeien tot een aanhoudende dreiging met grote impact op de samenleving. En om deze dreiging duurzaam terug te dringen, is het van groot belang dat de geïntensiveerde aanpak met grote urgentie en lange adem wordt doorgezet.

We hebben immers te maken met criminelen voor wie afpersing, intimidatie en moorden bij het bedrijfsmodel horen. Verschillende incidenten hebben de afgelopen tijd laten zien dat onze nationale veiligheid onder druk staat. En ook achter ogenschijnlijk kleine criminaliteit, zoals de dealer in de straat, gaat een wereld van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit schuil. Dit is geen ver-van-mijn-bed-show meer, want de manier waarop de onderwereld binnendringt in onze eigen wereld is ingrijpend en raakt ons allemaal. De impact op de samenleving is goed te zien in «Vizier op georganiseerde misdaad 2023»1. Eén van de grote opdrachten van het kabinet is daarom ook de strijd tegen georganiseerde, ondermijnende criminaliteit.

De afgelopen jaren heeft het kabinet, samen met alle partners, goede stappen gezet om onze democratische rechtsstaat te beschermen en tegen te gaan dat drugscriminelen steeds machtiger worden. We hebben in eigen land en daarbuiten de aanpak van de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit ontwikkeld, die draait om voorkomen, verstoren, bestraffen en beschermen. We voorkomen dat criminelen mensen kunnen ronselen. We verstoren criminele netwerken en handels- en geldstromen, we bestraffen gepakte daders effectief en we beschermen potentiële slachtoffers. Dit doen we samen met heel veel professionals. Denk bijvoorbeeld aan douaniers, belastingambtenaren, politieagenten, jongerenwerkers, leraren, rechters, ondernemers en bestuurders. Met de samenhangende aanpak sluiten we georganiseerde, ondermijnende criminaliteit van alle kanten in. Criminelen zitten niet stil en gaan op zoek naar andere manieren en wegen. Daarom moeten we goed weten wat er werkt en wat niet. We moeten kunnen inspelen op de veranderende werkwijzen van criminelen. We leren van de resultaten, wat werkt breiden we uit en wat minder goed werkt, passen we aan of stoppen we.

Hiermee staat de basis voor een duurzame, integrale en adaptieve aanpak. Maar de betrokken professionals redden het niet zonder de hulp van de samenleving.

Betrokkenheid en verontwaardiging van burgers is nodig om deze criminaliteit terug te kunnen dringen. Alleen samen kunnen we ervoor zorgen dat we georganiseerde criminaliteit terugdringen en ons land veiliger maken. Het is niet makkelijk en er is echt tijd voor nodig, maar het kan.

In deze halfjaarbrief informeer ik uw Kamer over de voortgang van de gezamenlijke aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Eerst ga ik in op de basis van onze aanpak. Daarna ga ik per inhoudelijk spoor van de aanpak in op een aantal belangrijke resultaten. Om de brief overzichtelijk te houden zijn niet alle resultaten opgenomen. In de Rapportage aanpak ondermijnende criminaliteit bij de volgende halfjaarbrief worden de resultaten over de hele linie weer in beeld gebracht. In de bijlage is een overzicht te vinden van de voortgang met betrekking tot de moties en toezeggingen. Daarnaast wordt bij deze brief ook de beleidsreactie meegezonden op het WODC-rapport «Onbedoeld Ondermijnen».

Voortzetting krachtige en gezamenlijke aanpak

De strijd tegen georganiseerde, ondermijnende criminaliteit vraagt om een lange adem. Het is een strijd die we krachtiger en steeds effectiever willen voeren. In de eerste plaats door alle politiemensen, douaniers en talloze andere professionals die dagelijks in de frontlinie staan beter in staat te stellen hun werk te doen. Daarvoor helpt het enorm als er een gedeeld beeld is van de problematiek, een gedeeld beeld van wat de aanpak oplevert, én dat geïdentificeerde knelpunten worden weggenomen. In onze brede aanpak ligt de nadruk daarom op deze drie elementen.

Gedeeld beeld van de problematiek en de aanpak

Een gedeeld beeld van de problematiek is belangrijk, zodat partners in de ondermijningsaanpak vanuit een gedeeld vertrekpunt keuzes maken en in samenhang prioriteiten stellen. Het Strategisch Kennis Centrum (SKC) is opgericht om strategische dreigingsbeelden te maken die richtinggevend zijn voor de gezamenlijke ondermijningsstrategie. Op dit moment worden de trends en ontwikkelingen in de georganiseerde criminaliteit in beeld gebracht, waarbij wordt gekeken naar de manier waarop zij verweven zijn met elkaar en inwerken op Nederland en het Nederlandse veiligheidsdomein. Dit zal stapsgewijs opbouwen tot één integraal dreigingsbeeld, met strategische waarde voor de partners in de aanpak van de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit.

Een gedeeld beeld van wat de aanpak oplevert, is belangrijk om te beoordelen of we met elkaar de juiste dingen doen. Ondermijning is veelkoppig, een grotendeels verborgen fenomeen en is niet eenvoudig te doorgronden. Het is daardoor nooit precies vast te stellen hoe groot het directe effect van de aanpak is. Het is een complex vraagstuk, waarin we stap voor stap voortgang boeken. Bij mijn halfjaarbrief aan uw Kamer van afgelopen mei heb ik voor het eerst de Rapportage aanpak ondermijnende criminaliteit gevoegd. Daarin is op een rij gezet welke middelen, activiteiten en resultaten bijdragen aan de versterking van de aanpak. Door een verdere verrijking van de rapportage wil ik steeds scherper in beeld brengen wat de resultaten en effecten van de gezamenlijke aanpak zijn.

Bij deze verrijking betrek ik inzichten en kennis vanuit de partners en de wetenschap. Bijvoorbeeld de notie dat het verbeterde zicht gebaseerd zal moeten zijn op een goede mix van kwantitatieve en kwalitatieve informatie. Niet alle relevante ontwikkelingen kunnen in meetbare cijfers worden uitgedrukt. Ook ervaringen van professionals geven een goede aanvullende duiding op ontwikkelingen. Zij weten bij uitstek hoe de aanpak ervoor staat en welke ontwikkelingen er spelen.

Een onderdeel van de uitwerking is een inventarisatie van de verschillende informatiebronnen die het zicht op de ondermijningsopgave kunnen vergroten. Hierbij wordt bijvoorbeeld ook een feitelijke analyse naar ondermijning betrokken die door het Informatie-analyseteam – een samenwerking tussen mijn ministerie, politie en CBS – is uitgevoerd.2

Wegnemen van knelpunten

Tot slot nemen we knelpunten weg waar partners stelselmatig tegenaan lopen. Zo liggen belangrijke randvoorwaarden voor de aanpak in de mogelijkheden op het gebied van gegevensdeling. De inventarisatie die naar aanleiding van de motie van het lid Michon-Derkzen c.s. is uitgevoerd, heeft laten zien hoe breed dit onderwerp onder de partners leeft en hoe belangrijk het is dat dit goed geregeld is voor een effectieve integrale bestrijding van de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit.3 Daarnaast heeft het laten zien hoe divers, en bovenal complex, de problematiek is binnen gegevensdeling. Om tot zorgvuldige afwegingen en effectieve doorbraken te komen rond de thematiek van gegevensdeling heb ik inmiddels een taskforce opgericht. Concreet gaat de JenV-taskforce zich buigen over de complexere casussen met betrekking tot gegevensdeling binnen de ondermijningsaanpak. Daarbij zoekt de Taskforce nadrukkelijk naar oplossingsrichtingen die breed toepasbaar zijn. In de vorige Halfjaarbrief heb ik de Kamer geïnformeerd over de prioritaire thema’s binnen gegevensdeling. De taskforce zal twee van deze geprioriteerde thema’s met voorrang oppakken. Het gaat om vroegsignalering in de preventieve aanpak, waaronder het delen van informatie tussen het sociaal domein en het veiligheidsdomein, en om gegevensdeling in de aanpak van drugssmokkel via logistieke knooppunten, waarbij onder andere aandacht is voor knelpunten van uiteenlopende aard waaronder publiek-private gegevensdeling. Een ander belangrijk initiatief dat bijdraagt aan betere informatiedeling tussen partners bij logistieke knooppunten, is dat het Ministerie van Financiën momenteel werkt aan het Wetsvoorstel Gegevensdeling Douane met Politie, Koninklijke Marechaussee, de fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) en Financial Intelligence Unit Nederland (FIU-Nederland) om informatiedeling tussen Douane en ketenpartners te verruimen.

Ook als het gaat om informatie over netwerken van veroordeelde criminelen worden stappen gezet om laagdrempelig gegevens te delen. In detentie kan veel informatie over criminelen en hun netwerken gewonnen worden. Om optimaal gebruik te maken van de beschikbare informatie wordt de Detentie Intelligence Unit (DIU) opgericht. Binnen dit orgaan kunnen gegevens direct gedeeld worden tussen partners zonder te worden gehinderd door knelpunten. De DIU heeft afgelopen half jaar vorm gekregen, waarbij het inrichtingsplan is gefinaliseerd.

Aanpak langs vier sporen: voorkomen, verstoren, bestraffen, beschermen

Op bovenstaande basis krijgt de gezamenlijk aanpak steeds krachtiger vorm. Hieronder leg ik de focus op een aantal belangrijke resultaten die behaald zijn binnen de inhoudelijke sporen van de aanpak, en het effect hiervan op de samenleving.

1. Voorkomen

We voorkomen dat criminelen de rechtsstaat kunnen ondermijnen. Het is ontzettend belangrijk dat zware criminelen geen voet aan de grond kunnen krijgen bij jongeren, ondernemers of andere personen die voor hen interessant zijn. Alleen dan kunnen we als samenleving een halt toeroepen aan deze criminaliteit en het daadwerkelijk terugdringen. Hieronder geef ik een impressie van de voortgang met betrekking tot het voorkomen dat kwetsbare jongeren terechtkomen of afglijden in de criminaliteit, het verhogen van de weerbaarheid van private ondernemers en van medewerkers binnen de overheid, en het terugdringen dat drugs wordt gebruikt of kan worden verkregen.

Voorkomen dat kwetsbare jongeren terechtkomen of afglijden in de criminaliteit

Voor jongeren die terechtkomen in de criminaliteit, al dan niet gerekruteerd door criminele netwerken, is het (steeds) lastiger om er weer uit te komen. Zo worden zij mankracht voor -en tegelijk slachtoffer van- de georganiseerde criminaliteit. Een deel van deze jonge aanwas blijft actief in het (drugs)milieu en ontwikkelt zich tot de nieuwe generatie beroepscriminelen. Vlak voor de zomer heb ik u over de laatste stand van zaken geïnformeerd met betrekking tot de brede preventieaanpak, met als doel nieuwe aanwas van jongeren en jongvolwassen in de kwetsbare gebieden van Nederland te stoppen4. Hiermee brengen we gedragsverandering teweeg bij jongeren die kwetsbaar zijn om in de criminaliteit terecht te komen, zodat zij geen jonge aanwas worden of uit de criminaliteit weten te ontsnappen. Jongerenwerkers en jeugdcoaches doen dat door 24/7 beschikbaar te zijn voor jongeren in een kwetsbare positie én jongeren die al criminele feiten hebben gepleegd. Zij helpen hen om hun kansen te pakken en talenten te ontplooien. Politie en het OM doen dat door nauwer samen te werken aan het zo effectief mogelijk afdoen van strafbare feiten, zodat het criminele pad nog minder aantrekkelijk wordt. De jeugdreclassering doet dat met Straatkracht, een intensief traject voor de verharde, moeilijke bereikbare doelgroep, om de kans op recidive van jongeren tussen de 12 en 23 jaar te verkleinen. Met deze (en meer) interventies, inspanningen en activiteiten zijn we dit jaar van start gegaan. Maar we zijn er nog niet. We hebben een lange weg te gaan, waarbij we continu bouwen, leren en de aanpak verder aanscherpen. Dit doen we samen met gemeenten en justitiepartners uit de lokale en regionale praktijk. Vanaf volgend jaar laten we zien hoeveel jongeren er bereikt zijn met de interventies en welk resultaat daarbij hoort.

Vergroten weerbaarheid private ondernemers

Een ander belangrijk onderdeel van voorkomen is het vergroten van de weerbaarheid van private ondernemers. Criminelen kunnen ondernemers ernstig onder druk zetten en dit kan gevaarlijke situaties opleveren, voor de ondernemer zelf en voor de werknemers. De georganiseerde, ondermijnende criminaliteit bedreigt ondernemers, of er wordt geld geboden voor het leveren van bepaalde goederen of diensten, waarna zij niet meer uit dit criminele milieu kunnen stappen. De impact die dit heeft op de desbetreffende bedrijven, maar ook op de samenleving als geheel, is groot. Ik heb samen met publieke en private partners het actieprogramma Veilig Ondernemen 2023–2026 ontwikkeld, dat nu wordt uitgevoerd. Een onderdeel van het actieprogramma is het ontwikkelen van barrièremodellen. Het afgelopen half jaar zijn nieuwe barrièremodellen opgeleverd voor de transportsector en voor vakantieparken die ervoor zorgen dat private en publieke partijen barrières kunnen opwerpen om het proces van criminele organisaties te frustreren.

Een ander mooi resultaat is het verlengen van de succesvolle pilot met een vertrouwenspersoon veilig buitengebied bij de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie, omdat het goed lukt om signalen, meldingen én casuïstiek van ondermijnende (drugs)criminaliteit en onveiligheid binnen te krijgen. Inmiddels financiert mijn ministerie ook een vertrouwenspersoon in de recreatiebranche en een gesprek met de vastgoedbranche voor een vertrouwenspersoon is gaande.

De Platforms Veilig Ondernemen (PVO’s) zijn inmiddels organisatorisch op orde en komen inhoudelijk op stoom. De platforms helpen ondernemers zich te weren tegen verschillende vormen van criminaliteit. Een resultaat hiervan is bijvoorbeeld dat het PVO Brabant-Zeeland in de eerste helft van 2023 tien jachthavens geholpen heeft hun weerbaarheid te vergroten. PVO Midden-Nederland organiseerde afgelopen juni in acht gemeenten een regionale actieweek Transport en Logistiek, waarbij 55 bedrijfsbezoeken zijn verricht en 280 preventieve gesprekken bij transportbedrijven (en met vrachtwagenchauffeurs) gevoerd. De focus lag hierbij op risico’s in de branche en hoe ze zich daartegen kunnen weren.

Aanpak corruptie binnen de overheid

De overheid beschikt over veel gegevens en waardevolle processen die criminele organisaties kunnen misbruiken. Dit maakt de overheid een aantrekkelijk doelwit voor de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Het is daarom absoluut urgent dat we de bewustwording op dit vlak vergroten. We zijn de vrijblijvendheid voorbij.

Het besef dat corruptie overal aanwezig kan zijn moet naar een hoger plan getild worden. Zoals toegezegd aan uw Kamer tijdens de begrotingsbehandeling op 17 november 2022, wordt rijksbreed in kaart gebracht waar de overheid corruptie- en integriteitsrisico’s loopt en wat daarbij risicovolle functies en werkprocessen zijn. Met de uitkomsten zullen de verantwoordelijke bestuurders passende beheersmaatregelen nemen. Inmiddels zijn al een aantal maatregelen genomen daar waar kwetsbaarheden zijn aangetroffen.

De aanpak van corruptie maakt verder ook onderdeel uit van de inspanningen in het kader van de aanpak op logistieke knooppunten. Deze knooppunten zijn namelijk fysiek aantrekkelijk voor criminele organisaties in het kader van drugshandel. Met deze integrale aanpak zorgen we ervoor dat Nederland steeds weerbaarder is tegen corruptie en versterken daarmee de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit.

Terugdringen vraag en aanbod drugs

De drugsgebruiker kan door te stoppen met het gebruiken van drugs een belangrijke rol spelen in het voorkomen van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Zonder vraag geen aanbod. Het gebruik houdt een gewelddadige, criminele industrie in stand met alle gevolgen voor burgers van dien.

In het fotoboek «Onder Invloed» wordt de impact van drugscriminaliteit indringend in beeld gebracht.5 Dit kabinet zet, mede in deze context, in op het terugdringen en ontmoedigen van drugsgebruik in Nederland. Waarbij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zich primair richt op de vraag naar drugs en ik mij primair richt op het terugdringen van het aanbod van drugs.

Drugsgebruik is niet normaal en past niet bij een gezonde leefstijl. We weten dat veel gemeenten willen inzetten op het ontmoedigen van drugsgebruik. Maar ook dat ze worstelen met hoe ze de doelgroep bereiken, welke boodschap bij hen aanslaat en hoe ze ervoor zorgen dat ze mensen niet extra nieuwsgierig maken naar drugsgebruik. Om gemeenten hierbij te helpen is een Modelplan Drugsbeleid in ontwikkeling bij Trimbos. De Staatssecretaris van VWS zal uw Kamer hieromtrent en over de bredere inzet op drugspreventie informeren in zijn periodieke drugs-preventiebrief.

Voor een effectieve aanpak is het belangrijk om het drugsgebruik in Nederland, gedurende een langere periode, nog scherper in beeld te krijgen. Daarom hebben we het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Trimbos Instituut gevraagd onderzoek te doen naar drugsresten in het rioolwater. Naar aanleiding van lokaal rioolwateronderzoek in Leeuwarden en Rotterdam vroeg uw Kamer tijdens het commissiedebat criminaliteitsbestrijding op 11 oktober jl. (Kamerstuk 29 911, nr. 428) of het mogelijk was dit landelijk uit te rollen. Dat kan zeker en dat gaan we ook doen. In november start het RIVM op twintig representatieve locaties, verspreid door het hele land, met rioolwatermetingen. Het onderzoek is in eerste instantie opgezet als een pilotstudie. Er is gekozen voor een pilot om te bekijken wat op kennis en logistiek gebied de praktische uitdagingen zijn van een dergelijk landelijk onderzoek. De pilot wordt afgerond in november 2024 en ik zal uw Kamer (tussentijds) informeren in een volgende voortgangsbrief.

2. Verstoren

Criminele (internationale) netwerken, machtsstructuren en hun verdienmodellen verstoren en ontmantelen we op allerlei manieren. Door criminelen in het hart van hun netwerk of verdienmodel te raken neemt hun kracht af. Hieronder geef ik een impressie van de voortgang met betrekking tot het verstoren van criminele geldstromen, het verstoren van drugssmokkel in de logistieke havens, het internationaal offensief, de Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit (NSOC) en Outlaw Motorcycle Gangs.

Aanpak criminele geldstromen

Financieel gewin is hét onderliggende motief van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit. Financieel gedreven criminelen kunnen onze rechtsstaat en de integriteit van ons financiële stelsel ernstig ondermijnen. Dit heeft enorme negatieve impact op de samenleving. Ik zet daarom vol in op het verstoren en voorkomen van de criminele geldstromen en op het afpakken van het criminele vermogen, inclusief het maatschappelijk herbestemmen ervan. Het aanpakken van witwassen is in de totaalaanpak van criminele geldstromen een onmisbare schakel.6

Een voorbeeld van het verstoren en voorkomen van criminele geldstromen is het voorstel om een wettelijke mogelijkheid te creëren voor spoedbevriezing van ongebruikelijke transacties. Door spoedbevriezing kan een financiële transactie op verzoek van de FIU-Nederland tijdelijk door een bank worden aangehouden. Nu is dat nog niet mogelijk, waardoor het criminele geld vaak al is weggesluisd voordat de FIU-Nederland onderzoek heeft kunnen doen, en de opsporing vervolgens beslag heeft kunnen leggen.

Voor het afpakken van het criminele vermogen wordt gewerkt aan een verruiming van de juridische mogelijkheden. De Raad van State heeft inmiddels een advies uitgebracht over het voorstel voor een Wet confiscatie criminele goederen dat voorziet in een non-conviction based confiscation procedure en met dat advies ben ik nu aan de slag. Hierbij kijken we nadrukkelijk naar de verhouding met de Europese confiscatierichtlijn die hier ook op ziet en nu in ontwikkeling is. Om met het afgepakte criminele vermogen ook breder maatschappelijk uit te stralen dat misdaad niet loont, werken we verder aan pilots maatschappelijk herbestemmen. Het eerste resultaat is een leerwerkplaats in Schiedam waar kwetsbare jongeren de kans krijgen om op praktische wijze vakkennis op te doen om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Het project is gedeeltelijk gefinancierd uit de verkoopopbrengst van panden die zijn afgepakt van criminelen in diezelfde wijk. Daarnaast worden een aantal slaapzakken, die werden gebruikt door uithalers van drugs in de haven van Rotterdam, herbestemd door deze te schenken aan de Rotterdamse Pauluskerk die hulp biedt aan onder meer dak- en thuislozen.

Drugssmokkel via mainports terugdringen

Een aanzienlijk deel van de cocaïne die bestemd is voor de Europese markt komt via Nederlandse logistieke knooppunten ons continent binnen. We kunnen drugscriminelen in het hart van hun verdienmodel raken door het verstoren van drugssmokkel via logistieke knooppunten. In mijn brief van 4 november 2022 heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn plan van aanpak. Hieronder ga ik in op een aantal aansprekende resultaten.

Rond Schiphol richten criminelen zich onder anderen op studenten van colleges waar opleidingen worden aangeboden gericht op werken op de luchthaven. Zij worden al tijdens of vlak na het afronden van hun opleiding verleid om mee te werken aan drugssmokkel via de luchthaven. Via een op maat gemaakt lespakket dat het publiek-private anti-ondermijningsprogramma Sterke Luchthaven heeft ontwikkeld, leren studenten nog vóór zij stage gaan lopen signalen van ondermijning te herkennen, krijgen ze een handelingsperspectief geboden en worden zij zodoende weerbaar gemaakt. Zo moet het voor criminelen steeds lastiger worden hulp van binnenuit te rekruteren. In Rotterdam zijn door middel van het gebruik van een trainingscontainer 5.000 havenmedewerkers getraind. Het bieden van een handelingsperspectief voor havenmedewerkers die benaderd worden door criminelen is een cruciaal aspect van de training. Inmiddels wordt de trainingscontainer ook in andere havens ingezet. In de sierteeltsector is veel aandacht voor zichtbaarheid van maatregelen en het betrekken van sector. Denk daarbij aan meer zichtbare ANPR-camera’s, getrainde bedrijfsbeveiliging en meer integrale controles, waarbij ook het gesprek wordt aangegaan. Dit moet onder andere bijdragen aan een hogere meldingsbereidheid. In het Noordzeekanaalgebied worden 56 extra ANPR-camera’s geplaatst. Op die manier wordt het toezicht in het gebied substantieel versterkt, zodat signalen van drugssmokkel eerder onderkend en beter onderzocht kunnen worden. Bij de havens in Zeeland-West Brabant wordt gezamenlijk ingezet op fysieke en sociale maatregelen, zoals een slim hekwerk, biometrische toegang en trainingen voor havenpersoneel.

Internationaal offensief

Criminele netwerken handelen in binnen- én buitenland en daarom hebben de Minister van Buitenlandse Zaken en ik -samen met de Nederlandse operationele partners- een internationaal offensief ingezet.7 Met het internationale offensief verstoren en ontmantelen we de wereldwijd vertakte criminele netwerken, machtsstructuren en verdienmodellen.

In dat kader doe ik een aantal investeringen met betrekking tot het voorkomen van drugsstromen naar Nederland vanuit de bron- en transitlanden in Latijns-Amerika en de Cariben («upstream disruption»). Zo investeer ik in voorzieningen en extra capaciteit bij de Douane, zodat scanbeelden uit Latijns-Amerika naar Nederland kunnen worden verstuurd om hier geanalyseerd en vergeleken te worden. Hierdoor kunnen verdachte containers al in een vroeg stadium worden gedetecteerd en nog voor vertrek of voor aankomst in Nederland worden tegengehouden. Momenteel loopt hiervoor een pilot van de Douane met Brazilië, waarbij wordt opgetrokken met de Belgische douane. Daarnaast is sinds eind oktober van dit jaar op Bonaire een nieuw vaartuig opgeleverd ten behoeve van maritiem optreden van de Koninklijke Marechaussee en het Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN). Versterken van maritieme mogelijkheden van beide diensten draagt bij aan het tegengaan van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit op Bonaire. Ook heeft Nederland zich aangesloten bij het capaciteitsopbouwprogramma EL PAcCTO 2.0 van EU-lidstaten Spanje, Frankrijk, Italië en Portugal en Latijns-Amerikaanse en Caribische landen dat op 21 november 2023 is overeengekomen met de Europese Commissie. Doel is onder meer om de landen in de regio te ondersteunen bij het weerbaar maken van hun logistieke knooppunten, waarvan wij beogen dat dit bijdraagt aan de «upstream disruption» van drugs zodat zij Nederland niet bereiken. Nauwere samenwerking tussen Nederlandse diensten en bron-en transitlanden heeft er vorig jaar bijvoorbeeld al toe geleid dat meer drugs met bestemming Nederland is afgevangen in het buitenland dan in de jaren ervoor. In dat kader heeft de Douane in oktober een douaneverdrag ondertekend met Ecuador die de douanediensten van beide landen in staat stelt informatie uit te wisselen om drugssmokkel aan te pakken.

Ook worden er inspanningen geleverd om de justitiële samenwerking met diverse aandachtslanden voor zowel drugs als criminele geldstromen te versterken. Zo voeren het Koninkrijk der Nederlanden en Colombia momenteel onderhandelingen die inmiddels hebben geleid tot overeenstemming op ambtelijk niveau over een bilateraal uitleveringsverdrag en worden de gesprekken voortgezet om ook te komen tot een bilateraal rechtshulpverdrag. Een ander resultaat is een rechtshulp- en uitleveringsverdrag met de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) dat in werking is sinds 1 augustus 2023. Hierdoor kunnen de opsporingsdiensten van beide landen sneller reageren op elkaars verzoeken. Op 25 oktober jl. ben ik naar de VAE afgereisd en heb ik een Memorandum of Understanding (MoU) ondertekend samen met de Minister van Binnenlandse Zaken van de VAE om de samenwerking op veiligheidsterrein verder te intensiveren, in het bijzonder de aanpak van witwassen en ondergronds bankieren. Er wordt structureel extra geld geïnvesteerd in de internationale rechtshulpketen om er vervolgens voor te zorgen dat extra zaken en rechtshulpverzoeken kunnen worden opgepakt. Het gaat hierbij om ca. 4 miljoen euro per jaar, verdeeld over het Ministerie van Justitie en Veiligheid, het Openbaar Ministerie, Nationale Politie en de Koninklijke Mareschaussee.

Tot slot constateer ik dat de Nederlandse deelname aan de coalitie van zes landen (met België, Duitsland, Franrijk, Italië en Spanje) vruchten afwerpt. Zo heeft de Commissie op 18 oktober jl. een routekaart tegen drugshandel uitgebracht die concrete acties uiteenzet voor de periode 2024–2025. Deze routekaart is zowel qua timing als inhoudelijk ingegeven door de ministeriële verklaring van de zes coalitielanden op 5 juni jl.8, waarin zij de Europese Commissie hebben opgeroepen tot snelle maatregelen voor het onder andere weerbaarder maken van de logistieke knooppunten in de Europese Unie. Het BNC- fiche heeft uw Kamer op 24 november jl. ontvangen.9

De Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit

Conform het actieplan van NSOC10, heeft NSOC de afgelopen periode een aanpak ontwikkeld met als doel het tegengaan van witwassen door middel van illegale handel in goud. Een witwasmethode waar tot op heden in Nederland weinig zicht op was, maar waar internationale professionele witwasnetwerken achter schuilgaan. Dit heeft geleid tot een mix van interventies die in gezamenlijkheid ervoor zorgen dat het gebruik van illegaal goud in Nederland voor witwassen ernstig wordt verstoord. Denk bijvoorbeeld aan verscherpte controles door de Douane, samenwerking met Suriname als één van de bron- en transitlanden binnen de malafide goudhandel en de oprichting van een Europese Taskforce onder de vlag van Europol.

Outlaw Motorcycle Gangs

We blijven actief handhaven op verboden Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) en voortzettingsvormen daarvan. Ondanks enkele civiele verboden zijn OMG’s nog steeds actief en daarom blijft het essentieel zicht te houden op en het verstoren van hun ondermijnende activiteiten. We bieden hen geen vrijplaats om zo de maatschappij te beschermen tegen hun intimiderende gedrag en tegen zware ondermijnende activiteiten zoals drugssmokkel, mensenhandel, excessief geweld en afpersing. In 2023 zijn diverse clubhuizen gesloten van verboden OMG’s en heeft het OM in augustus een verzoekschrift ingediend om de Hardliners Motorclub te verbieden.

3. Bestraffen

Bij een effectieve aanpak van georganiseerde criminaliteit hoort ook de effectieve inzet van het strafrecht. Het bestraffen van criminelen is belangrijk om een duidelijk signaal af te geven dat dit type criminaliteit op geen enkele wijze wordt getolereerd in onze samenleving. De afgelopen periode heb ik sterk ingezet op het versterken van de strafrechtelijke aanpak. De zoektocht naar de relevante onderdelen van de Italiaanse aanpak heeft tot nieuwe plannen en ambities geleid11, maar vooral ook laten zien dat we goede stappen in de juiste richting aan het zetten zijn. Hieronder ga ik specifiek in op de resultaten met betrekking tot de uithalerswet.

Uithalerswet

Uithalers vervullen een belangrijke schakel in de handel van drugs via onze lucht- en zeehavens. Om dit type criminaliteit te voorkomen, is onbevoegde aanwezigheid op de havens sinds 2022 strafbaar gesteld. Een mooi resultaat is dat sinds de strafbaarstelling honderden uithalers hiervoor opgepakt zijn en een groot deel van hen is veroordeeld tot taakstraffen en (voorwaardelijke) gevangenisstraffen.Ook heeft de wet bijgedragen aan een beter beeld van de problematiek, waardoor de aanpak effectiever kan worden vormgegeven. Aan de cijfers is onder andere te zien dat er een daling is van het aantal uithalers die in de herhaling vallen.

Ik heb uw Kamer toegezegd om een stand van zaken omtrent deze strafbaarstelling te geven en de vraag te beantwoorden of een eventuele wijziging in de wettelijke strafmaat noodzakelijk is. In de jurisprudentie wordt duidelijk dat voor first offenders een taakstraf, gecombineerd met een voorwaardelijke gevangenisstraf momenteel als voldoende passend wordt geacht.12 Gelet op de arresten van het Gerechtshof en op het feit dat de wet nog geen twee jaar van kracht is, is het op dit moment verder verhogen van de strafmaat niet opportuun. Uiteraard houd ik nauwgezet de verdere ontwikkelingen in de praktijk en de jurisprudentie in de gaten en blijf ik hierover met de partners in gesprek. Uit de tot nu toe gevoerde gesprekken met de strafrechtketenpartners komt duidelijk naar voren dat de intenties van de wetgever goed op het netvlies staan.13 De betrokken partners doen er alles aan om, waar mogelijk, de criminele netwerken achter de uithalers zo effectief mogelijk aan te pakken. Naast het afschrikwekkend effect van de wettelijke strafmaat kan het vergroten van de pakkans bijdragen aan een verdere terugdringing van de uithalersproblematiek. Daarom blijf ik met de partners de komende periode manieren zoeken om daar verder op in te zetten.

4. Beschermen

Onze nationale veiligheid staat onder druk. Personen die zich inzetten voor de rechtsstaat, zoals rechters, advocaten, journalisten en burgemeesters, moeten veilig hun werk kunnen doen. Het kabinet vindt het van groot belang om deze mensen te beschermen. Allereerst door hen en de organisaties waarin zij werken weerbaarder te maken. En als dat nodig is, bieden we fysieke bescherming in de vorm van bewaken en beveiligen.

4a. Weerbaar bestuur

Ik werk samen met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de partners van het Netwerk Weerbaar Bestuur aan een weerbaar decentraal bestuur en weerbare decentrale overheidsorganisaties. Deze inzet krijgt vorm in het programma Weerbaar Bestuur. Uw Kamer wordt separaat geïnformeerd over de voortgang van dit programma.

4b. Bewaken en beveiligen

Zoals in vorige voortgangsbrieven gemeld, wordt het stelsel bewaken en beveiligen vernieuwd. In de brief van 26 oktober jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over het uitgewerkte plan van aanpak van de transitie naar het nieuwe stelsel en de eerste stappen die daarin zijn gezet.14

Tot slot

Samen met het gehele kabinet en onze partners hebben we een aanpak ontwikkeld die draait om voorkomen, verstoren, bestraffen en beschermen. Voorgaande selectie van resultaten biedt inzicht in de resultaten van onze aanpak, en maakt daarnaast ook duidelijk dat georganiseerde, ondermijnende criminaliteit een enorme impact heeft op onze samenleving en dat de betrokkenheid van burgers nodig is in de bestrijding ervan. De strijd vraagt ook om een lange adem. De gezamenlijke aanpak krijgt steeds effectiever en krachtiger vorm. Bij de volgende halfjaarbrief zal ik met de verrijkte Rapportage aanpak ondermijnende criminaliteit weer uitvoeriger in beeld brengen wat de resultaten en effecten van de gezamenlijke aanpak over de hele linie zijn.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
3

Kamerstuk 29 911, nr. 365.

X Noot
4

Kamerstuk 28 741, nr. 106.

X Noot
6

Op 25 september 2022 heeft het kabinet de prioriteiten voor de komende tijd geïdentificeerd in de beleidsagenda aanpak witwassen (Kamerstuk 31 477, nr. 80).

X Noot
7

Kamerstuk 29 911, nr. 355

X Noot
9

Kamerstuk 22 112, nr. 3842

X Noot
10

De operationele focus in het actieplan is naast witwassen met goud nog gericht op 3 andere thema’s: de aanpak van logistieke en financiële dienstverleners en de aanpak op geweld en niet-ambtelijke corruptie.

X Noot
11

Kamerbrief 29 911, nr. 423.

X Noot
12

De in augustus gepubliceerde Richtlijn voor strafvordering 138aa Sr van het OM (Stcrt. 2023, nr. 22687) brengt het hof niet tot een ander oordeel (ECLI:NL:GHDHA:2023:1818).

X Noot
13

Hiermee geef ik uitvoering aan de motie van het lid Michon (Kamerstuk 29 911, nr. 400) om in gesprek te gaan met de organisaties in de strafrechtketen om de intenties van de wetgever bij de uithalerswet onder de aandacht te brengen.

X Noot
14

Kamerstuk 29 911, nr. 426.

Naar boven