29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

Nr. 390 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 maart 2023

De afschuwelijke moorden op de broer, advocaat en vertrouwenspersoon van de kroongetuige in het Marengo-proces staan in ons geheugen gegrift. Nederland werd opgeschrikt door de daden van nietsontziende criminelen.

Mijn voorganger heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid in 2021 gevraagd in een onderzoek na te gaan welke lessen getrokken kunnen worden uit de beveiligingssituaties van de broer, de toenmalig advocaat en de vertrouwenspersoon van de kroongetuige in het Marengo-proces.1 Het is belangrijk dat er genoegdoening komt voor de nabestaanden door de daders strafrechtelijk te vervolgen en via dit onderzoek duidelijkheid te scheppen over de periode in aanloop naar de drie moorden.

Afgelopen jaren heeft het kabinet al stevige verbeteringen ingezet en investeringen gedaan om het stelsel van bewaken en beveiligen te verstevigen en toekomstbestendig te maken.2 De toegenomen dreiging, specifiek uit de georganiseerde criminaliteit, maakt dat het aantal personen en objecten dat langdurig – soms zelfs vele jaren – intensief bewaakt en beveiligd wordt fors toegenomen is. Daarom zijn er sinds 2021 miljoenen extra geïnvesteerd zodat er meer capaciteit komt om mensen te bewaken en beveiligen, staat de te beveiligen persoon nu meer centraal en wordt er gewerkt aan beveiligingsmaatregelen op maat.3

Vandaag op 1 maart heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid het onderzoek «Bewaken en beveiligen, lessen uit drie beveiligingssituaties» gepubliceerd. Hierbij bied ik uw Kamer het onderzoeksrapport aan. Het kabinet bedankt de Onderzoeksraad voor Veiligheid voor de grondige analyse en aanbevelingen en onderschrijft de urgentie die het onderzoeksrapport uitdraagt. De toegenomen dreiging, permanente druk op het stelsel bewaken en beveiligen en de aanbevelingen van de Onderzoeksraad zullen gezamenlijk moeten leiden tot verdere hervorming van het stelsel.

Conform het verzoek van uw Kamer, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 7 februari 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 49, Regeling van Werkzaamheden), zal ik binnen maximaal zes tot acht weken de kabinetsreactie aan uw Kamer doen toekomen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yesilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstuk 35 570 VI, nr. 121.

X Noot
2

Kamerstuk 29 911, nrs. 335, 336, 347 en 378.

X Noot
3

Kamerstuk 29 911, nrs. 300, 336, 347 en 378.

Naar boven