Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 februari 2022
Tijdens het Commissiedebat georganiseerde criminaliteit en ondermijning op 27 januari
2022 hebben mevrouw Michon-Derkzen (VVD) en de heer Van Nispen (SP) gevraagd hoe het
staat met de aangehouden advocaat Youssef T. en wat er vanuit de advocatuur zelf is
ondernomen richting deze advocaat. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft tijdens
het debat aangegeven deze vragen naar mij door te geleiden. Met deze brief reageer
ik op uw vragen.
Op 8 oktober 2021 is Youssef T., de advocaat van Ridouan T., aangehouden in de Extra
Beveiligde Inrichting in Vught op verdenking van deelneming aan een criminele organisatie.
Uw Kamer is hierover bij brief van 8 oktober geïnformeerd.1 Sindsdien zit de advocaat in voorlopige hechtenis en deze is op 20 januari jl. verlengd.
Gelet op de rol en de positie van de advocatuur in onze samenleving vindt het toezicht
op advocaten onafhankelijk van de Staat plaats. Daarbij hoort ook dat ik in beginsel
terughoudend ben bij het reageren op een individuele casus.
Op grond van artikel 60ab, tweede lid, van de Advocatenwet kan een advocaat, op verzoek
van de toezichthouder, met onmiddellijke ingang worden geschorst in de praktijkuitoefening
wanneer de advocaat zich in voorlopige hechtenis bevindt. De duur van de schorsing
is gelijk aan de duur van de voorlopige hechtenis. Voor zover mij bekend is geen verzoek
ingediend.
Ik heb van de Nederlandse orde van advocaten (NOvA) vernomen dat de NOvA tegen Youssef
T. een klacht heeft ingediend op grond van artikel 46c van de Advocatenwet bij de
deken Midden-Nederland. Deze klacht zal worden behandeld overeenkomstig de bepalingen
uit de Advocatenwet.
Ook heb ik inmiddels van de NOvA vernomen dat Youssef T. vrijdag 4 februari jl. op
eigen verzoek is geschrapt van het tableau. Dat betekent dat hij geen advocaat meer
is.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind