29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

Nr. 274 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2020

Er is met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) om informatie verzocht inzake de Financial Intelligence Unit-Nederland (hierna: FIU-Nederland).

In verband met de (gedeeltelijke) openbaarmaking van documenten over de FIU-Nederland, wil ik uw Kamer attenderen op dit besluit (zie bijlage)1. De (gedeeltelijk) openbaar gemaakte documenten zijn te vinden bij het besluit op rijksoverheid.nl.

Voortgang verkenning positionering FIU-Nederland

Bij brief van 23 juli 2019 heb ik uw Kamer bericht over een aantal actuele wijzigingen in de organisatie en werkwijze van de FIU-Nederland.2 Aanleiding hiervoor was dat op basis van gesprekken tussen de FIU-Nederland, de politie en mijn ministerie vraagtekens werden geplaatst bij de wijze en grondslag voor de verstrekking van politiegegevens voor de taak van de FIU-Nederland. Om eventuele onduidelijkheid of onjuistheid te voorkomen, heb ik samen met de FIU-Nederland, de politie, het OM en het Ministerie van Financiën binnen het huidige wettelijke kader een oplossing geïdentificeerd.

In die brief heb ik u voorts bericht dat deze oplossing is doorgevoerd. De FIU-Nederland heeft in de werkprocessen waarborgen ingebouwd om vermenging van taken en oneigenlijk gebruik van bevoegdheden te voorkomen. Aangegeven is ook dat de Auditdienst Rijk hier een audit op zal houden. Ook heb ik aangegeven dat ik de gekozen oplossing als extra toets voorleg aan de Autoriteit persoonsgegevens (AP).

Om ervoor te zorgen dat de medewerkers van de FIU-Nederland de werkzaamheden ook in de toekomst zo goed mogelijk kunnen vormgeven, heb ik tot slot in die brief aangegeven dat ik een verkenning ben gestart naar de toekomstige positionering van de FIU-Nederland.

De aangepaste werkwijze, zoals beschreven in mijn brief, heb ik inmiddels voorgelegd aan de AP. De AP heeft aangegeven voor zichzelf geen rol meer te zien, omdat de nieuwe werkwijze al is ingevoerd. De AP heeft geadviseerd dit te bespreken met de functionaris voor gegevensbescherming. Ik heb een en ander inmiddels besproken met de functionaris voor gegevensbescherming van mijn ministerie en met die van de FIU. Beiden hebben aangegeven zich te kunnen vinden in deze huidige, tijdelijke werkwijze. De functionarissen voor gegevensbescherming bevestigen, zoals al aangegeven in de brief van 23 juli 2019 aan de Kamer, dat het daarbij van belang is dat de werkwijze, die in afwachting van de toekomstige positionering van de FIU-Nederland wordt gehanteerd, met voldoende waarborgen is omkleed, waardoor vermenging van taken en oneigenlijk gebruik van bevoegdheden wordt voorkomen. Dit wordt betrokken bij de audit van de Auditdienst Rijk waarvoor de eerste stappen reeds zijn gezet.

Over de werkwijze op de lange termijn ben ik een verkenning gestart naar de gewenste positionering en wijze van taakuitvoering door FIU-Nederland. Daarbij is het uitgangspunt dat de FIU-Nederland haar taken zo efficiënt en effectief mogelijk ten behoeve van het opsporen en voorkomen van witwassen en financieren van terrorisme kan uitvoeren, vanzelfsprekend met inachtneming van de regels ten aanzien van de bescherming van persoonsgegevens. Momenteel worden verschillende opties om de FIU-Nederland te positioneren in beeld gebracht en uitgewerkt. Hierbij zal ik ook de uitkomsten van de audit door de Auditdienst Rijk betrekken, zodra de resultaten daarvan bekend zijn. Ik zal uw Kamer over de voortgang en uitkomsten van deze verkenning berichten.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Kamerstuk 29 911, nr. 250

Naar boven