29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

Nr. 229 MOTIE VAN HET LID HELDER

Voorgesteld 4 april 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de toenmalige Minister in 2012 een afspraak met de politie en het Openbaar Ministerie heeft gemaakt met als doel dat er meer criminele samenwerkingsverbanden worden aangepakt;

constaterende dat uit het WODC-onderzoek Criminele samenwerkingsverbanden blijkt dat er geen eenduidige registratie is van zogenoemde criminele samenwerkingsverbandenonderzoeken en er tevens sprake is van dubbeltellingen, omdat dezelfde onderzoeken in meerdere jaren kunnen worden meegeteld, met als gevolg dat niet duidelijk is of de doelstelling wordt gehaald;

constaterende dat daarnaast als definitie van «aangepakt» en «aanpakken» wordt gehanteerd dat sprake moet zijn van een lopend opsporingsonderzoek;

van mening dat deze definitie de lading niet dekt en burgers een rad voor ogen wordt gedraaid, omdat ieder weldenkend mens denkt dat met «aangepakt»/«aanpakken» wordt bedoeld dat een crimineel samenwerkingsverband na een strafrechtelijke veroordeling is opgedoekt;

verzoekt de regering, om een deugdelijke definitie te formuleren en te hanteren en tevens ervoor te zorgen dat een eenduidige registratie van zogenoemde criminele samenwerkingsverbandenonderzoeken wordt gehanteerd, zodat de Kamer kan controleren of de Minister de hemzelf opgelegde doelstelling heeft gehaald,

en gaat over tot de orde van de dag.

Helder

Naar boven