29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

Nr. 173 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2017

Hierbij doe ik u, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, de verantwoordingsrapportage aanpak georganiseerde ondermijnende criminaliteit 2016 van het openbaar ministerie en de Politie toekomen1. Deze rapportage geeft een inzicht in de resultaten van de bestrijding van georganiseerde ondermijnende criminaliteit.

In de Veiligheidsagenda 2015–2018 (Kamerstuk 28 684, nr. 412) is als doelstelling opgenomen dat jaarlijks ten minste 950 criminele samenwerkingsverbanden (hierna: csv’s) moeten worden aangepakt door middel van strafrechtelijk onderzoek. Net als in voorgaande jaren is deze doelstelling ruimschoots gehaald: in 2016 is een totaal aantal van 1.369 strafrechtelijke onderzoeken naar csv’s verricht. Daarmee is niet alleen de doelstelling gehaald, maar ook is dit een stijging van ruim 15% ten opzichte van 2015, toen er 1188 onderzoeken werden verricht (Kamerstuk 29 911, nr. 129).

Een belangrijk onderdeel van de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit is het afpakken van crimineel vermogen. Geld is immers een belangrijke drijfveer voor csv’s. Door criminelen in hun portemonnee te raken, maken OM, politie en ketenpartners duidelijk dat misdaad niet loont. Het is daarom goed om te zien dat er in 2016 voor een totaal bedrag van 416,5 miljoen euro strafrechtelijk werd afgepakt. De doelstelling, zoals die in de Veiligheidsagenda is opgenomen, is daarmee ook dit jaar weer gehaald. Dit aanzienlijke afpakresultaat is grotendeels gerealiseerd met een grote transactie met het bedrijf Vimpelcom.

Het zijn wederom mooie resultaten met een stijgende lijn die in deze rapportage worden gepresenteerd. Enige nuance is echter op zijn plaats. Ondanks dat we op de goede weg zijn, hebben we nog niet het resultaat bereikt dat de georganiseerde ondermijnende criminaliteit duurzaam is teruggedrongen. Zoals OM en politie in hun rapportage aangeven, is niet alle georganiseerde ondermijnende criminaliteit voldoende in beeld en kunnen niet alle zaken de aandacht en aanpak krijgen die zij verdienen.

Daarom is het van belang om stevig te blijven inzetten op de integrale aanpak; een aanpak die de inzet vraagt van alle betrokken partijen. Om de noodzakelijke versterking te realiseren hebben de samenwerkende overheidspartijen daarom de Toekomstagenda ondermijning opgesteld (bijlage bij Kamerstuk 29 911, nr. 167). De realisatie van die ambitie zullen we ondersteunen met een ondermijningsfonds van € 100 mln. en een structureel budget van € 10 mln. Daarnaast gaan we onnodige knelpunten bij de aanpak, zoals bij informatiedeling wegnemen, in een ondermijningswet.

Aanpak criminele families

Tot slot ga ik in deze brief nog in op de motie van het lid Van Toorenburg c.s. (Kamerstuk 29 911, nr. 158) over de aanpak van criminele families. Bij de aanpak van ondermijnende criminaliteit is een belangrijke rol weggelegd voor andere partners en instrumenten dan alleen die binnen de justitiële keten. Juist in verband met de sociaal-maatschappelijke inbedding van deze vorm van criminaliteit is (vroegtijdige) beïnvloeding van factoren die een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van «criminele carrières» of het ontstaan van parallelle samenlevingen van belang. De aanpak van criminele families vereist een integrale systeemaanpak gericht op de gehele familie. Dit vraagt om de inzet van verschillende soorten interventies en het aangaan van andere samenwerkingsverbanden, met name in en met het sociale domein. In veel plaatsen in het land zijn integrale projecten gestart die gericht zijn op het aanpakken van crimineel gedrag en het bieden van zorg binnen criminele families. Nog dit jaar vindt een expertsessie plaats met de betrokken projectleiders om een professioneel netwerk op te bouwen en best practices te delen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven