29 910
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee

nr. 4
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER NADIEN GEWIJZIGD

I Voorstel van wet

A. In het voorgestelde artikel I, onderdeel A, is artikel 1, eerste lid, als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt na «elders» ingevoegd: , met uitzondering van fietsen met trapondersteuning .

2. Onderdeel e, dat luidde:

«e. bromfietsen: motorrijtuigen op twee of drie wielen, met een door de constructie bepaalde maximum snelheid van niet meer dan 45 km per uur en uitgerust met een verbrandingsmotor met een cylinderinhoud van ten hoogste 50 cm3 of met een elektromotor, met uitzondering van gehandicaptenvoertuigen. Als bromfiets worden mede aangemerkt vierwielige motorrijtuigen:

a. met een ledige massa van minder dan 350 kg, de massa van de batterijen in elektrische voertuigen niet inbegrepen,

b. met een door de constructie bepaalde maximum snelheid van niet meer dan 45 km per uur, en

c. uitgerust met een verbrandingsmotor met elektrische ontsteking met een cylinderinhoud van ten hoogste 50 cm3 of uitgerust met een ander type motor met een netto maximum vermogen van ten hoogste 4 kW; .» is vervangen door:

«e. bromfiets:

a. motorrijtuig op twee wielen, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/h, uitgerust met een verbrandingsmotor met een cilinderinhoud van niet meer dan 50 cm3 of een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van niet meer dan 4 kW, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig;

b. motorrijtuig op drie wielen, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/h, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig, uitgerust met:

1°. een motor met elektrische ontsteking met een cilinderinhoud van niet meer dan 50 cm3,

2°. een motor met inwendige verbranding en een netto maximumvermogen van niet meer dan 4 kW voor andere dan onder 1° genoemde motoren, of

3°. een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van niet meer dan 4 kW; dan wel

c. motorrijtuig op vier wielen, niet zijnde een gehandicaptenvoertuig, met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van niet meer dan 45 km/h en een ledige massa van minder dan 350 kg, de massa van de batterijen in elektrische voertuigen niet inbegrepen, uitgerust met:

1°. een motor met elektrische ontsteking met een cilinderinhoud van niet meer dan 50 cm3,

2°. een motor met inwendige verbranding en een netto maximumvermogen van niet meer dan 4 kW voor andere dan onder 1° genoemde motoren, of

3°. een elektromotor met een nominaal continu maximumvermogen van niet meer dan 4 kW.

In ieder geval wordt als bromfiets aangemerkt een voertuig dat blijkens het afgegeven kentekenbewijs als bromfiets is aangeduid; .»

3. Na onderdeel e is een onderdeel ingevoegd, luidende: ea. fietsen met trapondersteuning: fietsen die zijn voorzien van een elektrische hulpmotor met een nominaal continu vermogen van maximaal 0,25 kW en waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en tenslotte wordt onderbroken wanneer het voertuig een snelheid van 25 km/h bereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen; .

B. In artikel I, onderdeel B, luidde de oorspronkelijke wijziging van artikel 37: «1. Het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, vervalt.

2. Het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, 3° en 4° wordt vernummerd tot 1°, 2° en 3°.»

De nieuwe tekst luidt:

Artikel 37, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, komt te luiden:

1°. bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde categorieën bromfietsen, alsmede bromfietsen in het internationaal verkeer, afkomstig uit een land waar voor deze voertuigen geen kenteken is opgegeven, .

C. In artikel I, onderdeel C, is in de tekst van het nieuwe zesde lid van artikel 48 de zinsnede «in artikel 234 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde» vervallen.

D. In artikel IV zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In het eerste lid is de zinsnede «op aanvraag» vervallen.

2. In het vijfde lid is «genoemd» vervangen door: bedoeld.

3. In het zesde lid is «dient vervolgens persoonlijk te verschijnen» vervangen door: verschijnt vervolgens persoonlijk.

4. In het achtste lid is «RDW» vervangen door: Dienst Wegverkeer.

5. Het tiende lid, dat luidde:

«10. Bromfietsen die voor de datum van inwerkingtreding van artikel I van deze wet in het verkeer zijn gebracht, dienen voorzien te zijn van een bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde aanduiding totdat voor het betrokken voertuig overeenkomstig het bepaalde in dit artikel een kentekenbewijs is afgegeven.», is vervangen door:

10. Bromfietsen die voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I van deze wet in het verkeer zijn gebracht, zijn voorzien van een bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde aanduiding totdat voor het betrokken voertuig overeenkomstig dit artikel een kentekenbewijs is afgegeven.

6. In het elfde lid is «het bepaalde« vervallen.

7. Het dertiende lid, dat luidde:

«13. Aanvragen van kentekenbewijzen als bedoeld in dit artikel die zijn ingediend voor het tijdstip waarop dit artikel krachtens artikel V, tweede lid, vervalt, worden na dit tijdstip afgehandeld overeenkomstig het onderhavige artikel.», is vernummerd tot artikel V, luidende:

Artikel V. Aanvragen van kentekenbewijzen als bedoeld in artikel IV die zijn ingediend voor het tijdstip waarop dit artikel krachtens artikel VI, tweede lid, vervalt, worden na dit tijdstip afgehandeld overeenkomstig artikel IV, zoals dit luidde voor dit tijdstip.

8. Artikel V is vernummerd tot artikel VI.

9. In artikel VI (nieuw) is de zinsnede «met uitzondering van het dertiende lid» vervallen.

II Memorie van toelichting

Algemeen

Na het hoofdstuk «De «uitgang» uit het kentekenregister» is een nieuw hoofdstuk opgenomen, dat luidt:

Bromfietsregistratie en het buitenland

Met betrekking tot de relatie van de in het wetsvoorstel opgenomen kentekenplicht voor bromfietsen tot bromfietsen die afkomstig zijn uit het buitenland en in Nederland op de weg zijn, wordt het volgende opgemerkt. Het merendeel van de landen in Europa heeft reeds een kentekenplicht voor bromfietsen. Er is echter een beperkt aantal landen dat een zodanige kentekenplicht niet kent. Deze niet gekentekende bromfietsen kunnen – zij het naar verwachting in beperkte mate – in Nederland op de openbare weg komen. Besloten is om voor deze bromfietsen niet de eis te stellen dat zij voorzien dienen te zijn van een kenteken zodra zij in Nederland van de weg gebruik maken. Een dergelijke verplichting zou op gespannen voet staan met de in het EU-verdrag opgenomen bepalingen terzake van het vrije verkeer van goederen, personen en diensten. Het is immers voor een inwoner uit een andere lidstaat niet mogelijk om een Nederlands kenteken aan te vragen. Handhavingsproblemen worden met betrekking tot deze uitzondering op de kentekenplicht niet voorzien.

Artikelen

1. De toelichting bij artikel I, onderdeel A, die luidde:

«Voertuigen, voorzien van een gele of oranje plaat dan wel vlak, werden tot nu toe in de begripsomschrijving van «bromfiets» mede aangemerkt als bromfiets (artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Wegenverkeerswet 1994) (WVW1994). Deze begripsomschrijving is aangepast in verband met het feit dat ten gevolge van het invoeren van het kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen de gele en oranje platen en vlakken voor deze voertuigen komen te vervallen. », is vervangen door:

«De begripsomschrijving van «bromfiets» moest worden aangepast in verband met het feit dat ten gevolge van het invoeren van het kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen de gele en oranje platen en vlakken voor deze voertuigen komen te vervallen. Voertuigen, voorzien van een gele of oranje plaat dan wel vlak werden namelijk tot nu toe in de begripsomschrijving mede aangemerkt als bromfiets (artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Wegenverkeerswet 1994) (WVW1994). Tevens diende de definitie te worden aangepast teneinde te voorkomen dat bepaalde soorten dieselbromfietsen niet onder de definitie zouden vallen en dus ten onrechte geen kenteken zouden krijgen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de definitie opnieuw op te zetten en zodoende beter te laten aansluiten bij de omschrijving van bromfiets in richtlijn 2002/24/EG (artikel 1, eerste lid, onderdeel e).

Voorts is onderdeel c aangepast en is een nieuw onderdeel ea toegevoegd. Deze wijzigingen houden verband met de fiets met elektrische trapondersteuning. Enige jaren geleden verscheen de fiets met elektrische trapondersteuning op de markt. Dergelijke fietsen zijn voorzien van een elektromotor die ondersteuning biedt bij het trappen, in die zin dat de motor geen aandrijfkracht levert als er niet getrapt wordt, maar dat wel (en variabel) doet als een snelheid van 25 km per uur nog niet is bereikt en de bestuurder (mee)trapt. Dergelijke fietsen verschillen principieel van bromfietsen (met inbegrip van snorfietsen) die continu mechanisch worden aangedreven, of de bestuurder nu wel of niet trapt.

Deze fietsen vallen onder de huidige definitie van motorrijtuigen in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Wegenverkeerswet 1994, en zijn derhalve momenteel formeel bromfietsen. Gezien de technische eisen waaraan deze fietsen (moeten) voldoen, het verkeersgedrag van hun bestuurders en de meest geschikte plaats op de weg, is het echter wenselijk deze voertuigen gelijk te stellen aan fietsen en ze niet onder de categorie bromfietsen te laten vallen. Ook ingevolge de Europese typegoedkeuringsrichtlijnen werden deze voertuigen als bromfiets aangemerkt. Vooruitlopend op de benodigde aanpassingen van de nationale en EG-regelgeving terzake is in 1998 tussen de betrokken brancheorganisaties, de handhavende instanties en de ministeries van Justitie en van Verkeer en Waterstaat afgesproken dat deze voertuigen – evenals in de andere EU-landen – als fiets zouden worden behandeld. Met de totstandkoming van richtlijn 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 maart 2002 betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen en de intrekking van richtlijn 92/61/EEG (PbEG L 124) (zie artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van deze richtlijn), werden deze fietsen uitgezonderd van de reikwijdte van de EG-typegoedkeuring voor bromfietsen. Deze richtlijn is in Nederland geïmplementeerd bij het besluit van 9 oktober 2003, houdende wijziging van het Voertuigreglement in verband met de implementatie van richtlijn 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie (Stb. 428) (zie in het bijzonder artikel 1a3, vierde lid, van het Voertuigreglement). Daarmee worden deze fietsen voor de technische eisen waaraan zij moeten voldoen niet (meer) als bromfiets aangemerkt.

Daartoe worden in onderdeel c fietsen met elektrische trapondersteuning uitgezonderd van de definitie van motorrijtuig. Daardoor vallen zij ook buiten de definitie van bromfietsen. Omwille van de leesbaarheid van onderdeel c is de omschrijving van fietsen met trapondersteuning opgenomen in een nieuw onderdeel ea. De in laatstgenoemd onderdeel opgenomen definitie is ontleend aan artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van genoemde EG-richtlijn en is in overeenstemming met artikel 1a3, vierde lid, van het Voertuigreglement.

Bij de eerstkomende gelegenheid zal een vergelijkbare omschrijving worden opgenomen in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, zodat de elektrische fiets in het wegenverkeersrecht ook formeel is gelijkgesteld met een fiets. Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt dat dit niet geldt voor de verzekeringsplicht. De definitie van motorrijtuig in artikel 1 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen blijft ongewijzigd, zodat de WA-verzekering voor deze fietsen verplicht blijft. De reden daarvoor is dat voor deze fietsen een hoger ongevalsrisico bestaat, ook als zij zich in het verkeer als een «gewone» fiets gedragen.»

2. De toelichting bij artikel I, onderdeel B, die luidde: «In artikel 37, eerste lid, onderdeel a, van de WVW 1994 worden de van de kentekenplicht uitgezonderde categorieën van voertuigen opgesomd. Door de categorie bromfietsen hier niet langer in te vermelden, wordt het in hoofdstuk IV van genoemde wet opgenomen registratiesysteem in beginsel in zijn geheel van toepassing op bromfietsen. «, is vervangen door:

In artikel 37, eerste lid, onderdeel a, van de WVW 1994 worden de van de kentekenplicht uitgezonderde categorieën van voertuigen opgesomd. Aangezien het in hoofdstuk IV van genoemde wet opgenomen registratiesysteem in beginsel in zijn geheel van toepassing wordt op alle bromfietsen, zou hier volstaan kunnen worden met het schrappen van deze categorie voertuigen. Dit zou echter tot gevolg hebben dat de kentekenplicht ook van toepassing zou worden op een aantal bromfietssoorten ten aanzien waarvan een dergelijke verplichting niet wenselijk zou zijn. Het gaat daarbij om bepaalde voertuigen die onder de definitie van het begrip bromfiets vallen en op het niveau van algemene maatregel van bestuur zijn omschreven. In casu betreft het voertuigen die zijn uitgezonderd van de toepassing van de afdelingen 4, 5 en 6 van hoofdstuk 3 (toelatingseisen) van het Voertuigreglement. Zie in dit verband artikel 2.4 van evengenoemd reglement. Het voornemen bestaat om in het Kentekenreglement een bepaling op te nemen op grond waarvan een nader te bepalen aantal van de in artikel 2.4 van het Voertuigreglement genoemde categorieën voertuigen wordt uitgezonderd van de kentekenplicht.

In het onderhavige artikel is tevens voorzien in een uitzondering op de kentekenplicht voor wat betreft bromfietsen die afkomstig zijn uit een land waar voor deze voertuigen geen kentekenplicht bestaat en die in Nederland in het zogenoemde internationaal verkeer zijn. Het wordt, mede met het oog op de Europeesrechtelijke beginselen inzake het vrije verkeer van personen en goederen, niet wenselijk geacht deze bromfietsen aan de kentekenplicht te onderwerpen. Voor wat betreft het wettelijk niveau waarop de onderhavige uitzondering wordt geregeld (de formele wet) alsmede voor wat betreft de formulering van de uitzondering is aangesloten bij een separaat tot stand te brengen wetsvoorstel tot wijziging van de WVW 1994, waarin een vergelijkbare uitzondering is opgenomen voor aanhangwagens, zwaarder dan 750 kg, die afkomstig zijn uit een land waar voor deze voertuigen geen kentekenplicht bestaat.

3. De toelichting op artikel II luidde oorspronkelijk: «In verband met de totstandkoming van het registratiesysteem voor bromfietsen dient de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 te worden aangepast. Met de aanpassing wordt bereikt dat bromfietsen niet onder het bereik van die wet vallen.» Deze tekst is vervangen door:

In verband met de totstandkoming van het registratiesysteem voor bromfietsen dient de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 te worden aangepast. Bromfietsen worden uitgezonderd van de definitie «motorrijtuig», omdat zij anders onder de begripsomschrijvingen van personenauto of motorrijwiel zouden kunnen vallen. In deze omschrijvingen wordt namelijk het begrip «motorrijtuig» gebezigd. Met de aanpassing wordt bereikt dat bromfietsen niet onder het bereik van die wet en dus ook niet onder de motorrijtuigenbelasting vallen.

4. a. In artikel IV is na de tweede alinea toegevoegd: «Duidelijkheidshalve wordt opgemerkt dat derhalve wél moet worden voldaan aan de overige in de artikelen 48 en 50 van de WVW 1994 opgenomen voorschriften.»

b. De voorlaatste en laatste alinea van artikel IV zijn vernummerd tot artikel V. Tevens is de zinsnede «In het dertiende lid» vervangen door: In artikel V.

c. De laatste alinea van artikel IV (nu artikel V) luidde: «Het is de bedoeling dat het speciale regime voor reeds in gebruik genomen bromfietsen gedurende een periode van veertien maanden van toepassing is. Dat wil zeggen dat aanvragen voor kentekening van deze groep voertuigen binnen die periode moeten plaatsvinden. Daarna heeft de RDW nog twee maanden nodig om alle aanvragen af te handelen. Binnen een periode van zestien maanden na de inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel voor wat betreft nieuwe bromfietsen moet het gehele bestaande voertuigpark derhalve zijn gekentekend. Gezien het vorenstaande vervalt artikel IV (met uitzondering van het dertiende lid) met ingang van de eerste dag van de vijftiende maand na haar inwerkingtreding. In artikel V, tweede lid, is hiertoe een voorziening opgenomen.»

Deze alinea is vervangen door: Het is de bedoeling dat het speciale regime voor reeds in gebruik genomen bromfietsen gedurende een periode van veertien maanden van toepassing is.

5. Artikel V is vernummerd tot artikel VI.

De oude tekst luidde: «Op grond van het eerste lid wordt het tijdstip van inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel bij koninklijk besluit vastgesteld. Dit tijdstip kan voor de onderscheiden artikelen en onderdelen daarvan verschillen. Een en ander houdt verband met het feit dat het tijdstip van inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel dient te worden afgestemd met het tijdstip waarop de aan te passen algemene maatregelen van bestuur in werking treden. Tevens dient afstemming met de uitvoeringspraktijk, met name bij de RDW en de handhavingsinstanties, plaats te vinden.

Voorts noopt de Tijdelijke referendumwet tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding bij koninklijk besluit. Het tweede lid regelt het vervallen van de in artikel IV opgenomen overgangsvoorzieningen na de daarvoor voorziene termijn van veertien maanden. Aangezien het dertiende lid van artikel IV haar geldigheid naar haar aard ook daarna moet behouden, is dit van het eerste lid uitgezonderd.

Een en ander betekent dat het onderhavige wetsvoorstel eerst voor wat betreft nieuwe bromfietsen in werking zal treden. Daarna volgt een periode van veertien maanden waarin de bezitters van bromfietsen die al in het verkeer zijn, een aanvraag voor een kenteken kunnen indienen. In de periode van twee maanden daarna handelt de RDW alle aanvragen verder af, zodat het wetsvoorstel zestien maanden na de inwerkingtreding voor nieuwe bromfietsen voor alle bromfietsen in werking zal zijn getreden.»

Deze tekst is vervangen door:

Op grond van het eerste lid wordt het tijdstip van inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel bij koninklijk besluit vastgesteld. Dit tijdstip kan voor de onderscheiden artikelen en onderdelen daarvan verschillen. Een en ander houdt verband met het feit dat het tijdstip van inwerkingtreding van het onderhavige wetsvoorstel dient te worden afgestemd met het tijdstip waarop de aan te passen algemene maatregelen van bestuur in werking treden. Tevens dient afstemming met de uitvoeringspraktijk, met name bij de RDW en de handhavingsinstanties, plaats te vinden.

Het tweede lid regelt het vervallen van de in artikel IV opgenomen overgangsvoorzieningen op een eveneens bij koninklijk besluit vast te stellen tijdstip. Zoals hiervoor reeds is opgemerkt wordt daarbij gedacht aan het hanteren van een termijn van veertien maanden na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel voor wat betreft nieuwe bromfietsen.

Een en ander betekent dat het onderhavige wetsvoorstel eerst voor wat betreft nieuwe bromfietsen in werking zal treden. Daarna volgt een periode van veertien maanden waarin de bezitters van bromfietsen die al in het verkeer zijn, een aanvraag voor een kenteken kunnen indienen. In de periode van twee maanden daarna handelt de RDW alle aanvragen verder af, zodat het wetsvoorstel zestien maanden na de inwerkingtreding voor nieuwe bromfietsen voor alle bromfietsen in werking zal zijn getreden.

Naar boven