29 893 Veiligheid van het railvervoer

Nr. 263 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2023

De aanpak van onbeveiligde overwegen is een belangrijk thema als we het hebben over het verbeteren van de overwegveiligheid. Eerder heb ik u laten weten dat de aanpak van publiek toegankelijke Niet Actief Beveiligde Overwegen (NABO’s) niet zo snel gaat als dat ik zou willen,1 en heeft uw Kamer mij opgeroepen om juridische instrumenten te onderzoeken om de aanpak van deze overwegen te versnellen.2 ProRail heeft mij geïnformeerd over hun voornemen om onteigeningsprocedures te starten waarmee de erfdienstbaarheid op een aantal particuliere Niet Actief Beveiligde Overwegen (NABO’s) opgeheven kan worden.

ProRail overweegt onteigening voor een beperkt aantal casussen, waar pogingen om tot een minnelijke, realistische oplossing te komen geen resultaat hebben opgeleverd. De te onteigenen overwegen behoren tot de 41 NABO’s waarbij ProRail een aannemelijk risico ziet dat opheffing niet voor eind 2023 aangepakt kan worden. Als de erfdienstbaarheid is opgeheven, vervalt het recht om op die plek het spoor over te steken, en kan de overweg – nadat een alternatief is gerealiseerd – opgeheven worden. De brief van 29 september jl. waarin ProRail haar voornemen uiteenzet, is bij deze Kamerbrief gevoegd.

Omdat ik onteigening een ingrijpende stap vind en ik van mening ben dat het recht van erfdienstbaarheid niet zomaar kan worden afgenomen, heb ik ProRail laten weten dat eerst moeten worden geprobeerd door de inzet van de Landelijk Bemiddelaar Overwegen, mevrouw Helma Lodders, tot een realistische en haalbare oplossing te komen die voor alle partijen voldoet. Zonder een bemiddelingspoging kan er wat mij betreft geen sprake zijn van onteigening.

ProRail verzekert mij dat een dergelijk traject met particuliere rechthebbenden met de grootste zorgvuldigheid en in samenspraak met de landelijk bemiddelaar wordt opgepakt. Zolang er nog geen definitieve uitspraak in de onteigeningsdossiers is gedaan, zal ProRail blijven inzetten op een minnelijke oplossing. Bij het verzoek tot onteigening zal ProRail aannemelijk maken dat er realistische alternatieven voor de ontsluiting van de NABO mogelijk zijn. Een rechter toetst uiteindelijk het onteigeningsverzoek en bepaalt de passende schadeloosstelling.

Uiteraard heeft het mijn voorkeur dat er minnelijke oplossingen getroffen worden. Tegelijkertijd besef ik me dat dergelijke onbeveiligde overwegen gevaar met zich meebrengen. In de halfjaarlijkse Kamerbrief Spoorveiligheid zal ik u dit jaar verder informeren over de voortgang van het NABO-programma.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Zie Kamerstuk 29 893, nr. 259.

X Noot
2

Zie Kamerstuk 29 984, nr. 1082

Naar boven