Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 november 2023
De aanpak van onbeveiligde overwegen is een belangrijk thema als we het hebben over
het verbeteren van de overwegveiligheid. Eerder heb ik u laten weten dat de aanpak
van publiek toegankelijke Niet Actief Beveiligde Overwegen (NABO’s) niet zo snel gaat
als dat ik zou willen,1 en heeft uw Kamer mij opgeroepen om juridische instrumenten te onderzoeken om de
aanpak van deze overwegen te versnellen.2 ProRail heeft mij geïnformeerd over hun voornemen om onteigeningsprocedures te starten
waarmee de erfdienstbaarheid op een aantal particuliere Niet Actief Beveiligde Overwegen
(NABO’s) opgeheven kan worden.
ProRail overweegt onteigening voor een beperkt aantal casussen, waar pogingen om tot
een minnelijke, realistische oplossing te komen geen resultaat hebben opgeleverd.
De te onteigenen overwegen behoren tot de 41 NABO’s waarbij ProRail een aannemelijk
risico ziet dat opheffing niet voor eind 2023 aangepakt kan worden. Als de erfdienstbaarheid
is opgeheven, vervalt het recht om op die plek het spoor over te steken, en kan de
overweg – nadat een alternatief is gerealiseerd – opgeheven worden. De brief van 29 september
jl. waarin ProRail haar voornemen uiteenzet, is bij deze Kamerbrief gevoegd.
Omdat ik onteigening een ingrijpende stap vind en ik van mening ben dat het recht
van erfdienstbaarheid niet zomaar kan worden afgenomen, heb ik ProRail laten weten
dat eerst moeten worden geprobeerd door de inzet van de Landelijk Bemiddelaar Overwegen,
mevrouw Helma Lodders, tot een realistische en haalbare oplossing te komen die voor
alle partijen voldoet. Zonder een bemiddelingspoging kan er wat mij betreft geen sprake
zijn van onteigening.
ProRail verzekert mij dat een dergelijk traject met particuliere rechthebbenden met
de grootste zorgvuldigheid en in samenspraak met de landelijk bemiddelaar wordt opgepakt.
Zolang er nog geen definitieve uitspraak in de onteigeningsdossiers is gedaan, zal
ProRail blijven inzetten op een minnelijke oplossing. Bij het verzoek tot onteigening
zal ProRail aannemelijk maken dat er realistische alternatieven voor de ontsluiting
van de NABO mogelijk zijn. Een rechter toetst uiteindelijk het onteigeningsverzoek
en bepaalt de passende schadeloosstelling.
Uiteraard heeft het mijn voorkeur dat er minnelijke oplossingen getroffen worden.
Tegelijkertijd besef ik me dat dergelijke onbeveiligde overwegen gevaar met zich meebrengen.
In de halfjaarlijkse Kamerbrief Spoorveiligheid zal ik u dit jaar verder informeren
over de voortgang van het NABO-programma.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen