nr. 10
BRIEF HOUDENDE INTREKKING VAN DRIE WETSVOORSTELLEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 mei 2007
Op dit moment is bij de Tweede Kamer een drietal wetsvoorstellen aanhangig
dat er toe strekt de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester in Nederland
te introduceren. Het gaat om:
– het voorstel van wet houdende verklaring dat er grond bestaat
een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende
tot het opnemen van de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester (30 422);
– het voorstel van wet houdende wijziging van de Gemeentewet in
verband met de introductie van de rechtstreeks gekozen burgemeester (Wet introductie
gekozen burgemeester) (29 864) en
– het voorstel van wet houdende regeling van de rechtstreekse verkiezing
van de burgemeester (Wet verkiezing burgemeester) (29 865).
In het coalitieakkoord d.d. 7 februari jl. zijn de Tweede Kamerfracties
van CDA, PvdA en ChristenUnie overeengekomen de Kroonbenoeming van burgemeesters
te handhaven (Kamerstukken II 2006/07, 30 891, nr. 4, blz. 30).
In vervolg hierop heeft de Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
de Eerste en Tweede Kamer bij brief van 28 februari jl. bericht dat de
hiervoor genoemde wetsvoorstellen met betrekking tot de rechtstreeks gekozen
burgemeester ingetrokken zullen worden (Kamerstukken II 2006/07, 30 891,
nr. 11, blz. 2).
Daartoe gemachtigd door de Koningin trekken wij, mede namens de Minister-President,
Minister van Algemene Zaken, de hiervoor genoemde voorstellen van wet hierbij
in.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten