29 863
Regeling van een onafhankelijke uitoefening van risicobeoordeling door de Voedsel en Waren Autoriteit (Wet onafhankelijke risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit)

nr. 13
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 30 maart 2006

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

Indien het voorstel van wet tot wijziging van de Warenwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot het stellen van hygiënevoorschriften bij het tatoeëren en het piercen en tot het houden van toezicht daarop, de werking van die wet uit te breiden tot eet- en drinkwaren die worden verhandeld op het continentaal plat, alsmede tot strafbaarstelling van artikel 27, derde lid, van die wet op grond van de Wet op de economische delicten (Kamerstukken II 2004/05, 30 173, nr. 2) nog niet tot wet is verheven en in werking is getreden op het moment dat deze wet in werking treedt:

a.  wordt artikel 25, eerste lid, van de Warenwet als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a vervalt «, onder hem ressorterende».

2. In onderdeel b vervalt «onder hen ressorterende».

b.  komt artikel I, onderdeel D van dat voorstel op het moment dat genoemd voorstel tot wet wordt verheven, te luiden:

D

Aan artikel 25 wordt, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot onderscheidenlijk vijfde en zesde lid, een lid toegevoegd, luidende:

4. Bij de taakverdeling, bedoeld in het derde lid, kan tevens worden bepaald op welke wijze het toezicht wordt uitgeoefend. De wijze waarop het toezicht wordt uitgeoefend kan inhouden dat de toezichthouder op door Onze Minister vast te stellen tijdstippen en in door hem vast te stellen gevallen, onderzoek doet naar de naleving van de bij of krachtens deze wet gestelde regels en in daarbij aan te geven gevallen rapporteert aan door Onze Minister aan te wijzen personen of instanties.

Toelichting

Bij de indiening van het voorstel van wet tot wijziging van de Warenwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot het stellen van hygiënevoorschriften bij het tatoeëren en het piercen en tot het houden van toezicht daarop, de werking van die wet uit te breiden tot eet- en drinkwaren die worden verhandeld op het continentaal plat, alsmede tot strafbaarstelling van artikel 27, derde lid, van die wet op grond van de Wet op de economische delicten (Kamerstukken II 2004/05, 30 173, nr. 2), werd ervan uitgegaan dat dit wetsvoorstel na de inwerkingtreding van de onderhavige wet in werking zal treden. Inmiddels kan daar niet langer zonder meer van worden uitgegaan.

Om samenloopproblemen te voorkomen, is voor het voorstel tot wijziging van de Warenwet een nota van wijziging ingediend. Beide voorstellen voorzien inmiddels in wijziging van artikel 25, eerste lid, van de Warenwet. Om ieder verder samenloopprobleem ten aanzien van artikel 25, eerste lid, van de Warenwet uit te sluiten, is het noodzakelijk dat ook het onderhavige voorstel wordt gewijzigd voor het geval dit onverhoopt toch eerder tot wet wordt verheven en in werking treedt dan het voorstel tot wijziging van de Warenwet. Deze nota van wijziging voorziet daarin.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Naar boven