nr. 6
VERSLAG
Vastgesteld 22 december 2004
De vaste commissie voor Financiën1 belast
met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer
als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag
afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling
van het voorstel van wet voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave | Blz. |
• | Algemeen | 1 |
• | Implementatietermijn | 1 |
• | Bepalingen die verder gaan dan de richtlijn | 2 |
• | Doel en inhoud van de richtlijn | 2 |
Algemeen
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
het wetsvoorstel. Zij hebben nog enkele nadere vragen.
De leden van de fractie van de VVD hebben met grote belangstelling kennisgenomen
van de Wijziging van de Wet toezicht kredietwezen 1992 en de Faillissementswet.
Deze leden hebben naar aanleiding van het onderhavige wetsvoorstel nog enkele
vragen en opmerkingen.
Implementatietermijn
De leden van de PvdA-fractie vragen zich af waarom de nodige wettelijke
bepalingen zoals voorzien in de richtlijn niet uiterlijk op 4 mei 2004
in werking zijn getreden. Waarom heeft de regering een jaar meer de tijd nodig,
bovenop de twee jaren die de richtlijn reeds bood voor de implementatie?
Ook de leden van de fractie van de VVD merken op dat de aanpassingen in
nationale wetgeving uiterlijk 5 mei 2004 plaats hadden moeten vinden.
Wat is de reden dat de regering te laat is met dit wetsvoorstel? Kan de regering uitsluiten dat het niet tijdig uitvoering geven aan de richtlijn
nadelige financiële gevolgen voor de Nederlandse staat dan wel een van
de betrokken financiële instellingen zal hebben? Bijvoorbeeld in de zin
van rechtszaken en andere claims? Heeft de wetswijziging bij de regering voldoende
prioriteit gehad? Heeft de regering in het overschrijden van de termijn ten
aanzien van deze richtlijn aanleiding gezien om de planning van de omzetting
van Europese regels beter te structureren, bijvoorbeeld door middel van transponeringstabellen?
Heeft de regering een overzicht van welke richtlijnen wanneer en op welke
manier uitgevoerd worden? Bestaan hier tijdsplanningen voor? Zo ja, kan de
regering die dan aan de Kamer verstrekken? Als die niet bestaan, is de regering
dan van plan deze op te laten stellen?
Bepalingen die verder gaan dan de richtlijn
De leden van de fractie van de PvdA vragen in hoeverre met dit implementatievoorstel
gevolg wordt gegeven aan de aangenomen motie van het lid Van Vroonhoven-Kok
c.s. (Kamerstukken II, 2003–2004, 29 036, nr. 7), waarin wordt
aangegeven dat het onwenselijk is dat de regering Europese richtlijnen breder
implementeert dan Europa voorschrijft en de regering verzocht wordt fiscale
implementatiewetten niet meer regelgeving te laten omvatten dan waartoe EU-richtlijnen
noodzaken?
De leden van de fractie van de VVD constateren dat het wetsvoorstel op
sommige punten verder gaat dan de richtlijn. Wat zijn de consequenties voor
de betreffende financiële instellingen door verder te gaan dan de richtlijn?
Welke kosten brengt de ook in het advies van de Raad van State genoemde verdergaande
regelgeving met zich mee voor zowel DNB als de betrokken instellingen? Zal
het toezicht door het verder gaan van regelgeving dan de richtlijn voorschrijft
worden bemoeilijkt worden? Zo ja, wat zijn de consequenties hiervan? Kunnen
andere taken van DNB onder druk komen te staan?
Doel en inhoud van de richtlijn
Wat zou er anders zijn gegaan bij de Slavenburg's Bank en de Tilburgse
Hypotheekbank, als deze wet destijds al had bestaan? De leden van de fractie
van de PvdA vragen of de regering hierop in kan gaan. Hoe vaak zal het voorkomen
dat de bepalingen uit dit wetsvoorstel in de praktijk toepassing zullen vinden?
Hoe vaak is in Nederland een insolventieprocedure bij een bank gestart?
Waarom zijn er zo veel uitzonderingen op het beginsel dat het recht van
de lidstaat waar de procedure is geopend de gevolgen van de insolventieprocedure
in de gehele EU bepaalt? Uitgezonderd zijn arbeidsovereenkomsten, overeenkomsten
die recht geven op het genot of de verkrijging van een onroerende zaak, de
rechten van de kredietinstelling op een registergoed, gereglementeerde markten,
de actio pauliana, de rechtsgeldigheid van de handeling waarmee de kredietinstelling
na de opening van de insolventieprocedure beschikt over een registergoed of
een waardepapier waarvan het bestaan of de overdracht inschrijving in een
wettelijk voorgeschreven register of een wettelijk voorgeschreven rekening
verondersteld en aanhangige rechtsgedingen. Er bestaan bijzondere regels ten
aanzien van de gevolgen van een insolventieprocedure voor goederenrechtelijke
zekerheidsrechten, eigendomsvoorbehoud en verrekening. De leden van de PvdA-fractie
vragen zich af wat er dan nog overblijft en of het insolventierecht
met al deze uitzonderingen niet nodeloos ingewikkeld wordt? Kan de regering
hierop ingaan? Kan de regering in Europa meer eenduidigheid op dit punt bepleiten?
De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,
Tichelaar
De griffier van de commissie,
Berck
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD),
De Haan (CDA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GL), Halsema (GL), Kant (SP), Blok
(VVD), Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Smits (PvdA), De Pater-van der Meer
(CDA), Van As (LPF), Tichelaar (PvdA), voorzitter, Koopmans (CDA), Gerkens
(SP), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), De Nerée tot Babberich
(CDA), Koomen (CDA), Fierens (PvdA), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Heemskerk
(PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Van Egerschot (VVD).
Plv. leden: Rouvoet (CU), Koenders (PvdA), Dittrich (D66), Balemans (VVD),
Kortenhorst (CDA), Vacature (algemeen), Duyvendak (GL), Van Gent (GL), De
Ruiter (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Atsma (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Omtzigt
(CDA), Eerdmans (LPF), Noorman-den Uyl (PvdA), Mosterd (CDA), Van Bommel (SP),
De Vries (CDA), Hermans (LPF), Mastwijk (CDA), Rambocus (CDA), Stuurman (PvdA),
Luchtenveld (VVD), Blom (PvdA), Douma (PvdA), De Vries (VVD), Van Beek (VVD).