nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 februari 2007
In 2006 is op verzoek van de Tweede Kamer door het ministerie van LNV
het prijsexperiment biologische producten uitgevoerd. Van april tot en met
augustus 2006 is in 10 gemeentes met 8 verschillende producten onderzocht
wat de effecten op termijn zijn van een prijsverlaging van biologische producten
in supermarkten.1 Met effecten wordt bedoeld de
verandering in concreet aankoopgedrag alsmede de mening van consumenten over
biologische ten opzichte van gangbare producten.
LNV heeft er veel waarde aan gehecht met een wetenschappelijk goede onderbouwing
te komen. Daarom is veel tijd besteed aan het neerzetten van een goede onderzoeksmethode
en werden de onderzoekers van het Landbouw-Economisch Instituut (LEI) nauwgezet
gevolgd door een wetenschappelijke klankbordgroep.
Uit het onderzoek komt naar voren dat consumenten biologische producten
kopen omdat ze lekker, gezond en van goede kwaliteit zijn. Consumenten zijn
zich nu veel bewuster van de meerwaarde van biologisch. Biologisch wordt niet
meer louter gezien als milieuvriendelijk, maar wordt net als zijn gangbare
broer gemeten naar smaak en kwaliteit. Consumenten hebben verder het beeld
dat biologisch goed is voor milieu en dieren. Ze zeggen bereid te zijn 20–25%
meer te willen betalen dan voor gangbare producten. Niettemin zijn belangrijke
concrete aankoopmotieven juist gebruikskenmerken als lekker en gezond. Duurzaam
denken leidt dus niet per se tot duurzaam consumeren. Via het onderzoek wilde
ik meer inzicht krijgen in de prijselasticiteit van de vraag naar biologische
producten. Het is nu duidelijk dat er sprake is van elasticiteit; 10%
prijsdaling bij eieren, bijvoorbeeld, leidt tot 10 procent afzetgroei. Bij
rundvlees is dat zelfs 20%. Voor veel producten bestaat er wel een
omzetplafond. Meer prijsdaling leidt dan tot omzetafname. De resultaten zijn
interessant voor de sector, want verlaging van de kostprijs leidt tot relatief
extra groei.
Wat is vooral de waarde van dit onderzoek? Het onderzoek levert goede
inzichten op over consumentenkoopgedrag ten aanzien van biologisch. Daar kunnen
de supermarkten maar ook andere schakels in de keten hun voordeel mee doen.
Dat is voor hen waardevol.
Nu de effecten van kostprijsverlaging zijn gekwantificeerd en duidelijk
is geworden dat de vraag naar biologische producten elastisch is, kan dit
een impuls zijn voor marktpartijen om op deze markt toe te treden. Het blijkt
namelijk dat kostprijsverlaging via bijvoorbeeld betere samenwerking in de
keten, innovaties en betere inzet van andere marketinginstrumenten (naast «prijs»)
wordt beloond.
Een kunstmatige prijsverlaging vind ik niet raadzaam. Ik heb daar drie
redenen voor:
1) Subsidiëren van biologische producten in supermarkten leidt tot
marktverstoring. Nederland is een handelsland. Wij importeren veel biologische
producten. Prijssteun zal zowel Nederlandse als buitenlandse producenten stimuleren
om meer te produceren. Maar door het bereiken van omzetplafonds zal de relatief
kleine markt hierdoor sterk ontregeld raken.
2) Ofschoon de vraag elastisch is zal voor marktgroei via de weg van kunstmatige
prijsverlaging wel betaald moeten worden. Het LEI heeft uitgerekend dat 15%
prijsdaling door overheidsinterventie om en nabij € 83 miljoen kost.
Hierdoor zal het marktaandeel groeien van 2% naar 2.5%. Door
de inzet van forse overheidsmiddelen zijn dus geen kwantumsprongen te verwachten.
3) De huidige Task force Marktontwikkeling Biologische Landbouw heeft
een budget van een kleine € 4 miljoen per jaar. Gekeken naar de
impact van de task force lijkt directe prijssteun van overheidswege dan een
weinig effectieve, inefficiënte manier van marktstimulering.
Overigens liggen er op grond van EU-staatssteunregels belangrijke hordes
ten aanzien van de rechtmatigheid van directe prijssteun. Zo is bijvoorbeeld
btw-vrijstelling vanwege de 6e EU btw-richtlijn niet mogelijk. Dit punt is
ook tijdens de bespreking van de LNV-begroting, 5 december jl., aan de
orde geweest.
De resultaten van de activiteiten van de zogenoemde Task force Marktontwikkeling
Biologische Landbouw zijn effectiever en efficiënter voor het bereiken
van een hoger marktaandeel voor biologische producten dan een van overheidswege
gefaciliteerde prijsverlaging. Inzet van de sector op ketensamenwerking, innovaties
en betere inzet van marketinginstrumenten is voor de stimulering van de vraag
naar biologische producten dan ook veel kansrijker.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C. P. Veerman