29 823
Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs om meer maatwerk mogelijk te maken bij de toelating tot het praktijkonderwijs onder vervallenverklaring van de grondslag voor de tijdelijke regeling van die toelating

nr. 15
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2007

Inleiding

Tijdens het Algemeen Overleg van 19 april 2006 (29 823/29 399, nr. 11) over het praktijkonderwijs heeft uw Kamer zorg uitgesproken over de positie van leerlingen uit het praktijkonderwijs die de school hadden verlaten. Minister Van der Hoeven heeft tijdens dit overleg medegedeeld dat medio 2007 meer bekend zou zijn over de effecten van de samenwerking tussen scholen voor praktijkonderwijs en arbeidsmarktinstanties in het kader van de regeling Doorontwikkeling praktijkonderwijs. Deze samenwerking had tot doel de ketenverantwoordelijkheid voor deze leerlingen te versterken zodat de risico’s op de arbeidsmarkt na het verlaten van de school tot een minimum worden beperkt.

De gegevens over deze samenwerking zijn verzameld door Praktijknet. Praktijknet was het initiatief van het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs om de samenwerking tussen scholen en de begeleiding van netwerkactiviteiten vorm te geven. De activiteiten van Praktijknet zijn vanaf het jaar 2006 voortgezet onder de noemer Workwork.

De resultaten van Praktijknet over de periode 2003–2005

Scholen voor praktijkonderwijs hebben in het schooljaar 2003–2004 gewerkt aan de versterking van de praktijkvakken om de toeleiding naar de arbeidsmarkt kwalitatief te verbeteren. Deze activiteit, is naast andere, ook in het schooljaar daarop ter hand genomen. Het scholenveld heeft de keuze gemaakt het onderwijs in de praktijkvakken meer competentiegericht te maken. Hiervoor zijn verschillende motieven aangevoerd. Ook leerlingen uit het praktijkonderwijs moeten leren omgaan met informatie en het uitstippelen van de eigen loopbaan. Een leerling kan zodoende goed laten zien over welke competenties hij of zij beschikt als hij of zij een baan zoekt op de regionale arbeidsmarkt. Tegelijkertijd wordt hiermee aangesloten bij de ontwikkelingen in het voorbereidend en middelbaar beroepsonderwijs. De resultaten van dit ontwikkelingsproces zijn vastgelegd in het Eindverslag van Praktijknet 2005 over de periode 2003–2005. In dit eindverslag is een landelijk kader neergezet voor competenties van leerlingen uit het praktijkonderwijs. Deze competenties worden op schoolniveau nader ingevuld om zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de mogelijkheden van de leerling en de eisen van de plaatselijke, regionale arbeidsmarkt. Hiervoor zijn een viertal scenario’s ontworpen. In het ontwikkeltraject is aansluiting gezocht bij vier sectoren waarop leerlingen worden voorbereid: wonen, werken, vrije tijd en burgerschap. In 2004 waren docenten van 126 scholen bij deze ontwikkeling betrokken.

Praktijknet heeft de ontwikkelde set competenties voorgelegd aan 27 respondenten, vertegenwoordigers van kenniscentra, roc’s, brancheorganisaties en werkgeversorganisaties. Deze respondenten leverden talloze suggesties om het materiaal dat ontwikkeld is in de netwerken zo goed mogelijk te laten aansluiten op de behoeften en eisen van de regionale arbeidsmarkt.

Ervaringen van de scholen

De deelnemende scholen beoordeelden de samenwerking in netwerken positief.

Zij leerden van elkaars expertise, vonden steun bij anderen voor hun eigen schoolontwikkeling en putten inspiratie uit het werken aan een gezamenlijk doel.

Scholen benoemden ook aandachtspunten die belemmerend konden werken:

– verschillen in onderwijskundige visie konden de samenwerking bemoeilijken;

– netwerkdeelnemers ondervonden binnen hun eigen team problemen in de communicatie over de resultaten;

– scholen hadden te hoge verwachtingen van het samenwerken in netwerken.

Praktijknet heeft in 2006 nog enkele werkzaamheden verricht om haar activiteiten af te ronden.

De resultaten van Workwork in 2006

In 2006 zijn de activiteiten van Praktijknet voortgezet onder de noemer Workwork. 104 scholen voor praktijkonderwijs schreven zich in voor activiteiten in gemeenschappelijk verband. In enkele regio’s organiseerden scholen zelf hun netwerkactiviteiten. In vervolg op de verbetering van de praktijkvakken als bijdrage aan de voorbereiding op de arbeidsmarkt zijn relaties met arbeidsmarktinstanties gelegd dan wel verbeterd om een betere integratie van leerlingen in het arbeidsproces te bevorderen. Zo wordt de ketenverantwoordelijkheid voor deze leerlingen versterkt en de warme overdracht van praktijkonderwijs naar de arbeidsmarkt bevorderd.

Scholen hebben in WorkWork gewerkt aan drie producten:

– een handboek arbeidsintegratie met als titel «Praktijk Werkt». Dit handboek geeft een overzicht van alle mogelijkheden om leerlingen te ondersteunen van de overgang van school naar werk. Het informeert ook werknemers over (fiscale) faciliteiten waarvoor een leerling uit het praktijkonderwijs in aanmerking kan komen als hij een plaats op de arbeidsmarkt heeft verkregen.

– een transitieplan als onderdeel van het verplichte handelingsplan. Het voorbeeld van de European Agency for Development in Special Needs Education is uitgewerkt en aangepast aan de Nederlandse situatie. Het transitieplan maakt de stappen duidelijk die school en leerling zetten op weg naar een positie op de regionale arbeidsmarkt. Het plan geeft leerkrachten en ouders inzicht in de stappen die worden gezet in het overgangsproces van school naar arbeidsmarkt. Het transitieplan sluit aan op de wens van de Commissie In Werkend perspectief om een persoonlijk participatieplan te ontwikkelen voor al de jongeren met een handicap die zich op de arbeidsmarkt begeven.

– een opzet voor de stelselmatige monitoring van de uitstroom van leerlingen naar de arbeidsmarkt of het vervolgonderwijs. Scholen gebruiken veranderingen in de uitstroom om het eigen kwaliteitsbeleid te versterken en tijdig in te springen op geconstateerde veranderingen in de regionale arbeidsmarkt. Door een analyse van de omgeving kunnen scholen hun onderwijsbeleid beter afstemmen met actoren in het veld. De verdere uitwerking is ter hand genomen door scholen die succesvol zijn en op dit terrein al veel ervaring hebben opgedaan.

In 2006 namen in het kader van WorkWork 27 scholen deel aan een van de netwerken Arbeidsintegratie, 17 scholen aan het onderwerp de omgeving van het praktijkonderwijs en 46 scholen aan het thema praktische competenties.

Vervolgtraject

Ook in 2007 en daarna zetten scholen hun werkzaamheden aan de uitwerking van een vijftal thema’s voort. Deze zijn er opgericht om het onderwijs te verbeteren en de voorbereiding op en de overdracht van leerlingen naar de arbeidsmarkt te versterken.

Het nieuw opgerichte Platform Praktijkonderwijs richt zich in het Stimulansproject op een systematische aanpak van het kwaliteitsbeleid. De scholen krijgen daardoor beter zicht op de opbrengsten van hun inspanningen, ook op die van de vijf thema’s die in netwerken worden uitgevoerd.

Het veld hoopt hiermee een aanzienlijke vooruitgang te bereiken.

Ik streef ernaar om in deze regeringsperiode in overleg met het Landelijk Werkverband en het Platform op de ingeslagen weg verder te gaan en het praktijkonderwijs kwalitatief verder te versterken door het werk in de netwerken te faciliteren. Een goede schoolloopbaan van de leerlingen uit het praktijkonderwijs is immers bepalend voor hun welslagen op de arbeidsmarkt en hun zelfstandig functioneren in de maatschappij.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven