Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 september 2010
Tijdens de behandeling op 7 april 2009 van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
in verband met het bevorderen van de participatie van jonggehandicapten door werk en arbeidsondersteuning (Wet Wajong), heb
ik uw Kamer toegezegd om de Stichting van de Arbeid (STAR) om advies te vragen over de mogelijkheden voor pensioenopbouw bij
inzet van het instrument loondispensatie (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 73, blz. 5769–5813). Dezelfde toezegging heeft toenmalig staatssecretaris Klijnsma gedaan in haar brief van 2 juli 2009 over
de pilots «Werken naar vermogen», met betrekking tot de Tijdelijke wet pilot loondispensatie (Kamerstukken II, vergaderjaar
2008–2009, 29 817, nr. 50).
Gelet op de verantwoordelijkheid van sociale partners voor het maken van afspraken over pensioenopbouw heb ik naar aanleiding
van bovenstaande toezeggingen met mijn brief van 29 december 2009 de STAR gevraagd mij te adviseren over de mogelijkheden
hiervoor bij inzet van het instrument loondispensatie.
Bij loondispensatie bestaat voor zowel een deelnemer in het kader van de (n)Wajong als voor een deelnemer in het kader van
de Tijdelijke wet pilot loondispensatie, het totale inkomen van de deelnemer uit een gedeelte loon en een gedeelte inkomensondersteuning
respectievelijk aanvullende uitkering. De grondslag voor pensioenopbouw wordt gevormd door het loon dat de deelnemer ontvangt.
Pensioenopbouw over loon vindt plaats indien (en voorzover) het loon hoger ligt dan de franchise van de desbetreffende pensioenregeling.
Met haar brief van 8 juli 2010 heeft de STAR mij van haar advies in kennis gesteld.
De STAR heeft sociale partners, de pensioenkoepels VB en OPF en het Verbond van Verzekeraars nadrukkelijk in overweging gegeven
om partijen betrokken bij aanvullende pensioenregelingen en pensioenuitvoerders te verzoeken om te bewerkstelligen dat ingeval
van loondispensatie pro-rata pensioenopbouw mogelijk wordt. Een afschrift van de brief van de STAR aan deze partijen is bij
deze brief gevoegd1.
Het verheugt mij dat de STAR van oordeel is, dat het kunnen deelnemen aan een pensioenregeling en het kunnen investeren in
de eigen pensioenopbouw voor werknemers als hier bedoeld van groot belang is.
Het is nu aan bij aanvullende pensioenregelingen betrokken partijen en pensioenuitvoerders om aan dit verzoek gehoor te geven.
Ik spreek de hoop uit, dat de partijen hun verantwoordelijkheid zullen nemen.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner