29 816
Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften

nr. 55
VERSLAG OVER HET ADRES1 K.M.TE A.2 BETREFFENDE GEDEELTELIJKE KWIJTSCHELDING VAN EEN BELASTINGSCHULD

Vastgesteld 8 september 2005

De commissie3, gelet op de door de staatssecretaris van Financiën verstrekte inlichtingen,

overwegende,

dat adressant zich erover beklaagt dat de ontvanger der belastingen hem geen gedeeltelijke kwijtschelding van een zakelijke belastingschuld wil verlenen, door toe te treden tot een schuldeisersakkoord,

dat adressant in maart 2004 zijn kwijtscheldingsverzoek heeft ingediend, nadat hij in februari van dat jaar zijn schuldeisers een betalingsaanbod had gedaan, waarover hij ook de belastingdienst had geïnformeerd, mét het verzoek tot het akkoord toe te treden,

dat de ontvanger in april van dat jaar het verzoek van adressant heeft afgewezen, met als motivering dat van een zakelijke belastingschuld alleen gedeeltelijk kwijtschelding kan worden verleend in het kader van een akkoord met alle schuldeisers,

dat adressant zijn verzoek in oktober van dat jaar heeft herhaald, nadat hij in augustus een akkoord had bereikt met alle overige schuldeisers,

dat dit verzoek door de belastingdienst is opgevat als een bezwaarschrift tegen de beslissing van de ontvanger, waarop de directeur van de betreffende belastingeenheid vervolgens negatief heeft beslist, omdat in maart 2004 het akkoord nog niet bestond en voorts omdat inmiddels verrekening van de schuld had plaatsgevonden met een aan adressant toekomende belastingteruggaaf,

dat de afwijzing van het in maart 2004 gedane kwijtscheldingsverzoek niet kan worden beschouwd als een zorgvuldige en adequate beantwoording van het in februari reeds gedane uitvoerige en gemotiveerde verzoek van adressant om toe te treden tot een schuldeisersakkoord,

dat de in juni 2004 uitgevoerde verrekening van de schuld met een teruggaaf weliswaar rechtmatig is en de verwachting van zulk een verrekeningsmogelijkheid voor de belastingdienst weliswaar voldoende is om op voorhand geen medewerking te verlenen aan een schuldeisersakkoord, deze afwijzingsgrond was aan adressant in april van dat jaar niet bekend gemaakt, zodat het begrijpelijk is dat deze zijn onderhandelingen over een schuldeisersakkoord heeft voortgezet en zijn verzoek in oktober 2004 heeft herhaald, ondanks de inmiddels uitgevoerde verrekening,

dat adressant derhalve niet zorgvuldig is behandeld, terwijl hij zich inspande een schuldeisersregeling te treffen en zijn lopende fiscale verplichtingen nakwam;

van oordeel,

dat adressant van overheidswege onzorgvuldig is behandeld,

stelt de Kamer voor:

a. de staatssecretaris van Financiën te verzoeken om, mede gelet op door adressant met andere schuldeisers bereikte akkoord, hem alsnog een tegemoetkoming te verlenen door een gedeeltelijke herziening van de verrekening;

b. voor het overige over te gaan tot de orde van de dag.

De voorzitter van de commissie,

Mosterd

De griffier van de commissie,

Van Dijk


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
3

De commissie bestaat uit de leden: Kalsbeek (PvdA), Tichelaar (PvdA), De Wit (SP), Van Gent (GL), Van der Staaij (SGP), Mosterd (CDA) (Voorzitter), Van Fessem (CDA), Kraneveldt (LPF) en Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) en de plaatsvervangende leden Slob (ChristenUnie), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Vietsch (CDA), Varela (LPF) en Van Miltenburg (VVD).

Naar boven