nr. 11
VERSLAG OVER HET ADRES1 VAN H. WOLDEGEBRAI
LEM LEM TE HAARLEM BETREFFENDE HET HANDELEN VAN DE IMMIGRATIE- EN NATURALISATIEDIENST
Vastgesteld 16 december 2004
De commissie2, gelet op de door de minister
voor Vreemdelingenzaken en Integratie verstrekte inlichtingen,
overwegende,
dat adressante zich erover beklaagt dat de Immigratie- en naturalisatiedienst
haar niet heeft geïnformeerd over de voorwaarden waaronder aan haar op
2 juli 2004 een verblijfsvergunning op de titel «bijzonder onvoorzien
geval» is verleend, terwijl zij reeds in februari van dat jaar en enige
malen nadien naar aanleiding van de aankondiging om een toelichting heeft
gevraagd,
dat adressante in januari 2004 door de minister is erkend als zogenoemd
schrijnend geval en daarbij de mededeling ontving dat zij een verblijfsvergunning
zou ontvangen mits aan bepaalde voorschriften, waaronder de betaling van leges,
zou worden voldaan,
dat adressante daarop direct heeft verzocht om haar te informeren over
die voorschriften, waarop zij eind februari uitsluitend de mededeling ontving
dat zij geen leges hoefde te betalen,
dat adressante daarop direct nogmaals heeft verzocht haar te informeren
over de gestelde voorwaarden, waarop zij eerst begin juli, gelijktijdig met
de verblijfsvergunning, een antwoord ontving, dat overigens nog geen uitsluitsel
gaf,
dat adressante kort na de indiening van het onderhavige verzoekschrift
een brief heeft ontvangen van de minister, waarin deze te kennen heeft gegeven
dat in gevallen als van adressante aan de verblijfsaanvaarding geen nadere
voorwaarden zijn verbonden, ook niet aan verlenging van de verblijfsvergunning
tezijnertijd, tenzij sprake is van gewijzigde omstandigdheden,
dat adressante derhalve de gevraagde informatie wel heeft verkregen, zij
het dat deze te lang op zich heeft laten wachten, welke klacht door de IND
gegrond is verklaard;
van oordeel,
dat er voor de Kamer geen aanleiding is in deze aangelegenheid verder
te treden,
stelt de Kamer voor ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde
van de dag.
De voorzitter van de commissie,
Mosterd
De griffier van de commissie,
Van Dijk
XNoot
1Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste
hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange
Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.
XNoot
2De commissie bestaat uit de leden: Kalsbeek (PvdA), Tichelaar (PvdA),
De Wit (SP), Van Gent (GL), Van der Staaij (SGP), Mosterd (CDA) (Voorzitter),
Van Fessem (CDA), Kraneveldt (LPF) en Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD)
en de plaatsvervangende leden Tonkens (GroenLinks), Slob (Christen Unie),
Van Vroonhoven-Kok (CDA), Vietsch (CDA), Varela (LPF) en Van Miltenburg (VVD).