29 815
Jeugdzorg 2005–2008

30 434
Verhoging van de kinderkorting in de Wet inkomstenbelasting 2001

nr. 59
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 maart 2006

In het Algemeen Overleg over de Jeugdzorg van 7 december 2005 (Kamerstuk 29 815/29 284, nr. 46) heeft mevrouw Kant van de Socialistische Partij gevraagd naar de redelijkheid van de bijdrage van ouders in de kosten van de jeugdhulpverlening, i.c. een jeugdinstelling in relatie tot het niet in aanmerking komen voor aanvullende kinderkorting bij de inkomstenbelasting. Ik heb in genoemd overleg aangegeven deze vraag schriftelijk te beantwoorden.

Tot 2006 konden ouders in aanmerking komen voor (algemene) kinderkorting en een aanvullende kinderkorting. Met ingang van 2006 zijn de kinderkorting en de aanvullende kinderkorting samengegaan in één (gestroomlijnde) kinderkorting.

Deze gestroomlijnde kinderkorting geldt voor huishoudens met een (verzamel)inkomen tot € 44 034,–. Bij een (verzamel)inkomen tot € 28 521,– is de kinderkorting maximaal en bedraagt € 892,–. De korting loopt met een hoger inkomen geleidelijk af tot € 0,– bij een (verzamel-) inkomen van € 44 034,–. De gestroomlijnde kinderkorting geldt, evenals de kinderkorting en aanvullende kinderkorting die tot 2006 bestonden, alleen voor kinderen onder de 18 jaar die op hetzelfde woonadres staan ingeschreven als de belastingplichtige of zijn (fiscale) partner. Als het kind in een jeugdzorginstelling verblijft, is dat niet het geval en wordt dus geen kinderkorting verleend.

De ouderbijdrage jeugdhulpverlening is gebaseerd op de onderhoudsplicht van ouders. Als een kind buiten het gezin wordt verzorgd, is het redelijk dat op basis van het besparingsbeginsel ouders bijdragen in de kosten van levensonderhoud die nu door anderen worden overgenomen. De ouderbijdrage is inkomensonafhankelijk en bedraagt, afhankelijk van de delen van een etmaal van verblijf, maximaal € 64,80 per maand voor kinderen van 0 tot en met 5 jaar, € 89,10 voor kinderen van 6 tot en met 11 jaar en € 113,40 voor kinderen van 12 tot en met 20 jaar. De ouderbijdrage bedraagt slechts een gedeelte van de werkelijke kosten voor verzorging en verblijf in een jeugdhulpinstelling.

De kinderkorting beoogt gezinnen met kinderen extra te ondersteunen. Daarbij is het inwonende kind als uitgangspunt genomen. Waar een kind niet inwonend is, is aanvullende steun niet aan de orde. De kosten voor levensonderhoud van het kind komen in dat geval immers grotendeels, minus de ouderbijdrage, voor rekening van de staat.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp

Naar boven