29 800 XVI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2005

nr. 10
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 19 oktober 2004

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 heeft op 15 september 2004 overleg gevoerd met minister Hoogervorst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en staatssecretaris Ross-van Dorp van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van de minister en staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de actualisatie planningsbrief 2004–2005 (VWS 0401164 d.d. 15 september 2004).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Toelichting vooraf

De staatssecretaris deelt mee dat de beantwoording van de meer dan 360 vragen over de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) de Kamer binnenkort zal bereiken.

Zij wijst erop dat het een behoorlijk zware belasting is om alle ingezette trajecten snel en zorgvuldig bij de Kamer te krijgen. Het zou prettig zijn om alle zaken die de AWBZ regarderen samen te kunnen behandelen. Misschien kan de evaluatie van het persoonsgebonden budget nog iets versneld worden, maar het is moeilijk om vandaag aan te geven hoeveel sneller dat zou kunnen.

Ten slotte merkt de staatssecretaris op dat het planningsoverzicht gehaald moet kunnen worden.

De minister wijst erop dat de Zorgverzekeringswet een zeer strakke planning vraagt zowel van de minister als van het veld. Er is een grote hoeveelheid wetgeving aan de orde en het veld moet de gelegenheid krijgen om zich daarop in te stellen. Het is de verwachting dat op vrijdag 17 september 2004 zowel de Wet op de zorgtoeslag als de Wet op de zorgverzekering aan de Kamer kan worden aangeboden. Als deze wetten op 1 januari 2006 kunnen ingaan, heeft het veld een jaar de tijd om zich daarop op een ordentelijke manier te kunnen instellen. De minister hecht er zeer aan als de Tweede Kamer in het najaar de behandeling kan afronden. Daarna moeten de wetten natuurlijk nog naar de Eerste Kamer maar dan is de inhoud al wel duidelijk.

Daarna komt er nog een invoeringswet die niet veel meer zal bevatten dan techniek. Het is een wet ter intrekking van de Ziekenfondswet en is ook bedoeld om de daaruit voortvloeiende wijzigingen in andere wetten tot stand te brengen. Deze wet bevat de invoeringsdatum, te weten 1 januari 2006.

Volgens de planningsbrief krijgt de Kamer in november een integrale beleidsvisie eerstelijnszorg. Er hebben inmiddels nieuwe ontwikkelingen plaatsgevonden. Er is een intentieverklaring met het veld getekend. Deze wordt binnenkort aan de Kamer gezonden. De minister verwacht in december de Kamer het programma versterking eerstelijnszorg toe te kunnen zenden.

Het vervolgonderzoek van NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) naar actieve donorregistratie is gereed. Het kabinetsstandpunt wordt voorbereid. Het is echter niet mogelijk om dit eerder dan 15 oktober aan de ministerraad te kunnen voorleggen. Daarna komt het naar de Kamer.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Heemskerk (PvdA) vraagt naar de betekenis van de opmerking bij punt 5 – Verbeteren informatievoorziening in de zorg – dat er geen nieuwe beleidsproducten zijn voorzien. Hij kan zich niet voorstellen dat er helemaal niets gebeurt op het terrein van de rapportkaart voor de zorg, het elektronische patiëntendossier, et cetera. Juist op het terrein van informatievoorziening valt ongelooflijk veel te doen. Hij vraagt zich wel af of een en ander mogelijk is zonder een wettelijke informatieverplichting. In de transparantie-AMvB binnen de WTZI en in de Zorgverzekeringswet kunnen deze zaken aangescherpt worden.

De heer Heemskerk vraagt zich af wanneer de beleidsvisie basiszorg in het kader van de WTZI (Wet toelating zorginstellingen) naar de Kamer komt. Waarom zit de notitie over de kapitaalslastenproblematiek, bouwregime, solvabiliteit en kruissubsidiëring niet in het planningsoverzicht terwijl deze voor februari is toegezegd. Wat is de rol van de staatssecretaris van Financiën bij het wetsvoorstel zorgtoeslag? Waar wordt geregeld of een zorgverzekeraar wel of niet een heel ziekenhuis mag kopen?

Ten slotte vraagt de heer Heemskerk of er vóór het kerstreces nog een update met betrekking tot DBC's komt.

Mevrouw Verbeet (PvdA) wijst op het convenant dat het ministerie onlangs met het veld heeft gesloten. Namens de commissie merkt zij op dat er geen afspraken gemaakt moeten worden met het veld zonder dat de commissie zich daarover heeft kunnen uitspreken. Het is niet de bedoeling dat er straks bijvoorbeeld geen PGB (persoonsgebonden budget) meer is omdat het convenant al in werking getreden is.

Waarom duurt het zo lang voordat de beantwoording met betrekking tot de WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning) plaatsvindt? Wat is het effect daarvan op de behandelingstermijn in de Kamer en op de voorziene invoeringstermijn? Welke gevolgen heeft het feit dat de VNG haar medewerking heeft opgezegd?

Mevrouw Verbeet mist in de planning een voortgangsrapportage over het bouwen van intramurale voorzieningen. Dit klemt te meer omdat in de desbetreffende brief slechts gesproken is over extramuraal en niet over intramuraal terwijl een integrale benadering was toegezegd. Het ministerie moet zich aan zijn toezeggingen houden! De aangekondigde regeling voor het omgaan met vrijheidsbeperkende maatregelen en dementen staat ook niet in het planningsoverzicht.

Mevrouw Verbeet vreest voor het ontstaan van een traditie dat zaken veel later komen dan toegezegd. De voortgangsrapportage homobeleid bijvoorbeeld is onlangs naar de Kamer gekomen terwijl daar vorig jaar bij het planningsbeleid naar gevraagd is.

Ten slotte merkt zij op dat de informatievoorziening volledig dient te zijn. Als iets wordt toegezegd, moet het ook komen.

De heer Buijs (CDA) is bereid mee te werken aan een zo snel mogelijke voortgang bij de totstandbrenging van wetgeving op het terrein van de volksgezondheid. Het wetsvoorstel no claim is aangemeld voor plenaire behandeling. Het is inderdaad een tour de force om alles op tijd klaar te krijgen. De Zorgverzekeringswet komt dit jaar aan de orde terwijl de intrekking van de Ziekenfondswet in mei 2005 wordt behandeld. De fractie van het CDA in de Eerste Kamer wil deze liever gelijktijdig behandelen ondanks de eerder gegeven toelichting van de minister. De heer Buijs acht het zeer wenselijk om de behandeling die voor mei 2005 is voorzien, naar voren te halen.

De heer Buijs wijst op het AO over de bekostigingsstructuur van de huisartsenzorg dat gepland is voor 13 oktober en vraagt om een overzicht van de laatste stand van zaken een week vóórdat het overleg plaatsvindt.

Bespreking van de voortgangsrapportage geneesmiddelenbeleid staat gepland voor een AO op 30 september. Is het advies van de Raad van de State over de aanpassing van het GVS al terug? Verder zijn er ook een aantal rapporten toegezegd zoals de uitvoeringstoets GVS van het Pharmo-instituut en een rapport van IPCI. Kan de commissie schriftelijk op te hoogte worden gesteld van de laatste stand van zaken om dat overleg wat efficiënter te laten verlopen? Als dat niet mogelijk is, moet het AO op een later tijdstip plaatsvinden.

Ook wil de heer Buijs vóór het kerstreces de laatste stand van zaken vernemen over DBC's.

Hij sluit zich aan bij de vragen over ICT. De voor oktober toegezegde beleidsvisie past prima in het kader van de begrotingsbehandeling.

De nota Diabetes komt ongetwijfeld in een AO aan de orde. Preventie mag niet stilstaan. De heer Buijs acht het een goede zaak als er volgend jaar een vervolg komt op de Preventienota over de uitwerking van het preventiebeleid.

De minister heeft een strategienota toegezegd over gezondheidsbescherming en infectieziektebestrijding. In het desbetreffende debat is hoofdzakelijk gesproken over kinkhoest. Er komt nog een apart overleg over de strategische nota. Dat wordt echter niet vermeld bij punt 10 van de planningsbrief.

De heer Buijs is ook zeer geïnteresseerd in punt 11. Bij de begrotingsbehandeling 2004 heeft de minister een aantal redelijk ver gaande toezeggingen gedaan over het terugdringen van de administratieve lasten; de 31 verantwoordingsdocumenten; de 69 wetten, enz. Hij wil graag de stand van zaken vóór de begrotingsbehandeling ontvangen.

Wanneer komt de Wet ambulancevervoer naar de Kamer?

Hoe staat het met de toezegging van de minister om in september met een brief te komen over de salarissen in de zorg? Die brief kan in een AO of bij de begroting worden behandeld.

Ten slotte wijst hij op de vier rapporten die de afgelopen vier weken door de Inspectie voor de volksgezondheid zijn uitgebracht. Zitten er nog meer in de pijplijn? Is er sprake van een bepaalde beleidslijn?

Mevrouw Van Miltenburg (VVD) stelt namens de commissie dat de agenda van Europese raden en in ieder geval de grote lijnen eerder bekend gemaakt dienen te worden opdat de commissie zich daarop beter kan voorbereiden en de minister haar denkrichting kan meegeven.

Mevrouw Van Miltenburg mist bij de modernisering van de AWBZ nadere rapportages over de decentralisatie van de RIO's. Kan daarbij ook worden ingegaan op de mening van minister Zalm dat ZBO's afgeschaft moeten te worden terwijl het nadrukkelijk de bedoeling is dat de RIO's wel een ZBO worden?

Waarom komt de visie ouderenbeleid pas in februari? Kan er ook een brief komen over het scheiden van wonen en zorg, ook waar het intramurale instellingen betreft?

Is het mogelijk om het plan van aanpak uitwerking jeugdagenda van JONG-ministeries eerder te laten komen dan in december en kan de evaluatie van de PGB's vóór de begrotingsbehandeling aan de Kamer worden toegezonden?

Natuurlijk is het zeer irritant is als bewindspersonen steeds voor spoeddebatten naar de Kamer moeten komen. Als de Kamer voortdurend geconfronteerd wordt met afspraken die meteen van kracht worden, zijn er echter weinig andere mogelijkheden dan een spoeddebat. De Kamer wil absoluut haar oordeel kunnen geven over convenanten.

Zij is verbijsterd over het feit dat in de hele planningsbrief niets staat over gehandicaptenzorg. Het is duidelijk dat de financieringsstructuren niet meer verlopen via speciaal beleid, maar het is onvoorstelbaar dat er op VWS geen speciale aandacht is voor gehandicaptenzorg die zich uit in berichten aan de Kamer. Zij verzoekt de staatssecretaris om als coördinerend bewindspersoon voor dit beleid aan te geven welke bewindspersonen zich met gehandicaptenbeleid bezighouden en wat de speerpunten zijn. Hoe vertalen die speerpunten zich in berichten aan de Kamer of in wetgeving?

Ten slotte vraagt zij of er het komende jaar nog geen wetgeving met betrekking tot de WMO te verwachten is.

Antwoord van de bewindslieden

De minister stelt dat er een veelheid van producten rondom de informatievoorziening in de zorg op stapel staat. Een en ander is aangekondigd in de subsidiebrief. Er wordt hard aan gewerkt. Het gaat daarbij o.a. om het ondersteunen van de Consumentenbond bij het samenstellen van een report card voor de zorgverzekeraars. De minister acht daarvoor geen specifieke wetgeving nodig. Het punt van de informatievoorziening komt zowel bij de WTZI als bij de Zorgverzekingswet aan de orde.

De Wet op de zorgtoeslag wordt mede ondertekend door de staatssecretaris van Financiën. De minister stelt zich voor, deze wet gelijktijdig in te dienen met de Zorgverzekeringswet zodat de Kamer deze wetten gelijktijdig kan behandelen.

De notitie over de kapitaallasten komt in februari 2005. Met betrekking tot de verticale integratie heeft de minister geen wetgeving voor ogen. De zorgautoriteit moet daaraan aandacht besteden.

De beleidsvisie met betrekking tot de WTZI is voor oktober toegezegd. Dan moeten ook de beleidsregels klaar zijn. De AMvB komt in het najaar naar de Kamer.

De minister zal contact opnemen met de fractie van het CDA in de Eerste Kamer over de behandeling van de wetgeving.

Vóór het AO over de bekostiging huisartsen wordt de Kamer schriftelijk op de hoogte gesteld van de laatste stand van zaken. Tevens wordt alles in het werk gesteld om de voortgangsrapportage geneesmiddelenbeleid voor het AO van 30 september aan de Kamer toe te zenden. Indien dit niet lukt, is het inderdaad beter om dit AO uit te stellen.

De Kamer wordt nader geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot DBC's. Er zijn twee onderscheiden momenten. Ten eerste moet voor de invoering van segment B (het commerciële segment) een aanname gemaakt worden van het uurtarief. Dat gebeurt weliswaar met een korting van 2,5% maar voor het overige budgetneutraal, met nacalculatie. Het bedrag dat daaruit voortkomt, wordt niet het uurtarief voor de specialisten. Dat wordt nader bekeken door de commissie-Korthals Altes en dat rapport komt dus na de invoering van de DBC's. Als de gemiddelde werklast van specialisten de afgelopen tien jaar naar twintig uur zou zijn geslonken en zij komen op grond daarvan op een uurtarief van €1000, is het noodzakelijk om dat grondiger te bekijken. De exercitie van de commissie-Korthals Altes wordt normerend.

De minister wijst erop dat de planningsbrief geen lijst van toezeggingen bevat. Er komt inderdaad een vervolgnota preventie en in oktober komt de minister met een aparte brief over de aanpak van infectieziekten. Tevens komt er vóór begrotingsbehandeling een tussenstand met betrekking tot administratieve lasten.

De Wet ambulancevervoer is terug van de Raad van State en zal binnenkort naar de Kamer worden gezonden.

De minister meent dat het mogelijk moet zijn om de Kamer tijdig voor de Europese Raad van december te informeren. De agenda's voor de Europese raden worden vaak nog op de laatste dag gewijzigd. Misschien is het een oplossing om te Kamer tijdig te voorzien van een provisoire agenda met commentaar.

De inspectie voor de volksgezondheid opereert onafhankelijk en het is louter toeval dat er in korte tijd vier rapporten zijn verschenen. Natuurlijk komt iets wel eens wat later dan toegezegd maar er wordt heel hard gewerkt op het ministerie van VWS.

De staatssecretaris deelt de opvatting dat er toezeggingen gedaan zijn die niet opgenomen zijn in het planningsoverzicht. Zij stelt zich voor om de Kamer via de griffie te laten weten waar de voortgangsrapportage over bouw intramuraal en over het scheiden van wonen en zorg in de planning zit. De toezeggingen worden allemaal nagekomen, ook die met bettrekking tot regels inzake vrijheidsbeperkende maatregelen in het kader BOPZ. Die toezeggingen zijn wel allemaal opgenomen in de begroting.

Het convenant is gesloten in het kader van de uitvoering van het regeerakkoord, maar het is niet onomkeerbaar. Als de Kamer het er niet mee eens is, kan zij dat altijd kenbaar maken. Het is uiteindelijk de Kamer die beslist, maar het is niet mogelijk om tijdens het proces steeds met de Kamer over de details te spreken. De staatssecretaris meent dat daarvoor bij de begrotingsbehandeling voldoende ruimte is.

Er zijn wetstrajecten ingezet voor het centraliseren van de indicatiestelling. De Kamer zal in het najaar een brief ontvangen over de keuze die er gemaakt moet worden met betrekking tot de RIO's.

De visie ouderenbeleid komt beslist niet later dan februari 2005.

Bij JONG gaat het om een actieplan van diverse departementen. Een en ander moet goed worden voorbereid. Het kan echt niet eerder dan in het planningsoverzicht wordt aangegeven.

Bekeken zal worden of de brief over de evaluatie PGB's eerder naar de Kamer kan worden gezonden. Het is echter belangrijk dat alle informatie beschikbaar is.

De toezeggingen met betrekking tot het gehandicaptenbeleid worden nagekomen. Er is veel aandacht voor de diverse beleidsonderdelen. Dat zal ook blijken uit de begrotingsstukken. Bij de begrotingsbehandeling kan daarover gesproken worden. Als de Kamer haar verzoek om een brief over welke bewindspersonen waarvoor verantwoordelijk zijn, schriftelijk indient, komt daarop een antwoord.

Zodra het overleg over het de WMO met de Kamer is gevoerd, kan het wetstraject worden ingezet. De staatssecretaris is ervan overtuigd dat in 2006 gefaseerde invoering mogelijk is als het overleg dit najaar kan plaatsvinden. De schriftelijke antwoorden gaan deze week naar de Kamer. Veel gemeenten willen graag pilots doen om te bekijken hoe een zorgvuldige invoering kan plaatsvinden. De VNG heeft besloten om op dit moment helemaal geen zaken te doen waarover dan ook. Er zit spanning tussen wat de VNG laat weten en wat er aan de basis gebeurt.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Blok

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Teunissen


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Kalsbeek (PvdA), Rijpstra (VVD), Koser-Kaya (D66), Buijs (CDA), Atsma (CDA), Arib (PvdA), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Blok (VVD), voorzitter, Smits (PvdA), Örgü (VVD), Verbeet (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), ondervoorzitter, Vergeer (SP), Vietsch (CDA), Tonkens (GroenLinks), Joldersma (CDA), Van Heteren (PvdA), Smilde (CDA), Nawijn (LPF), Van Dijken (PvdA), Timmer (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Hermans (LPF), Schippers (VVD) en Omtzigt (CDA).

Plv. leden: Rouvoet (ChristenUnie), Verdaas (PvdA), Griffith (VVD), Bakker (D66), Ferrier (CDA), Çörüz (CDA), Blom (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Gerkens (SP), Veenendaal (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), Weekers (VVD), Tjon-A-Ten (PvdA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), De Ruiter (SP), Ormel (CDA), Van Gent (GroenLinks), Koomen (CDA), Waalkens (PvdA), Mosterd (CDA), Varela (LPF), Bussemaker (PvdA), Heemskerk (PvdA), Oplaat (VVD), Kraneveldt (LPF), Hirsi Ali (VVD) en Eski (CDA).

Naar boven