29 800 XV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2005

29 420
Wijziging van de Invoeringswet Wet werk en bijstand in verband met het verlenen van de bevoegdheid aan gemeentebesturen om in het kader van de Wet werk en bijstand categoriale regelingen voor de kosten van chronische ziekte of handicap voort te zetten of nieuwe categoriale regelingen terzake tot stand te brengen

nr. 70
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 7 maart 2005

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft op 16 december 2004 overleg gevoerd met minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over:

– de brief de minister van SZW d.d. 17 september 2004 met de reactie op de motie-Van der Vlies over effecten van de maatregelen in de zorg voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen 2004 (29 200-XV, nr. 110);

– de brief van de minister van SZW d.d. 12 oktober 2004 inzake spreiding van inkomenseffecten voor 2005 (29 800-XV, nr. 9);

– de brief van de minister van SZW d.d. 5 november 2004 over het inkomensbeeld 2005 (29 800-XV, nr. 21);

– de brief de staatssecretaris van SZW d.d. 26 november 2004 over het «Rapport terugdringing niet-gebruik bijzondere bijstand chronisch zieken, gehandicapten en ouderen met zorgbehoefte» (29 420, 29 800-XV, nr. 19);

– de brief van de minister van SZW d.d. 7 december 2004 inzake het inkomensbeeld 2005 (29 800-XV, nr. 34);

– de brief van de minister van SZW d.d. 14 december 2004 over het inkomensbeeld 2005;

– de brief van de minister van VWS, zonder datum [15 december 2004], over de nominale ziekenfondspremie (29 800-XVI, nr. 92).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Van der Vlies (SGP) herinnert eraan dat de minister indirect heeft toegegeven dat de motie-Van der Vlies (29 200, nr. 67) nog niet is uitgevoerd. Volgens de bewindsman kon dat niet, omdat hij niet beschikte over het definitieve beeld van de buitengewonelastenaftrek en de bijzon dere bijstand. Dat wordt pas verkregen na onder meer de belastingaangifte over 2004. De heer Van der Vlies wijst op het woord «onverwijld» in de motie. Het daarmee beoogde doel is niet gehaald. Hij erkent overigens dat in de loop van 2004 maatregelen zijn genomen voor het ziekenvervoer, de zelfzorgmedicijnen en de eigenbijdrageregelingen.

Toegezegd is ten eerste dat het geld dat binnen de regeling overblijft, daarvoor beschikbaar blijft. Ten tweede zal na 1 april 2005, als de belastingaangiften binnen zijn, het precieze beeld worden vastgesteld. Ten derde wordt dezer dagen met hulp van de maatschappelijke organisaties een task force ingesteld om mensen aan te moedigen gebruik te maken van de buitengewone-uitgavenregeling. Ten vierde zal de staatssecretaris de gemeenteraden wijzen op hun verantwoordelijkheid om een collectieve aanvullende verzekering voor minima in te richten. Het ging toch om alle denkbare en werkbare correcties op het inkomensbeeld over 2004 bij de norm van min één procent? Het lijkt vast te staan dat er nog correcties nodig zijn. Kan worden toegezegd dat «onverwijld» al het mogelijke wordt ingezet om dat te doen? In 2005 bestaat opnieuw een probleem. Uit het tot nu toe bekende beeld blijkt dat de ziekenfondspremie gewogen gemiddeld groeit met 24%. Dat is 6% hoger dan volgens de begroting. Hierdoor worden in belangrijke mate dezelfde groepen getroffen. De lijn van 2004 komt moeizaam tot stand. Voor dit jaar is weinig meer te doen. Kan de lijn worden doorgezet in het jaar 2005?

Bij de begrotingsbehandeling is er onder meer over gesproken om een eenmalige, doelgerichte uitkering te doen. In de jaren tachtig is lange tijd jaarlijks een eenmalige uitkering gedaan. Het ging daarbij om een generieke maatregel voor groepen met bepaalde kenmerken, los van hun eigen vermogens en inkomenspositie. Dat kan in het onderhavige geval niet de bedoeling zijn. Om die reden moet een zekere verfijning worden aangebracht. Is zoiets op heel korte termijn denkbaar?

Mevrouw Verburg (CDA) vraagt aandacht voor huishoudens met een middeninkomen, meestal gezinnen met kinderen. Zij worden redelijk zwaar en steeds zwaarder belast. Voor hen bestaat geen kwijtschelding, extra toeslagen of tegoedbonnen. De genoemde huishoudens vormen de ruggengraat van de samenleving en die moet sterk blijven. Zowel de minister als de staatssecretaris heeft toegezegd om met de gemeenteraden te spreken. Ook de maatschappelijke organisaties die opkomen voor de groepen waarover het algemeen overleg gaat, menen de mensen te kennen. Mevrouw Verburg vindt dit een belangrijk gegeven omdat per huishouden maatwerk moet kunnen worden geleverd. Kunnen de bewindslieden bevestigen dat met deze organisaties gesproken zal worden? Met generieke maatregelen worden te vaak niet de beoogde mensen bereikt. Het is daarom verheugend dat in 2006 wordt begonnen met gerichte toeslagen en kortingen, zoals de zorgtoeslag en de kinderkorting. Tijdens het vorige algemeen overleg heeft zij een voorstel van de gezamenlijke ouderenbonden genoemd. Voorgesteld werd om eenmalig € 100 uit te keren aan AOW'ers met een inkomen tot 110% van het wettelijk minimumloon. Reden hiervoor is dat ouderen met een klein inkomen niet of nauwelijks een beroep willen of kunnen doen op de voorzieningen. Onder die groep ouderen bestaat dan ook vaak stille armoede. De minister is niet voor deze maatregel, maar is bereid met de ouderenbonden te bekijken op welke manier het probleem kan worden aangepakt. Wil de bewindsman hierop ingaan?

Mevrouw Verburg ziet liever een structurele oplossing dan een eenmalige uitkering. Ouderen met een klein inkomen kunnen nu geen gebruik maken van de ouderenkorting omdat zij te weinig belasting betalen. Daarom stelt zij voor om die korting om te zetten in een verzilveringsregeling. Die maatregel moet volgens haar bovendien een terugwerkende kracht krijgen tot 2003. Voor een alleenstaande gaat het daarbij om € 36 per jaar, voor een tweepersoonshuishouden om € 72 per jaar. Met terugwerkende kracht komt dit uit op € 108. Voor tweepersoonshuishoudens gaat het om het dubbele. Zij roept de bewindslieden op om samen met de betreffende organisaties de mensen die bijzondere bijstand nodig hebben op te zoeken. Als het nodig is om nieuwe bezuinigingen door te voeren die slechts fiscaal kunnen worden opgevangen, dan dienen ze door de hogere inkomens te worden opgevangen. Wil de minister dit toezeggen?

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA) merkt op dat het systeem van no claim in de ziektekosten niet uitwerkt zoals het kabinet bij de begroting heeft voorspeld. Daarbij was namelijk aangenomen dat de premies van de ziektekostenverzekeringen volgend jaar zouden dalen. Hierdoor ziet het koopkrachtbeeld er in 2005 fundamenteel anders uit dan het kabinet heeft voorgesteld. Tijdens vorige overleggen en vergaderingen heeft de minister steeds zorgvuldig gezegd dat in de zogenaamde puntenwolken van een gemiddelde lastendruk is uitgegaan, onder meer voor chronisch zieken en gehandicapten. Het komend jaar zouden zij gemiddeld een meevaller hebben van € 93. Dat is niet juist. 4,5 miljoen Nederlanders gaan er gemiddeld feitelijk € 255 op achteruit. Weliswaar ondervinden zij de effecten daarvan in 2006, maar de verhoogde premie die daarvoor nodig is, moeten zij in 2005 betalen. De minister vond in juni dat het koopkrachtverlies van mensen met een laag inkomen gecompenseerd zou moeten worden ten koste van de hogere inkomens. Het ging toen om een koopkrachtverlies van 1% voor AOW'ers en 1,5% voor werkenden. Nu lijkt het erop dat een AOW'er er, evenals een paar op het sociaal minimum, 1,8% op achteruitgaat in 2005. Een alleenstaande met een minimuminkomen gaat er 2,3% op achteruit. De oorzaak hiervan is de hogere ziektekostenlast. Het koopkrachtverlies van de hogere inkomens zal eveneens hoger zijn, maar minder hoog dan de minima. De harde voorwaarde die minister De Geus in juni stelde voor het inkomensbeeld in 2005, geldt niet langer. Het CDA-congres heeft uitgesproken dat de minima de komende jaren geen koopkracht meer hoeven in te leveren. Volgens dat congres dient zelfs met bij voorrang te worden gewerkt aan het herstel van hun koopkracht. Met het huidige beleid wordt evenwel het omgekeerde bereikt. Trekt de minister zich erg veel aan van het genoemde congres? Mevrouw Noorman roept de minister op om de ramp niet te laten plaatsvinden.

Mensen hebben slechts een standaardpakketpolis, omdat zij niet goed verzekerbaar zijn; zij zijn te duur. Voor iedereen met een standaardpakketpolis komt er met ingang van dit jaar in principe een eigen risico van € 255. Daarmee is het koopkrachtplaatje voor die groep definitief onwaar. Hoeveel mensen hebben de standaardpakketpolis? Hoeveel mensen hebben daarvan een inkomen onder de ziekenfondsgrens? Hoeveel ouderen zijn het? De mensen hebben recht op een eerlijk antwoord. Zij hebben er recht op om te weten dat niet zal plaatsvinden wat het kabinet voorspelt voor volgend jaar. Voorts hebben zij er recht op te weten dat de helft van alle ziekenfondsverzekerden zal worden getroffen door de no claim.

De minister heeft inmiddels overleg gevoerd met de ouderenbonden, maar tot teleurstelling van die bonden was hij tot niets bereid en verwees hij slechts naar de verzilveringsregeling voor de buitengewone lasten. Deze regeling is echter alleen in bepaalde omstandigheden van toepassing. Ziektekosten die samenhangen met een chronische ziekte of een handicap komen er niet voor in aanmerking. Bovendien zijn er nogal wat gemeenten die er geen invulling aan geven. De aanvullende verzekering moet door zo veel mogelijk gemeenten worden uitgevoerd. De regering heeft hiernaar een ondeugdelijk, niet-representatief onderzoek laten doen. Mevrouw Noorman heeft echter twee weken geleden al laten weten welke instelling per gemeente weet of zij de aanvullende verzekering heeft ingesteld. Het is slecht dat de regering de Kamer daarvan niet op de hoogte heeft gesteld. De gemeenten hebben grote problemen met de aanpak van het niet-gebruik, omdat zij daarvoor particuliere bureaus publieke gegevens moeten laten matchen. Wil de minister alle gemeenten in gelegenheid stellen zonder tussenkomst van particuliere bureaus hun bestanden te matchen met bij de overheid beschikbare gegevens? Daardoor kunnen zij de grote groep die rechten heeft en die niet direct kan worden bereikt, toch informeren. De minister moet hiermee niet langer aarzelen, want mevrouw Noorman heeft er een jaar geleden ook al om gevraagd.

Tijdens de begrotingsbehandeling heeft zij in een motie gevraagd om de ouderenkorting per 1 januari 2006 beschikbaar te stellen voor de 85 000 ouderen die haar niet krijgen. Zij stemt evenwel van harte in met het voorstel van mevrouw Verburg om een dergelijke regeling met terugwerkende kracht te laten gelden.

De heer Weekers (VVD) vindt het koopkrachtbeeld op zichzelf evenwichtig. Hij wijst erop dat niet alleen moet worden gekeken naar het inkomen van mensen, maar ook naar de mogelijkheden die zij zelf hebben om hun koopkracht te beïnvloeden. De ziekte- en de energiekosten zijn twee belangrijke factoren van de koopkracht. Juist wat die kosten betreft zijn de keuzemogelijkheden de afgelopen jaren vergroot. Het kabinet moet de mensen dat nogmaals duidelijk maken. Weliswaar geven de ministers van VWS en van SZW het aan in hun brieven aan de Kamer, maar ook in gesprekken met de ouderenbonden en de Chronisch Zieken en Gehandicaptenraad kan hierop worden gewezen.

In de bijzondere bijstand moet extra maatwerk worden geleverd. Tijdens het vorige algemeen overleg over het onderhavige onderwerp heeft de minister echter gezegd dat twee belangrijke redenen voor de maatwerkregeling van vorig jaar zijn weggenomen. Het budget voor de bijzondere bijstand hoeft dus niet meer zo hoog te zijn als vorig jaar. De maatregel om ouderen € 60 per jaar extra te geven komt erbij. Het gebruik van de bijzondere bijstand is zorgwekkend. De bewindslieden delen de zorgen. Tijdens de begrotingsbehandeling heeft de heer Weekers de staatssecretaris verzocht om de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) te vragen of de fictieve middelen voor de bijzondere bijstand toereikend zijn. Op dit verzoek heeft de staatssecretaris nog geen helder antwoord gegeven. Ook in de brief van de minister van gisteren is hierover niets terug te vinden. Mevrouw Verburg wil de benodigde extra inspanningen voor maatwerk uitbreiden met een terugwerkende kracht. Dit is op zichzelf een sympathieke gedachte. Kan dit voorstel worden betaald uit de onderuitputting van de regelingen? In dat geval zou de heer Weekers het ondersteunen. Mocht voor de betaling met terugwerkende kracht aan de middeninkomens een nadere heffing worden opgelegd, dan zou hij het voorstel niet ondersteunen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks) vindt dat binnen de begroting best extra uitgaven kunnen worden gedaan door andere keuzen te maken. Het inkomen van chronisch zieken en gehandicapten, ouderen en minima wordt steeds slechter, ook in 2005. De koopkrachtplaatjes zijn gemiddelden. Wie van meer regelingen gebruikmaakt, gaat veel verder achteruit dan de twee of 3%. Het is uitermate treurig dat de solidariteit tussen jong en oud, gezond en ziek, en rijk en arm totaal zoek is als het aan het kabinet ligt. De no claim van € 250 en de huursubsidiekorting van € 145 zijn niet opgenomen in de puntenwolken. De desbetreffende mensen krijgen deze bedragen nog extra voor hun rekening. De vraag is of de Kamer bereid is te kiezen voor diegenen die het het allermoeilijkst hebben. 4,3 miljoen mensen zullen gebruik moeten maken van de gezondheidszorg en leveren daardoor gezamenlijk zo'n 250 mln euro in. De minister van SZW, de «chef koopkracht van het kabinet», moet ingrijpen, want het voorgaande moet niet kunnen. Gezegd is dat mensen hun koopkracht fors kunnen beïnvloeden door een goedkoop ziekenfonds te kiezen. Mensen mogen echter niet gedwongen worden, om financiële redenen minder kwaliteit en een kleiner pakket te accepteren. Weliswaar is er acceptatieplicht, maar dat geldt slechts voor het standaardpakket. Voor aanvullende verzekeringen is het een stuk moeilijker. Zeggen dat mensen kunnen veranderen van ziekenfonds is makkelijk, maar in de praktijk is het dus een stuk moeilijker.

Hoewel coalitie en kabinet zeggen niet voor generieke maatregelen te zijn, stellen zij zelf voor om alle AOW'ers € 60 extra te geven. Waarom moeten rijke gepensioneerden ook dat bedrag extra krijgen? Mevrouw Van Gent stelt daarom voor ouderen met AOW en een klein pensioen € 107 extra te geven en rijke AOW'ers even niet mee te laten doen. Het voorstel van mevrouw Verburg voor een verzilveringsregeling is niet slecht, maar heeft slechts betrekking op één groep, namelijk ouderen. De koopkracht van chronisch zieken, gehandicapten en minima daalt echter ook heel snel. Daarom verwacht mevrouw Van Gent steun van mevrouw Verburg voor haar amendementen bij volkshuisvesting en bij sociale zaken. De heer Weekers moet volgens mevrouw Van Gent vasthouden aan zijn motie van vorig jaar, waarin hij om 80 mln euro had gevraagd.

Mevrouw Kant (SP) is geschrokken van het toegenomen beroep dat op de Voedselbank wordt gedaan. Het kabinet is verantwoordelijk voor de schrijnende gevolgen van de armoede. De mensen die geen geld kunnen missen, worden door de stijging van de nominale ziektekosten met 24% wederom getroffen. De no claim treft niet alleen ouderen, chronisch zieken en gehandicapten, maar ook veel andere mensen met lage inkomens die wel eens naar de dokter moeten. Zij worden bovendien geraakt door andere maatregelen van het kabinet, zoals die bij de huursubsidie. De opdracht uit de motie-Van der Vlies om de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten te repareren, wordt niet uitgevoerd. Het kabinet moet niet zeggen dat dit niet kan, want verschillende oppositiepartijen hebben er voorstellen toe gedaan. Het moet gewoon erkennen dat het niet wil. Dat gebrek aan wil vindt mevrouw Kant niet sociaal.

Als de ouderenkorting wordt verzilverd, zoals mevrouw Verburg heeft voorgesteld, is dat mooi. Het is evenwel geen oplossing voor de grote groep gedupeerden, zeker niet de chronisch zieken en gehandicapten. Het is teleurstellend dat de verzilveringsregeling het enige is waartoe mevrouw Verburg bereid is. Het CDA-congres heeft de bewindspersonen en de fractie duidelijk opgeroepen om iets te doen voor mensen die niets meer kunnen missen, maar dat is niet gebeurd.

De heer Rouvoet (ChristenUnie) stelt vast dat een meerderheid van de Kamer chronisch zieken en gehandicapten onvoldoende heeft willen ontzien bij het treffen van op zichzelf noodzakelijke maatregelen in de zorg. De koopdracht van de betrokken groepen is zorgwekkend. In de motie wordt gesproken over een reparatie bij een koopkrachtverlies van meer dan één. De motie is niet uitgevoerd. Sommigen vinden weliswaar dat de motie «nog niet» is uitgevoerd, maar in de motie werd gevraagd om «onverwijld» actie te ondernemen en dat is niet gebeurd. Wat is de stand van zaken bij de task force? Wat wordt ervan verwacht? Het kabinet en de Kamer gaan niet over de bijzondere bijstand. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij gemeenten. Die blijken het maatwerk waarover de heer Weekers spreekt, niet te kunnen garanderen. Het tekortschieten van budgetten is een van de oorzaken daarvan.

De minister heeft in het vorige overleg gezegd dat de chronisch zieken en gehandicapten zeer geholpen zijn met de maatregelen die in het afgelopen jaar zijn genomen. Het gaat echter om een verzachting van koopkrachtschade die hij eerst zelf heeft aangericht. Hij zou daarom niet te hard moeten roepen dat de betrokken groep ontzettend tevreden zou moeten zijn de maatregelen. De inzet van het kabinet is op zichzelf prima, maar goede intenties leiden niet tot meer koopkracht. Er moet meer gebeuren. De noodzakelijke zorg voor chronisch zieken en gehandicapten is uit het basisziekenfondspakket gehaald, maar moet er weer in.

Een meerderheid van de Kamer heeft tegen de amendementen en moties gestemd die ChristenUnie, GroenLinks, SP en PvdA gezamenlijk hadden ingediend. Vanuit de daardoor ontstane machteloosheid spoort de heer Rouvoet de bewindslieden aan om alles te doen wat zij kunnen om ervoor te zorgen dat het geld daadwerkelijk terechtkomt bij de mensen voor wie het is bedoeld. Hij dringt aan op een heroverweging van het pakket aan maatregelen. Het voorstel van mevrouw Verburg om de ouderenkorting om te zetten in een structurele verzilveringsregeling spreekt hem aan. Weliswaar biedt zo'n regeling niet voor de hele groep een oplossing, maar voor de ouderen vormt zij wel degelijk een belangrijke tegemoetkoming die de heer Rouvoet van harte ondersteunt.

Het antwoord van de bewindslieden

De minister is het ermee eens dat de heren Van der Vlies en Rouvoet het woord «onverwijld» in de motie-Van der Vlies benadrukken. Het «onverwijld» geldt echter pas in het geval dat zou blijken dat negatieve effecten voor bepaalde groepen chronisch zieken, gehandicapten en ouderen nog dusdanig groot zijn dat niet van een rechtvaardige inkomensverdeling kan worden gesproken. De motie is inderdaad nog niet uitgevoerd, want dat kan pas gebeuren als definitief is gebleken wat het inkomen van de groepen is. Het kabinet gaat momenteel na wat de effecten zijn. De minister aarzelt niet om krachtig op te treden, maar doet dat pas als de informatie voldoende zeker is. Hij doelt daarmee op alle correcties die denkbaar en werkbaar zijn als de inkomensverdeling niet rechtvaardig blijkt. Voor veel mensen met een middeninkomen moet het wel lijken alsof het inkomensbeleid van de overheid alleen maar draait om de minima. De regering zal daarom de komende tijd aandacht blijven schenken aan de middeninkomens, niet alleen in de maatregelen, maar ook in de beeldvorming.

De koopkrachteffecten zijn in 2004 iets gunstiger uitgevallen dan verwacht bij de begrotingsbehandeling van vorig jaar. Afgezien van de niet-standaardeffecten was een spreiding voorzien van – 1% tot +1%. De verwachting was dat de sociale minima 0,5% zouden verliezen en de koopkracht van de AOW'ers gelijk zou blijven. De sociale minima met kinderen hebben in 2004 evenwel in het algemeen een kwart procent gewonnen en de AOW'ers een 0,5%. Een deel van de oorzaken van de spreiding in de niet-standaardeffecten is in de loop van het jaar weggenomen: het ziekenvervoer en de zelfzorgmedicijnen. Toen het er afgelopen zomer op leek dat mensen met een lager inkomen er in 2005 fors op achteruit zouden gaan, heeft het kabinet zich ingespannen om de minima met kinderen en de AOW'ers daarbij relatief te ontzien. Het kan niet garanderen dat niemand koopkracht verliest, maar wel dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Volgens met meest recente beeld – maar het varieert nog – verliezen sociale minima met kinderen en AOW'ers ongeveer een 0,5%. Binnen het totale koopkrachtbeeld gaan zij er echter het minst op achteruit.

Over de aftrek in de fiscale sfeer wordt op een groot aantal manieren voorlichting gegeven. Zo heeft iedereen die mogelijk in aanmerking komt een brief ontvangen van de Belastingdienst. Bovendien is in overleg met organisaties, zoals de ouderen organisaties, alle mogelijke voorlichting gegeven. Onduidelijk is in hoeverre iedereen die de regeling nodig heeft ervan gebruik heeft gemaakt. In de fiscale sfeer is in elk geval een openeinderegeling getroffen. De gemeenten hebben geld gekregen. De minister blijft proberen alle betrokkenen te bereiken. Op initiatief van de fiscus vindt vandaag een technisch overleg plaats met een groot aantal groepen. De vrees is namelijk dat deelname aan regelingen te ingewikkeld is. Gestreefd wordt naar ultieme eenvoud en dat is een goede zaak.

Daarnaast heeft de minister deze week bestuurlijk overleg gevoerd met een delegatie van de ouderenorganisaties. In dat overleg hebben de ouderenbonden erop gewezen dat in hun achterban grote gêne bestaat om van de bijzondere bijstand gebruik te maken. De minister vindt dat die gêne hem dwingt tot extra inspanning. Weliswaar moet de mogelijkheid blijven bestaan om hen bijstand te verlenen, maar hen moet in ieder geval datgene bereiken waarop zij fiscaal recht hebben. Veel ouderen doen door een combinatie van factoren ook aangifte voor de inkomstenbelasting. Velen maken op zichzelf al gebruik van de buitengewonelastenregeling. Door de verzilveringsregeling kunnen ook mensen met de laagste inkomens ervan gebruikmaken. Dat is nog te weinig bekend. De minister verwacht dat er veel minder gêne is voor een regeling via de fiscus, omdat zo'n maatregel veel meer wordt ervaren als een recht. Met de ouderenorganisaties is ook gesproken over de capaciteitsproblemen bij organisaties die mensen willen helpen. Het benutten van de capaciteit zal zo eenvoudig mogelijk worden gemaakt. Eventueel kunnen rechtstreekse lijnen worden gelegd.

De minister waarschuwt voor generieke maatregelen voor ouderen. De AOW-uitkering exclusief vakantiegeld voor alleenstaanden stijgt per 1 januari met € 9,50 per maand. De AOW voor gehuwden stijgt, afgerond op halve euro's, met € 4,50. Dit is een inkomensstijging die moet worden verrekend met de inflatie om het koopkrachteffect te weten. De reden voor deze feitelijke verhoging is de wens ouderen en minima met kinderen extra te ontzien. Het feitelijke verschil tussen de netto-AOW op jaarbasis en de bijstand op jaarbasis voor alleenstaanden is € 796 in het voordeel van de senioren. Voor de gehuwden is het verschil € 1076 in het voordeel van de senioren. Wordt een generieke maatregel genomen voor ouderen, dan kan men zich afvragen in hoeverre andere sociale minima rechtvaardig worden behandeld. Het enorme verschil is het gevolg van het beleid van opeenvolgende kabinetten om AOW'ers te ontzien. Dat is op zichzelf goed; er hangt de gedachte mee samen dat mensen jonger dan 65 misschien nog wat kunnen veranderen aan hun situatie.

De minister raadt echter aanvaarding van de suggestie van mevrouw Verburg af om nog iets extra's te doen voor ouderen. Hij acht zo'n maatregel namelijk momenteel niet adequaat. Een verzilvering van de ouderenkorting is in die zin een vraag van een andere orde, dat die korting een bestaand recht is. Zij is echter een recht in relatie tot de verplichting om belasting te betalen. Het is van belang om die systematiek te handhaven, want zij heeft te maken met de zuiverheid van ons fiscale stelsel. Vanuit de fiscale systematiek is het dan ook niet verstandig om het voorstel van mevrouw Verburg te volgen. Bovendien is het niet nodig.

De minister herinnert eraan dat het van 1 januari tot 1 april weer aangiftetijd is. Als mensen de kans voorbij laten gaan om dan geld terug te vragen, gaat weer een jaar verloren.

In de begroting is de regering uitgegaan van een nominale premie van € 284, los van het effect van de no claim. Zij bedraagt momenteel € 290, hoewel zij nog niet stabiel is. De minister zegt toe dat de regering de Kamer schriftelijk zal informeren over de standaardpakketpolis. Mevrouw Noorman heeft erop gewezen dat sommige ziektekosten niet voor belastingaftrek in aanmerking komen. Dat is een complicatie in het debat. De vraag is in hoeverre de ziektekosten die voor eigen rekening komen, in het koopkrachtbeeld passen. Mevrouw Noorman ontleedt de zaak op een goede manier. De tegemoetkoming buitengewone uitgaven is geen panacee, al was het maar omdat belastingaftrek nooit een volledige vergoeding is. De regering monitort en matcht met de mogelijke middelen, zoals aangegeven in de brieven.

Mensen zijn inderdaad in gelegenheid om hun ziektekosten te beperken door eventueel van ziekenfonds te veranderen. De collega van VWS heeft geschreven welke spreiding daarbij bestaat. De minister staat aarzelend tegenover de uitspraken van de heer Rouvoet over de mate waarin chronisch zieken en gehandicapten geholpen zijn door het pakket van maatregelen van het kabinet. Gegeven de bezuinigingen die de regering nodig achtte in het zittend ziekenvervoer en de zelfzorgmedicijnen, heeft zij wel degelijk gestreden voor compensatie. Naar aanleiding van de vragen over het CDA-congres wijst de minister erop dat hij het standpunt van het kabinet verdedigt en mevrouw Verburg het standpunt van het CDA.

De staatssecretaris heeft de VNG gisteren in een overleg indringend verzocht om er bij gemeentebesturen aandacht voor te vragen dat de beschikbare middelen terechtkomen bij chronisch zieken en gehandicapten. De brief aan de gemeenteraden zal binnenkort worden verzonden. Deze week heeft hij de Landelijke Cliëntenraad en andere organisaties gevraagd om er via hun kanalen nog eens bij gemeenten op aan te dringen dat de betrokken mensen worden bereikt.

Dat de bijzondere bijstand niet altijd terechtkomt bij de mensen om wie het gaat, komt volgens de VNG vermoedelijk mede door tekortschietende budgetten. De staatssecretaris heeft met de VNG afgesproken eerst nader te verkennen of het mogelijk is om daarnaar onderzoek te doen. Dit mag niet ten koste gaan van de afspraak die bij de invoering van de WWB is gemaakt, namelijk dat er geen bovenmatige onderzoekslast bij de gemeenten wordt gelegd. Voor verdere informatie over het onderzoek verwijst de staatssecretaris naar zijn antwoord in het overleg van vorige week. Over het koppelen bestaat overeenstemming. Op dat punt moet nog veel gebeuren. In discussies over de kruispuntbank wordt erover gesproken. Een commissie van experts is ingesteld. Binnen de bestaande privacywetgeving en gezien de techniek zijn er mogelijkheden.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Smits

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Nava


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Noorman-den Uyl (PvdA), Bakker (D66), Bibi de Vries (VVD), De Wit (SP), Van Gent (GroenLinks), Verburg (CDA), Hamer (PvdA), voorzitter, Bussemaker (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Mosterd (CDA), Smits (PvdA), Örgü (VVD), Weekers (VVD), Rambocus (CDA), De Ruiter (SP), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Bruls (CDA), Varela (LPF), Eski (CDA), Koomen (CDA), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), Stuurman (PvdA), Kraneveldt (LPF), Hirsi Ali (VVD).

Plv. leden: Depla (PvdA), Koser-Kaya (D66), Blok (VVD), Kant (SP), Halsema (GroenLinks), Smilde (CDA), Verbeet (PvdA), Timmer (PvdA), Tonkens (GroenLinks), Omtzigt (CDA), Adelmund (PvdA), Van Miltenburg (VVD), Visser (VVD), Algra (CDA), Vietsch (CDA), Van der Vlies (SGP), Hessels (CDA), Hermans (LPF), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van Dijk (CDA), Van Egerschot (VVD), Van Dijken (PvdA), Blom (PvdA), Kalsbeek (PvdA), Van As (LPF), Schippers (VVD).

Naar boven