29 800 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2005

nr. 101
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2005

Bij brief van 9 juni 2005 heeft het lid Van Velzen (SP) kamervragen gesteld over het voornemen medewerkers van de vakgroep Natuurbescherming van de Algemene Inspectie Dienst (AID) uit hun functie te zetten (Aanhangsel der Handelingen II, vergaderjaar 2004–2005, nr. 1968). In onderhavige brief beantwoord ik deze vragen.

Alvorens ik hiertoe overga, zal ik ingaan op de recente ontwikkelingen bij de AID en bericht ik u, mede namens de minister van Justitie, over mijn toezegging om bij het Openbaar Ministerie navraag te doen naar een nadere detaillering van de handhavingscijfers die ik u bij brief van 10 februari 2005 heb verstrekt (Kamerstukken II 2004/05, 29 800 XIV, nr. 64).

Recente ontwikkelingen AID

Algemeen

In de Strategische OndernemingsVisie AID 2004–2007, die in april 2004 is vastgesteld, zijn de uitgangspunten opgenomen voor het ontwikkelings- c.q. veranderingsproces dat binnen de AID gaande is. Dit proces is gericht op verdergaande professionalisering van de medewerkers en de kwaliteit van het toezicht en de opsporing en sluit aan bij de ontwikkelingen die op het terrein van handhaving gaande zijn (invoeren van het instrument «programmatisch handhaven», vormen van toezicht op toezicht, Programma Andere Overheid, samenwerking tussen handhavingsdiensten). In dit verband kan ook worden gewezen op de professionaliseringsslag die voor alle milieu BOA's – de AID controleurs binnen het vakgebied natuur behoren daartoe – thans wordt uitgewerkt in het LOM (Landelijk Overleg Milieu) samenwerkingsverband.

Belangrijk aspect van die professionalisering is uiteraard de «kennis en kunde» van/over het betreffende werkterrein, maar ook het in voldoende mate kunnen beschikken over de juiste competenties om het controlewerk gedegen te kunnen uitvoeren. Ik hecht sterk aan controleurs die uiteraard «kennis van zaken» (in casu natuurzaken) hebben en tegelijkertijd op een zakelijke, objectieve en onbevooroordeelde wijze hun werk doen. Om dat blijvend te kunnen borgen en daarmee integriteitsproblemen zoveel mogelijk te voorkómen is het management van de AID al enige tijd bezig taakroulatie vorm en inhoud te geven (bijv. via het opstellen van zogenaamde risicoprofielen per functie). Daarmee wordt tevens inhoud gegeven aan de uit een oogpunt van goede bedrijfsvoering noodzakelijke flexibiliteit en mobiliteit. Het streven naar taakroulatie sluit overigens ook goed aan op het rijksintegriteitsbeleid. Dit is een beleid dat mede inzet op taakroulatie.

Taakroulatie Vakgroep Natuur

Concreet is taakroulatie thans aan de orde in de Vakgroep Natuur, de vakgroep die zich onder andere bezighoudt met het toezicht op de naleving van de CITES-regelgeving. In deze vakgroep was de laatste jaren sprake van beperkte mobiliteit en een langdurige, intensieve betrokkenheid met het werkveld. Dit zou tot verhoogde risico's kunnen leiden.

De betrokken taakroulatie is nadrukkelijk niet een collectieve straf voor «lekken richting media en kamerleden». Met de taakroulatie wordt primair beoogd risico's op niet-integer gedrag te beperken. Een dergelijk instrument kan ook eenvoudigweg geen oplossing bieden voor het concreet en snel tegengaan van eventueel «lekken».

De beslissing om tot taakroulatie te komen is op 25 april 2005 door de teamleiders aan de medewerkers bekend gemaakt. Voor die datum zijn de teamleiders geïnformeerd en op 20 april 2005 zijn zowel de Secretaris-Generaal als de leden van de Ondernemingsraad in algemene zin geïnformeerd over deze beslissing. De leiding van de AID wil per keer drie controleurs per (regionale) inspectie laten rouleren.

Binnen de Vakgroep Natuur werken ongeveer 30 controleurs, waarvan er drie controle-vakspecialist zijn. De controleurs zijn in beginsel inzetbaar binnen het gehele werkveld. Van deze groep is aan negen medewerkers (afkomstig van de drie inspecties) meegedeeld dat zij met ingang van 1 november 2005 in een ander vakgebied zullen worden geplaatst.

Ik wil benadrukken dat geen sprake is van functieroulatie, maar van taakroulatie.

AID controleurs kunnen in het kader van hun functie (met behoud van standplaats, salaris, enz.) worden ingezet binnen de verschillende vakgroepen. Er is geen enkele controleur uit de vakgroep natuur uit zijn/haar functie gezet. Evenmin worden controleurs buiten de AID te werk gesteld. Bij de plaatsing in een ander vakgebied zal overigens zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de wensen en de ambities van betrokkenen.

Borging van kennis

De beslissing tot taakroulatie heeft bij de groep controleurs begrijpelijkerwijs emoties opgeroepen. Een delegatie van hen heeft op 1 juni 2005 een gesprek gehad met de Secretaris-Generaal. In dat gesprek hebben de controleurs over alle aspecten van het besluit hun gedachten en meningen naar voren kunnen brengen. In dat gesprek is gebleken dat de medewerkers taakroulatie op zich niet afwijzen, maar dat zij zich vanuit hun betrokkenheid zorgen maken over de borging van de zo noodzakelijke kennis binnen de Vakgroep Natuur. Deze zorg is mede de aanleiding geweest voor mijn opdracht aan de leiding van de AID binnen enkele maanden op dit punt met een plan te komen en dit ter goedkeuring voor te leggen aan de Secretaris-Generaal. In dit plan wordt, uitgaande van de door de leiding van de AID genomen beslissing, opgenomen hoe de taakroulatie bij de Vakgroep Natuur wordt vormgegeven, hoe er aan kwaliteitsborging van CITES-handhaving op het huidige niveau wordt voldaan, en hoe wordt omgegaan met – en perspectieven worden geboden aan – de te rouleren collega's. Onder invloed van het nog op te stellen plan kan de geplande uitvoering uiteraard wijzigen.

Vanaf 25 april 2005 zijn de voorbereidingen voor de taakroulatie gestart, waaronder het opleiden van 13 nieuwe medewerkers voor de Vakgroep Natuur.

Criminaliteitsbeeldanalyse

Tijdens het AO CITES van 16 maart 2005 bleek dat enkele kamerleden de beschikking hadden over het vertrouwelijke rapport «CITES, illegale handel in bedreigde uitheemse dieren, planten en producten Nederland 1996–2000, Criminaliteitsbeeldanalyse». Ik heb toegezegd na te gaan hoe dit rapport naar buiten is gekomen.

De interne auditor van de AID heeft met een procesgerichte benadering naar de zaak gekeken. Vervolgens hebben drie teamleiders onder vier ogen aan hun medewerkers van de Vakgroep Natuur gevraagd of zij stukken of informatie naar buiten hebben gebracht. Hieruit zijn geen concrete aanwijzingen naar voren gekomen dat medewerkers van de AID, Vakgroep Natuur, hiervoor verantwoordelijk zijn.

Detaillering handhavingcijfers

In mijn brief van 10 februari 2005 heb ik aangegeven dat het aantal feiten dat door het Openbaar Ministerie vanaf 1 januari 2003 tot en met januari 2005 is behandeld vanwege het overtreden van artikel 13, eerste lid, van de Flora- en faunawet (illegaal bezit, vervoer en handel in beschermde in- en uitheemse dier- en plantensoorten) 1314 betreft. Tevens heb ik verduidelijkt in hoeveel gevallen deze behandeling heeft geleid tot een dagvaarding, een transactie, een voeging (onderdeel van categorie dagvaardingen), overdracht, sepot en voorwaardelijk sepot. Ten slotte ben ik ingegaan op het aantal veroordelingen in 2003 en 2004. Tijdens het Algemeen Overleg van 16 maart jl. heeft uw Kamer mij gevraagd deze gegevens te verduidelijken.

Ik kan u over de hoogte van de aangeboden transacties en de aard van de veroordelingen vanwege overtreding van artikel 13, eerste lid, onder a, van de Flora en faunawet, het volgende berichten. Het betreft een beeld van de strafzaken waarin alleen vervolgd is vanwege overtreding van artikel 13, eerste lid, onder a, van de Flora en faunawet. In een strafzaak met meer feiten op de tenlastelegging spreekt de rechter namelijk bij een veroordeling één strafmaat uit. Daarbinnen specificeert de rechter niet naar de afzonderlijke overtredingen en misdrijven, zodat daar in de registratie van het Openbaar Ministerie ook niets over terug te vinden is. De volgende gegevens bieden dus gedeeltelijk inzicht in de aangeboden transacties en opgelegde straffen.

De door het Openbaar Ministerie aangeboden transactiebedragen variëren tussen € 22,– en € 10 000,–. Van de veroordelingen door de rechter maken de geldboetes veruit het grootste deel uit. Deze variëren tussen € 100,– en €15 000,– waarvan soms een deel voorwaardelijk is opgelegd. Vanwege het kleine aantal gevallen waarin een (on)voorwaardelijke gevangenisstraf is opgelegd, bieden gegevens daarover een verre van representatief beeld. Om aan te geven dat voor de illegale handel in bedreigde uitheemse dier- en plantsoorten soms fors gestraft wordt, geldt het voorbeeld van een zaak waarin de dader is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 360 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk.

Het Openbaar Ministerie houdt niet geautomatiseerd per zaak bij om welke specimens het in de betreffende zaak is gegaan. Om die gegevens alsnog boven tafel te krijgen zou derhalve ieder afzonderlijk strafdossier handmatig moeten worden doorgelicht. Dit zou zeer veel tijd en capaciteit van het Openbaar Ministerie vergen en is derhalve niet proportioneel.

Bij deze brief treft u een overzicht aan van het aantal inbeslagnames, gespecificeerd naar soorten specimens, door AID, douane en politie op het gebied van onder andere CITES-regelgeving in de periode 1999–2004.

Beantwoording kamervragen van het lid Van Velzen: zie Aanhangsel de Handelingen II, vergaderjaar 2004–2005, nr. 1968

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Aantallen inbeslaggenomen dieren en planten en delen en/of produkten daarvan (inheems/uitheems)

 1997199719981998199919992000200020012001200220022003200320042004
 levenddoodlevenddoodlevenddoodlevenddoodlevenddoodlevenddoodlevenddoodlevenddood
zoogdieren01 39128 110306 102513 259573 741133 391202 52610905
vogels151193151 5325231 060492 6545691 4411851 9301101 705*1 962
reptielen602832472 0672 075361903223353186844618339357156
amfibieën019 090551 40230005607101550104080
schelpen083601 54901 777010 7190425026201870150
koraal09 42503 06221 701462 7942951 6288687104350342997
                 
 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 
totaal dieren levend75 497 3 939 2070 3 430 2 561 2 180 1 822 
totaal dieren dood 31 026 16 205 10 464 27 044 6 549 5 009 3 719 4 170
                 
Ginseng0820675054404390419045704330245
cactussen17331 199382621499962 1658 59714 00003 5191 6654 5631
orchideeën28041 3767 7035 0481166 4302001 2906554 29233115 4426011 380315
cycas320395220121 4506 67123492396 12444 4210175**12
overig pl33010273163 689293199920 5762 38030.79254914 8001 843253 482***18 027****
                 
 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 
totaal planten levend266 42 980 5 638 14 390 30 955 95 208 38 182 259 690 
totaal planten dood 85 8 663 5 948 4 826 2 904 1 341 4 542 18 600

Noot: Met dood wordt mede bedoeld; produkten of delen van dieren en planten.

Noot: Gezien de grote verschillen in omschrijving kunnen de aantallen dode delen en/of produkten sterk verschillen, afhankelijk vooral van de vorm van de verpakking.

* 2004 vogels,levend: er is daarnaast nog 1 grote partij tropische vogeltjes inbeslaggenomen, maar daarna teruggegeven

** 2004 cycas, levend: er is daarnaast nog 1 grote partij cycasplanten inbeslaggenomen, maar daarna terugggegeven

*** incl. 250.000 stuks sneeuwklokjes

**** incl. 14 802 planken beschermd hout

Naar boven