Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 29800-XIV nr. 100 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 29800-XIV nr. 100 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 juni 2005
In uw brief van 27 april jl. heeft u mij verzocht om, in samenwerking met de Raad voor Dieraangelegenheden, een evaluatie op te stellen van de situatie met betrekking tot edelherten, runderen en paarden in de Oostvaardersplassen de afgelopen winter en deze eind mei aan de Kamer aan te bieden. Naast de Raad voor Dieraangelegenheden heb ik ook de Raad voor het Landelijk Gebied verzocht een advies te leveren over de wintersterfte van 2004–2005 op basis van gegevens van Staatsbosbeheer. Op 14 juni heb ik een gezamenlijk advies ontvangen van delegaties van de raden (zie bijlage)1. Het definitieve oordeel van de raden ontvang ik eind juni. Het is de verwachting dat de raden het advies van hun delegaties zullen overnemen. Mocht dat onverhoopt niet zo zijn dan informeer ik u daar vanzelfsprekend over.
Hierbij doe ik u mijn evaluatie toekomen die ik op grond van de cijfers van Staatsbosbeheer en het advies van de raden heb opgesteld. Voorts stel ik u in deze brief op de hoogte van de wijze waarop ik ben omgegaan met de toezeggingen die ik u tijdens het spoeddebat over edelherten op 10 maart jl. heb gedaan.
Evaluatie van afgelopen winter
Uit de gegevens van Staatsbosbeheer (zie bijlage)1 en het advies van de raden blijkt het volgende.
De ontwikkeling van de populatieomvang de afgelopen tien jaar laat zien dat het aantal Heckrunderen stabiliseert, dat de groei van de populatie Konikpaarden afneemt en dat de populatie Edelherten nog groeiende is. Stabilisatie van de populatie kan erop duiden dat er een situatie is ontstaan waarbij de populatieomvang in een natuurlijk evenwicht is met de draagkracht van het gebied. Ook bij stabilisatie zullen nog steeds jaarlijkse fluctuaties in de populatieomvang optreden. Dit komt doordat het voedselaanbod en daarmee de draagkracht van het gebied jaarlijks fluctueert. Op deze manier wordt in elk ecosysteem het aantal dieren onder meer gereguleerd door de voedselbeschikbaarheid. Naast het voedselaanbod zijn de opbouw van de populatie en de weersomstandigheden van belangrijke invloed op de ontwikkeling van de populatieopvang. Afgelopen winter is hier een voorbeeld van. In beginsel betrof het een zachte winter. De kortdurende sneeuw- en vorstperiode laat in het seizoen heeft er toe bijgedragen dat een hogere sterfte optrad. Deze extreme weersomstandigheden zo laat in het seizoen kunnen worden beschouwd als uitzonderlijk; ze komen niet jaarlijks voor. De winter van 1986 had vergelijkbare procentuele sterftecijfers bij de runderen (32%).
Op grond van een analyse van de wintersterfte in 2004–2005 van grote grazers in de Oostvaardersplassen komen de raden tot de volgende gezamenlijke adviezen:
– ten principale te accepteren dat ecologisch beheer leidt tot perioden van verminderd welzijn van grote grazers;
– het gevoerde beheer te optimaliseren door aanscherping van het «predatormodel» en toevoeging van extra oppervlak aan het nu beschikbaar gebied teneinde het lijden tot een minimum terug te brengen;
– de burger vertrouwd te maken met deze vorm van beheer.
Ik sluit mij aan bij deze adviezen, die het huidige natuurbeleid ondersteunen.
Het advies om het welzijn van de dieren te verhogen door extra oppervlak toe te voegen aan het gebied dat nu voor de grote grazers beschikbaar is, toont opnieuw aan hoe belangrijk de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur en Robuuste Verbindingen is. Op de lange termijn zal het welzijn van de dieren in de Oostvaardersplassen worden verhoogd door de Robuuste Verbinding die tussen de Oostvaardersplassen en de Veluwe wordt gerealiseerd.
Ik zal Staatsbosbeheer verzoeken om verdere uitwerking te geven aan het advies om het gevoerde beheer te optimaliseren door aanscherping van het «predatormodel» en hierbij gebruik te maken van de aanbevelingen van de raden. Daarnaast stelt Staatsbosbeheer een calamiteitenplan op dat in september beschikbaar zal zijn.
Het advies om ten principale te accepteren dat ecologisch beheer leidt tot perioden van verminderd welzijn van grote grazers sluit aan bij de hoofdlijnen van het natuurbeleid in de Oostvaardersplassen. Tegenover korte perioden van verminderd welzijn biedt het ecologisch beheer een verhoogd welzijn voor de grote grazers gedurende de rest van het jaar en een verrijking van het ecosysteem. Zo zijn uitgestorven soorten teruggekeerd in de Oostvaardersplassen (zeearend, zilverreiger, monniksgier). Het gebied vervult daarmee in internationaal opzicht ook een voorbeeldfunctie en heeft daarvoor erkenning gekregen van de Raad van Europa met een Europees diploma. Het draagvlak in de samenleving wil ik verder vergroten door voorlichting over het gevoerde beheer.
De raden hebben onderling geen overeenstemming kunnen bereiken over het onderwerp «geboortebeperking». De Raad voor Dierenaangelegenheden bepleit onderzoek naar deze beheersmaatregel die kan bijdragen tot vermindering van het aantal dieren. De Raad voor het Landelijk Gebied wijst deze beheersmaatregel principieel af als strijdig met de uitgangspunten van zo natuurlijk mogelijk beheer.
Geboortebeperking als beheersmaatregel gaat in tegen het principe van natuurlijke selectie en werkt daardoor verstorend op de natuurlijke ontwikkeling van de populatie. De maatregel sluit dus op geen enkele wijze aan bij mijn beleid in de Oostvaardersplassen waarbij natuurlijke processen zoveel mogelijk hun gang moeten kunnen gaan. Ik zal dan ook zeker niet lichtvaardig tot deze maatregel overgaan.
Voortgang toezeggingen spoeddebat van 10 maart 2005
Tijdens de wintersituatie is de situatie van de edelherten nauwkeurig gemonitord. De noodzaak tot bijvoederen is niet gebleken.
Het calamiteitenplan, waarin de criteria voor bijvoederen worden geoperationaliseerd, is inmiddels in een vergevorderd stadium en voorgelegd aan de Wetenschappelijke Adviescommissie Oostvaardersplassen. Nadat de beoordeling van de Adviescommissie is verwerkt zal het calamiteitenplan worden afgestemd met Natuurmonumenten vanwege het beheer op de Veluwezoom. Het definitieve Calamiteitenplan zal in september beschikbaar zijn, ruim voor het volgende winterseizoen.
Naast de evaluatie van de afgelopen wintersituatie voert Staatsbosbeheer dit jaar een beheersevaluatie over de afgelopen 10 jaar uit, op basis waarvan zij in 2006 een meerjarig beheerplan zal opstellen. Ook de evaluatie van afgelopen winter en de adviezen van de Raden zullen mede richting geven aan dit meerjarig beheerplan.
De Leidraad Grote grazers zal worden getoetst aan de hand van de meest recente wetenschappelijke inzichten die in binnen- en buitenland bestaan. Ik heb de sectie natuurbeheer van de Wageningen Universiteit gevraagd dit te coördineren.
De provincies Flevoland en Gelderland zijn verantwoordelijk voor de aanleg van de Robuuste Verbinding tussen de Oostvaardersplassen en de Veluwe. De versnelde aanleg is besproken in de stuurgroep van het project Middengebied Flevoland. Het project beoogt integrale ontwikkeling van het middengebied van zuidelijk Flevoland, waar naast natuur ook andere functies als waterberging, recreatie, wonen en werken een plek moeten krijgen. De stuurgroep heeft met enthousiasme gereageerd op de mogelijkheden van een versnelde aanleg.
Inmiddels is het projectplan aangepast en wordt gestreefd naar een akkoord op hoofdlijnen met de betreffende gemeenten en het waterschap eind 2005. Hiermee komt de mogelijke versnelling en realisatie van de Robuuste Verbinding in 2015 dichterbij.
Mijn ministerie financiert onderzoek dat de mogelijkheden verkent voor de aanleg van de Robuuste Verbinding.
Tevens bestudeer ik op dit moment de mogelijkheden om de benodigde financiering voor aankoop van gronden versneld beschikbaar te stellen. Verder onderzoeken de provincies Flevoland en Gelderland op mijn initiatief momenteel de knelpunten en oplossingen voor de aansluiting van de Robuuste Verbinding van Flevoland naar de Veluwe.
Staatsbosbeheer zet – al voorafgaande aan realisatie van de verbindingszone – in op uitbreiding van het leefgebied van de grote grazers met aangrenzende bosgebieden. Dit zal met name gunstig zijn voor de edelherten. Voor de overige grote grazers ligt de oplossing vooral bij het huidige «predatormodel» met mogelijkheden voor optimalisatie en het calamiteitenplan. Ik heb Staatsbosbeheer verzocht conform het bovenstaande te handelen.
Ik zal u op de hoogte stellen van de verdere voortgang.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29800-XIV-100.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.