29 800 X
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2005

nr. 101
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2005

Op 22 februari jl. heb ik u geïnformeerd over de situatie op de schietrange de Vliehors (29 800 X, nr. 63), naar aanleiding van de aandacht in de media over mogelijk in de bodem aanwezige niet gesprongen explosieven. Zoals gemeld in deze brief heb ik het TNO verzocht een analyse te maken van de veiligheidsrisico's voor recreanten op deze schietrange. De resultaten van deze analyse zijn vastgelegd in TNO rapport DV2 2005-A37: «Evaluatie veiligheidssituatie oefenschietterrein Vliehors ten gevolge van niet gesprongen explosieven». Overeenkomstig mijn toezegging bied ik u hierbij het onderzoeksrapport aan1.

Uit het onderzoek van het TNO blijkt dat voor een klein deel van de Vliehors geldt dat de mogelijke aanwezigheid van niet gesprongen explosieven niet is uit te sluiten, omdat daarover slechts in zeer beperkte mate informatie beschikbaar is. Dit betreft twee specifieke doelgebieden.

Het eerste doelgebied is het inslaggebied door het oefenen met clusterbommen. Sporadisch wordt er met dit wapensysteem op de Vliehors geoefend. De laatste keer is dat in 2000 gebeurd. Als clusterbommen in oefeningen worden afgeworpen op de Vliehors gelden direct na afloop speciale procedures voor het opsporen en opruimen van blindgangers. Daarbij wordt gespecialiseerd personeel van het Explosieven Opruimingscommando ingezet.

Het tweede doelgebied betreft de omgeving van een object (doel 7) dat als alternatief doel wordt gebruikt. Dit gebied is door TNO als aandachtsgebied beschouwd, omdat er geen archiefmateriaal gevonden is over het gebruik ervan. Om die reden kan ook ten aanzien van dit doelgebied de aanwezigheid van niet gesprongen explosieven niet worden uitgesloten. Overigens wordt ook dit gebied regelmatig onderzocht op resten van munitie.

Advies van TNO

TNO adviseert deze gebieden te markeren, dan wel af te bakenen en geeft in overweging deze af te sluiten door middel van een fysieke afscheiding. Wanneer meer duidelijkheid is verkregen over de mogelijke aanwezigheid van niet gesprongen explosieven in deze doelgebieden, kunnen ze weer worden vrijgegeven voor recreatie.

Buiten deze twee doelgebieden zijn er, behoudens het advies om meer waarschuwingsborden te plaatsen en het gebruik van de beachcleaner te intensiveren, geen aanvullende maatregelen noodzakelijk.

Maatregelen door Defensie

De aanbevelingen van TNO neem ik over. Er zullen meer waarschuwingsborden worden geplaatst. Het gebruik van de beachcleaner is inmiddels reeds geïntensiveerd. Er wordt momenteel groot onderhoud aan de doelgebieden uitgevoerd, waaronder ook aan de door TNO genoemde gebieden. Onderdeel daarvan is een intensieve schoonmaak met graafmachines en magneten. In het door TNO aangemerkte doelgebied 7 zijn eind mei dertig gaten gegraven van een meter diep. Daarbij is niets aangetroffen.

Niettemin zal ik, zoals ook wordt aanbevolen door TNO, de twee genoemde gebieden zodanig markeren dat het voor recreanten duidelijk is dat zij geen toegang hebben tot deze gebieden. De gebieden zullen nader worden onderzocht, zodat zo snel mogelijk duidelijkheid kan worden verkregen of ze weer vrijgegeven kunnen worden.

Ik wijs er op dat de Vliehors en vooral de doelgebieden periodiek worden geschoond, waarbij regelmatig wordt gewerkt met behulp van de beachcleaner. Slechts af en toe werden munitiedelen gevonden. Defensie stelt alles in het werk om verantwoord en veilig om te gaan met de activiteiten op de schietrange de Vliehors. Daar hoort vanzelfsprekend ook bij dat tijdens de openstelling de veiligheid voor recreanten is gewaarborgd.

De Staatssecretaris van Defensie,

C. van der Knaap


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven