29 800 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2005

nr. 102
AMENDEMENT VAN HET LID VAN VROONHOVEN-KOK

Ontvangen 22 november 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 14 Cultuur worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 2 500 (x € 1 000).

Toelichting

Het nieuwe instandhoudingsbeleid voor monumenten wordt naar verwachting ingevoerd per 1 januari 2006, terwijl de achterstanden nog niet zijn weggewerkt. Dit betekent dat voor de periode 2006–2011 slechts de oude (BROM)-middelen kunnen worden aangewend, hoewel die voor het grootste deel ook al uitgeput zijn. De Staatssecretaris heeft geen extra middelen kunnen vrijmaken om de overgang naar de nieuwe regeling beter te laten verlopen. Derhalve kiest de Staatssecretaris ervoor om verschillende categorieën monumenten gefaseerd toe te laten. Als eerste zijn de molens aan de beurt; monumentale kerken komen zoals het er nu naar uit ziet pas in de periode 2009–2012 aan de beurt. Het gevolg hiervan is dat vanaf heden tot uiterlijk 2009–2012 geen geld voor instandhouding zal vrijkomen, waardoor de achterstanden verder zullen oplopen. Dit amendement beoogt een bedrag van 2,5 mln te reserveren om de ergste pijn bij de overgang naar het nieuwe regime te bestrijden. Deze amendering beoogt een structurele werking voor de komende cultuurnotaperiode.

Van Vroonhoven-Kok

Naar boven