nr. 101
AMENDEMENT VAN HET LID LEERDAM
Ontvangen 22 november 2004
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 14 Cultuur worden het verplichtingenbedrag
en het uitgavenbedrag verhoogd met € 5 000
(x € 1 000).
II
In artikel 14 Cultuur worden het verplichtingenbedrag
en het uitgavenbedrag verlaagd met € 1 100
(x € 1 000).
III
In artikel 18 Ministerie algemeen worden het
verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd
met € 2 900 (x € 1 000).
Toelichting
Kunst en cultuur zijn belangrijke ontmoetings- en contactmogelijkheden
voor bevolkingsgroepen om elkaar te leren kennen en begrijpen. Daartoe wordt
binnen de Cultuurbegroting de post voor culturele producties verhoogd met € 5
mln. Dekking wordt daarvoor gevonden in de volgende artikelen:
– artikel 14 (OCW), van Cultuur en economie: € 0,5 mln.
Voor dit geld is nog geen bestemming. Inzet van dit geld voor culturele producties
verlevendigt het culturele klimaat op directe wijze;
– artikel 14 (OCW), van Algemene cultuur: € 0,6 mln. Door
het budget nu al een bestemming te geven kunnen méér culturele
organisaties aan de slag en reageren op actuele situaties;
– artikel 18 (OCW) € 2,9 miljoen: een bedrag van € 2,9
mln. wordt gevonden in de nog niet vastgelegde uitgaven (budgetflexibiliteit)
van het niet-beleidsartikel 18 (Ministerie algemeen);
– artikel 16 (Justitie) € 1 mln. Zie daartoe het amendement
op de begroting van het ministerie van Justitie, 29 800 VI, nr. 66.
Leerdam