29 800 VIII
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2005

nr. 10
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 oktober 2004

Bijgaand ontvangt u de inspectierapportage «Verkenning van masteropleidingen op het grensvlak van hbo en wo». Deze rapportage is opgesteld mede naar aanleiding van de motie De Vries c.s. (kamerstuk 28 600 VIII, nr. 65) waarin de zorg werd uitgesproken dat bij de omzetting naar de bachelor-masterstructuur masteropleidingen die eigenlijk een hbo-oriëntatie hebben als wo-master zouden worden aangemeld.

De inspectie heeft in dit onderzoek nagegaan in hoeverre de universiteiten de betreffende masteropleidingen heeft afgeleid van bestaande programma's of programma-onderdelen. Uit het inspectierapport blijkt dat 48 van de 49 onderzochte opleidingen voldoen aan de vereisten die aan de omzetting zijn gesteld. Het algemene beeld stemt daarmee tot tevredenheid.

Met betrekking tot één opleiding geeft de inspectie aan dat er onvoldoende evidentie is dat deze aan de in dit verband relevante bepaling van de WHW voldoet. De betrokken universiteit heeft inmiddels aangegeven dat deze opleiding zal worden beëindigd.

Eén van de signalen die aanleiding gaven tot het onderzoek van de inspectie betrof de opleiding fysiotherapeutische wetenschappen. In aanvulling op het onderzoek van de inspectie heeft de inspectie mij desgevraagd laten weten dat een dergelijke opleiding thans niet geregistreerd staat.

Voorzover een dergelijke opleiding zou starten door omzetting van een bestaande ongedeelde opleiding waarbij fysiotherapiewetenschap een afstudeerrichting vormt, kan alsdan worden getoetst of de inrichting van die master is gebaseerd op programmaonderdelen van de thans bestaande opleiding.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. Rutte

Naar boven