nr. 42
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 mei 2005
«Meer met minder»
De rijksdienst staat voor een grote uitdaging: om met een kleinere personeelsbezetting
dezelfde of meer taken te verrichten met een hogere kwaliteit. Alle ministeries
werken aan de realisatie van dat doel. In het Sociaal Jaarverslag Rijk over
2004 wordt hiervan verslag gedaan.
Als coördinerend minister voor het personeelsmanagement van het Rijk,
bied ik u hierbij – mede namens mijn ambtgenoot voor Bestuurlijke Vernieuwing
en Koninkrijksrelaties – het Sociaal Jaarverslag
Rijk 2004 aan1. In dit jaarverslag wordt
verantwoording afgelegd over het gevoerde personeelsbeleid in de sector Rijk
in 2004. Het Sociaal Jaarverslag Rijk (SJV) past daarmee in de begrotingscyclus
van beleidsaankondiging enverantwoording. Aankondiging van het beleid op het
vlak van personeelsmanagement geschiedt in de Begroting van mijn ministerie.
Het jaarverslag bevat een bijlage met de belangrijkste kerncijfers.
De taakstellingen van de kabinetten Balkenende hebben effect. De omvang
van de rijksdienst is in 2004, net als in 2003, gedaald en wel met 6096 personen.
Dat komt neer op een daling van 4,8%. Dit is inclusief de verzelfstandiging
van het Centraal Bureau voor de Statistiek tot Zelfstandig Bestuursorgaan.
Gecorrigeerd voor het CBS bedraagt de daling 3372 personen (2,7%). Dit is
gerealiseerd onder gelijktijdige uitbreiding van de capaciteit in de veiligheidsketen
en bij inspectiediensten.
De specifieke volumetaakstelling van het kabinet Balkende I is in 2004
nagenoeg geheel gehaald, een jaar eerder dan genormeerd. In 2002 werd een
volumetaakstelling (variërend van 3% tot 7%) opgelegd, vooral op de beleidsdepartementen.
Het gaat om het zogenoemde focusgebied dat ongeveer eenderde deel van de rijksdienst
omvat. Het overgrote deel van de uitvoeringsorganisaties was uitgezonderd
van de volumetaakstelling.
Voor het volgen van deze taakstelling heeft BZK de volumemonitor opgezet.
De oorzaak van het zo tijdig behalen van de volumetaakstelling ligt in de
extra taakstellingen die zijn opgelegd na Balkenende I en die in totaal leiden
tot een taakstelling van 15% tot 21% op het focusgebied. Deze taakstellingen
noopten de ministeries tot forse ingrepen in het personeelsbestand. Dit resulteerde
in het al in 2004 behalen van de volumetaakstelling.
Aangezien de volumetaakstelling nagenoeg is gehaald, zal ik stoppen met
de specifieke volumemonitor. Uiteraard blijft het SJV jaarlijks berichten
over de totale volumeontwikkeling van het Rijk.
Na een eerste daling in 2003 zijn de uitgaven voor externe inhuur in 2004
iets verder afgenomen. In 2004 heeft het kabinet nadere maatregelen afgesproken
om de externe inhuur verder terug te dringen. In het SJV 2005 zal ik over
de effecten daarvan kunnen rapporteren.
Een gevolg van de taakstellingen is een forse uitstroom uit de rijksdienst.
Meer dan 8800 medewerkers verlieten de dienst, waaronder ruim 4000 55-plussers.
Van hen maakten ongeveer 1 500 gebruik van de FPU-plusregeling. Ook in
2005 zullen nog medewerkers gebruikmaken van de regeling. Conform de afspraak
met de vakcentrales in het Sociaal Flankerend beleid is uittreden met deze
regeling mogelijk in de jaren 2004 en 2005.
Ondanks de forse uitstroom van ouderen blijft het aantal medewerkers van
vijftig jaar en ouder toenemen (naar 27,1%). De gemiddelde leeftijd van de
rijksmedewerker steeg naar 42,6 jaar in 2004. Het aandeel medewerkers onder
de veertig jaar daalde. Positief is dat het aandeel allochtonen (9,0%) en
vrouwen blijft stijgen (39,4%), evenals het aandeel vrouwen in de hogere loonschalen
(15,6% in de schalen 15 en hoger).
Het ziekteverzuim is voor het vierde jaar op rij gedaald naar 6,3% in
2004. De instroomkans in de WAO is afgenomen tot 0,51%.
Conform mijn toezegging in het Algemeen Overleg met uw vaste commissie
voor BZK op 9 december 2004, bevat dit SJV een overzicht van de bijzondere
beloningen binnen de rijksdienst. Ook wordt ingegaan op de beloning van de
ambtelijke top, vooral op het rapport van de commissie Dijkstal en de onderzoeken
naar (vermeende) misstanden.
In voorgaande jaren werd de rapportage over de topmanagementgroep (TMG)
separaat aan de TK aangeboden. Met ingang van 2004 is deze rapportage opgenomen
in het SJV. In 2004 genoten 42 leden van de TMG een salaris dat uitkomt boven
dat van een minister. Dat zijn er twee minder dan in 2003 toen dit aantal
44 bedroeg. Het kabinet heeft vorig jaar – conform het advies van de
commissie Dijkstal – voorgesteld dat salarissen van ambtenaren onder
dat van de ministers behoren te blijven.
Uit de gesignaleerde trends concludeer ik dat de rijksdienst goed op weg
is om in veel opzichten «meer te doen met minder». Deze trend
heeft uiteraard grote consequenties voor de medewerkers binnen de rijksdienst,
uiteindelijk zijn zij het die daadwerkelijk meer met minder doen. In het SJV
vindt u interviews met een aantal van hen. Ik wil hierbij mijn waardering
uitspreken voor hen en voor de professionele inzet van hun collega's bij het
Rijk.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. Remkes