Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 29800-VII nr. 10 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 29800-VII nr. 10 |
Vastgesteld 12 november 2004
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 heeft op 14 oktober 2004 overleg gevoerd met minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over:
– de brief van de minister d.d. 27 april 2004 met het AIVD jaarverslag 2003 (BZK 04-281);
– de brief van de minister d.d. 28 april 2004 met het jaarverslag Commissie van Toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (1-7-2003 t/m 31-3-2004) (BZK 04-284);
– brief van de minister d.d. 29 april 2004 met het standpunt op rapport CTIV ter uitvoering van de motie Cornielje/Eerdmans inzake aanslag op de heer Fortuyn (28 374, nr. 26);
– brief van de minister d.d. 2 juni 2004 met het toezichtsrapport op AIVD door CTIVD (27 925, nr. 129);
– jaarverslag van de commissie inlichtingen- en veiligheidsdiensten (29 622, nr. 1);
– brief van de minister d.d. 15 juli 2004 inzake wijzigingen Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 en de Wet veiligheidsonderzoeken (29 200 VII, nr. 61);
– brief van de ministers van BZK en Justitie d.d. 12 juli 2004 inzake radicaal dierenrechtenactivisme (29 200 VI, nr. 175).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissie
Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA) vindt het een goede zaak om de jaarverslagen van de AIVD, de Commissie IVD en de Commissie van Toezicht op de IVD gezamenlijk te bespreken.
Er wordt in het jaarverslag van de AIVD een kleine passage gewijd aan het dierenactivisme. Hoewel er een duidelijk onderscheid valt te maken tussen dierenactivisme en islamitisch terrorisme, is er zeker ook een parallel te trekken. Dierenactivisme is net zo bedreigend en onzeker makend als de dreiging van terrorisme. Beide vormen van terrorisme hebben een even funeste uitwerking op het leven van mensen. Er valt bij terrorisme geen onderscheid te maken tussen potentiële slachtoffers. In de ogen van terroristen is iedereen doelwit, schuldig verklaarden evenzeer als vermeende medeschuldigen.
Het eerste jaarverslag van de Commissie van Toezicht op de IVD is in al zijn eenvoud en beknoptheid plezierig om te lezen. De Kamer heeft daarnaast het jaarverslag van de IVD ontvangen over de laatste vijf maanden van 2003. In feite wordt er vanaf begin 2003 verslag gedaan van de activiteiten van de commissie.
De AIVD komt als organisatie steeds meer in de belangstelling te staan. De taken van de AIVD zijn in de laatste jaren veranderd en worden verder uitgebreid. En naarmate meer naar buiten komt waar de AIVD zich mee bezig houdt, trekt dit meer de aandacht. De volle sterkte van de nieuwe AIVD zal pas in 2007 bereikt worden. Er wordt melding gemaakt van een dubbelslag. Omdat veel ouderen de dienst verlaten, dient er vernieuwing en verjonging te komen. Daarnaast moet de dienst ook worden uitgebreid. Is het aantrekken van voldoende personeel een probleem voor de AIVD? Hoe staat het met de screening? Onlangs is naar buiten gekomen dat ook bij de AIVD mensen soms een dubbelrol vervullen. Hoe gaat de dienst om met screening van nieuw personeel, afgezet tegen het feit dat de taken in belangrijke mate zijn toegenomen en integriteitsonderzoeken belangrijk blijven? Zijn wij in Nederland bereid de dienst serieus te nemen? Hebben wij het over spionage of over een dienst die op intelligente wijze zicht probeert te krijgen op personen, groepen of organisaties die een bedreiging kunnen vormen voor de veiligheid in onze samenleving en deze inbreuken zo effectief mogelijk moet voorkomen? Het ligt in onze volksaard om met een beetje dédain over dit soort zaken te spreken. Uit het jaarverslag blijkt dat de dienst uiterst serieus met vragen uit de samenleving omgaat. Bij de aandacht voor nieuwe taken gaat het niet alleen om het treffen van maatregelen maar ook om het tegengaan van risico's.
De Commissie van Toezicht op de IVD geeft in haar eerste jaarverslag duidelijk aan waarom zij in het leven is geroepen. Volgens het EVRM moet getoetst kunnen worden welke informatie over mensen gebruikt wordt. De commissie blijkt in de korte tijd van haar bestaan zeer actief en voortvarend bezig te zijn en zelfs een stok achter de deur te vormen. Als de commissie constateert dat nog niet alles in de protocollen aan de orde is, blijkt de AIVD al bezig te zijn om de protocollen aan te passen. Ook het politieke bestuur moet erop kunnen vertrouwen dat de ingebouwde waarborgen goed zijn.
De voorzitter van de commissie IVD doet zeer openhartig verslag van de activiteiten van de commissie in het afgelopen jaar, waarvoor dank. Kan hij al iets zeggen over het werken van de commissie in haar nieuwe samenstelling?
De heer Cornielje (VVD) dankt de minister voor het nakomen van enkele toezeggingen die hij vorig jaar tijdens de behandeling van het jaarverslag van de AIVD heeft gedaan. Hij sluit zich aan bij de waarderende woorden over de gelijktijdige behandeling van het jaarverslag van de AIVD, de CTIV en het verslag van de commissie IVD.
De gedegen notitie over het dierenactivisme die de AIVD op verzoek van de commissie heeft gemaakt, komt het voeren van de discussie over dit onderwerp ten goede. Het zou goed zijn wanneer ook de vaste Kamercommissie voor Justitie deze notitie apart behandelt. Door een thema op deze wijze uit te diepen, krijgt de Kamer eerder inzicht in een aantal vraagstukken. Hij stelt voor om de AIVD het thema «samenwerking binnen het Koninkrijk» ook op deze wijze uit te laten diepen. Hiervan wordt zowel in het jaarverslag van de AIVD als in het verslag van de IVD melding gemaakt. Het Statuut bestaat volgend jaar 50 jaar. Er zijn wellicht veranderingen op komst in de verhouding tussen Nederland, de Antillen en Aruba. Een thema als integriteit van het bestuur, drugssmokkel, veiligheidssituatie en kustwacht zou zich kunnen lenen voor een meer integrale samenwerking van de inlichtingendiensten. Hoe staat de minister tegenover dit voorstel?
De heer Cornielje heeft met instemming kennisgenomen van de reactie van de minister op het rapport van de Commissie van Toezicht naar aanleiding van de motie Cornielje/Eerdmans inzake de aanslag op Pim Fortuyn. Er is een gedegen rapport opgesteld dat hem geen aanleiding meer geeft tot het stellen van nadere vragen.
De vaste Kamercommissie heeft op instigatie van de minister van BZK een werkbezoek gebracht aan de AIVD. Het bezoek was zeer informatief en de aangetroffen professionaliteit vertrouwenwekkend.
De Commissie Bestuurlijke Evaluatie AIVD is op 16 maart jl. ingesteld en zal volgens de instellingsbeschikking voor eind oktober haar advies uitbrengen. Wanneer kan de Kamer het kabinetsstandpunt naar aanleiding van het advies tegemoet zien? Hij zou graag meer inzicht krijgen in de volgende punten: de behoefte om de grenzen in taken en bevoegdheden van de AIVD te verruimen; de mate waarin de AIVD is toegerust om de huidige en nieuwe taken adequaat uit te voeren; de visie van het kabinet op de verdere professionalisering van voorlichting en communicatie van de AIVD. Hij heeft begrip voor het feit dat de dienst naar zijn aard gesloten is, maar er dient toch een goede communicatie met de samenleving plaats te vinden.
Gelet op de bedreigingen van het terrorisme waarop de AIVD ziet, pleit hij voor voortvarendheid in de aanpak van de gesignaleerde problemen. Hij denkt daarbij ook aan de aankondiging van wetgeving en de aanpak van financiële knelpunten.
Kan de minister van BZK aangeven waarom de NSO, de Nationale Verbindingsinlichtingen Organisatie, verzelfstandigd moet worden? Zouden de tijd en menskracht die met een reorganisatie gemoeid zijn, niet beter benut kunnen worden?
Er staat in het jaarverslag van de AIVD een interessante passage over het Meldpunt Integriteitsaantastingen, MEPIA. Het feit dat er een zeer groot aantal vertrouwensfuncties is en dat er een groot aantal veiligheidsonderzoeken wordt uitgevoerd, maakt hem zeer benieuwd naar de evaluatie van de Wet op de veiligheidsonderzoeken. Overigens maakt hij zich bij zoveel vertrouwensfuncties zorgen over de mogelijke aantasting van de integriteit van het openbaar bestuur. De functie van zeef die politieke partijen in het verleden plachten te hebben, neemt in de huidige tijd steeds verder af. Er vinden grote verschuivingen plaats in het electoraat en er komen nieuwe partijen op zonder enige traditie, met alle risico's van dien. Er komt in de nabije toekomst wellicht een gekozen burgemeester. De commissaris van de Koningin heeft dan geen taak meer op dit gebied. Is het niet verstandig om een veiligheidsonderzoek naar kandidaten voor de post van burgemeester al te laten plaatsvinden bij de kandidaatstelling? Het is meestal niet eenvoudig om iemand die eenmaal gekozen is, daarna af te serveren. Kan de minister hier vandaag of anders in de memorie van toelichting bij het wetsontwerp op ingaan?
De CTIV verdient een compliment voor haar eerste jaarverslag. Het is interessant dat de nieuwe commissie aparte toezichtsrapporten uitbrengt. In het rapport over de tegenkrachten bij integratie zit ook een vertrouwelijk onderdeel. Kan de voorzitter van de commissie IVD hieraan aandacht schenken in het jaarverslag over 2004, zodat hierop volgend jaar kan worden terugkomen?
Hij bedankt de voorzitter van de commissie IVD voor het verslag en sluit zich aan bij de vraag over de bredere samenstelling van de commissie.
Mevrouw Vos (GroenLinks) spreekt haar dank uit voor het jaarverslag van de AIVD, een afgewogen stuk waarin aandacht bestaat voor de veelomvattende bedreigingen van de Nederlandse democratische rechtsstaat en samenleving. Hoewel de AIVD probeert een grote mate van openheid te betrachten, is zij op een punt teleurgesteld. Zij heeft vorig jaar gevraagd of het mogelijk is om meer inzicht te krijgen in het aantal activisten bij verschillende typen bedreigingen en het aantal gevaarlijke activiteiten dat is voorkomen.
Er wordt ook geen cijfermatig inzicht gegeven in het aantal dierenactivisten. Uit onderzoek blijkt dat er invloed is vanuit Engeland. Kan de minister aangeven om hoeveel activisten het gaat, hoeveel acties hebben plaatsgevonden en hoeveel acties zijn voorkomen? Zij heeft zich al eerder tegen de gewelddadige vormen van dierenactivisme uitgesproken. De minister van Justitie heeft in eerdere debatten duidelijk gesteld dat dierenactivisme geen terrorisme is, maar in zijn latere brieven staat: «De aanpak is soms zo extreem gewelddadig dat sommige activiteiten dicht in de buurt komen van de delictomschrijving in de wet terroristische misdrijven». Wat is de aanleiding om dierenactivisme in relatie te brengen met terrorisme? Dierenactivisme moet hard worden aangepakt, maar zij ziet op dit moment geen aanleiding om dierenactivisme op een lijn te stellen met terrorisme. Het benoemen van dierenactivisme als terrorisme zou bovendien negatieve gevolgen kunnen hebben voor bedrijven die hierdoor getroffen worden, omdat terrorisme heel moeilijk te verzekeren is.
Het rapport van de CTIV is overwegend positief, maar er staan ook een aantal kritische kanttekeningen in. De opmerking dat de scheidslijn tussen agenten en informanten erg dun is, verdient aandacht. In hoeverre bestaat het risico dat er een grijs gebied ontstaat in de controle op de werkzaamheden van informanten? Informanten mogen niet dezelfde dingen gaan doen als agenten van de veiligheidsdienst.
De commissie constateert verder dat de dossiers niet altijd even goed worden bijgehouden, dat er geen vast model is voor systematische dossieropbouw en dat de medewerkers zelf dossiers opbouwen. Kan de minister hierop reageren? En wat doet hij met de aanbevelingen van de commissie?
Er zijn een aantal wijzigingen op komst in de WIV 2002. Zij staat zeer kritisch tegenover het voornemen om met een wetsvoorstel te komen dat de wijze waarop de AIVD omgaat met gegevens van niet-verdachte personen wil verruimen. Welke criteria zullen worden aangelegd in dit soort situaties?
Kan de minister een toelichting geven op de opmerking dat hij onder voorwaarden aan de AIVD en de MIVD rechtstreekse toegang wil verlenen tot gegevens van derden, bijvoorbeeld overheidsdiensten of burgers?
De minister wil onnodig belastende voorschriften afschaffen. Om welke voorschriften gaat het? Zij acht de notificatieplicht van groot belang.
Zij heeft vorig jaar het punt van de regionale inlichtingen- en veiligheidsdiensten aan de orde gesteld. Haar fractie heeft vragen over de wettelijke verantwoordingsplicht van de burgemeester aan gemeenteraden en de relatie tot de AIVD. Het gaat om mensen die agent zijn en werk doen voor de AIVD. De minister heeft vorig jaar gezegd dat de minister van Justitie met een notitie zou komen over de precieze taken, de verantwoordelijkheden en de relatie van de RID's tot de AIVD. Hoe staat het met deze notitie?
Er zal nog worden gesproken over de uitwisseling van gegevens tussen de AIVD, het OM en Justitie. Zij vindt dat een volwaardige rechterlijke toetsing evenals een volwaardige toetsing door de advocaat van de verdachte gewaarborgd moet zijn.
Wat gaan de 100 aan te stellen extra AIVD'ers doen?
Zij acht het van groot belang dat het MEPIA goed functioneert. Waarom is een groot aantal meldingen in de jaren 2001 en 2002 niet behandeld?
Mevrouw Van der Laan (D66) heeft waardering voor de openheid en de duidelijkheid van het uitgebreide rapport van de AIVD. Zij wil haar bijdrage toespitsen op de effectiviteit van de internationale terrorismebestrijding. Zij wijst erop dat de Kamer ondanks de openheid en duidelijkheid van het rapport nooit zal beschikken over de echte informatie. Kan de voorzitter van de commissie IVD een kwalificatie geven van de wijze waarop de AIVD zijn werk doet?
De bestrijding van het terrorisme en het voorkomen van een aanslag is voor haar fractie topprioriteit. Er is tot nu toe geen aanslag geweest in Nederland. Hoewel het onmogelijk is om vast te stellen of er een causaal verband bestaat tussen het feit dat er tot nu toe geen aanslag is geweest en de werkzaamheden van de AIVD, rekent zij de AIVD af op het resultaat tot nu toe.
Enkele punten zijn voor haar fractie van belang. Dat is om te beginnen het publieke draagvlak voor het werk van de AIVD. Er is rond het incident in Utrecht een beeld ontstaan dat er disproportioneel is opgetreden. Er dient te worden voorkomen dat het publieke draagvlak voor terrorismebestrijding op deze manier wordt aangetast, waardoor de terroristen in de kaart worden gespeeld. Dergelijke incidenten moeten niet te vaak voorkomen. Overigens zou het voor het draagvlak goed zijn dat er ook eens iemand achter de tralies belandt.
De samenwerking tussen politie en AIVD moet het mogelijk maken dat de informatie die de AIVD heeft, daadwerkelijk tot arrestaties leidt. Er zijn verschillende wetsvoorstellen in de maak met dit doel. Zij zou op een gegeven moment graag resultaten zien. Het steeds uitbreiden van bevoegdheden, terwijl de zogenaamde verdachten telkens weer worden losgelaten, is niet effectief.
De Europese anti-terrorisme-coordinator maakt zich duidelijk zorgen dat de samenwerking in Europa niet goed loopt. De activiteiten van de AIVD in het buitenland zullen pas in 2007 op volle sterkte zijn. Moet hieraan niet een grotere prioriteit worden toegekend? Dient er niet meer nadruk te liggen op het stroomlijnen van de activiteiten in Europees verband?
De instelling van de CTIV lijkt een goed besluit te zijn geweest. De kritiek van de commissie wordt serieus genomen en voegt iets toe aan de controle op een ingrijpende macht als de AIVD.
De heer Eerdmans (LPF) is blij dat dierenactivisme hard wordt aangepakt, al is de aanpak niet erg succesvol. Er zijn tot nu toe twee mensen gearresteerd in Denemarken. Dierenactivisme wordt vergeleken met dierenterrorisme, maar de uitvoering van de bestrijding is zeer onbevredigend. Het is zorgelijk dat de daders in Nederland nog steeds anoniem zijn. In Engeland valt de tendens waar te nemen dat geweld niet alleen tegen bedrijven maar ook tegen boeren wordt uitgeoefend. De minister dient alles in het werk te stellen om dat in Nederland te voorkomen. Is er nog steeds een toename van het aantal brandstichtingen en vernielingen?
Hij is blij dat het besef van de urgentie van de terreuraanpak gegroeid is, maar het kabinet lijkt soms terug te vallen in passiviteit en lankmoedigheid. Hij heeft een vraag gesteld over de Kaplan-beweging. De heer Kaplan is Duitsland uitgezet. Hem hangt een proces boven het hoofd in Turkije wegens hoogverraad. De ondersteunende stichting Dienaar aan de Islam is door Duitsland verboden en heeft haar tenten opgezet in Papendrecht, Overtoom 7. De stichting heeft zich verenigd met de stichting Dienaar tot liefdadigheid, de stichting Sura en de Stichting tot bevordering van de islamitische cultuur. Het is positief dat de minister van Justitie inmiddels de stichting Al-Haramein voor verbod heeft voorgedragen. Is de regering van plan om de organisatie van de heer Kaplan ook voor verbod voor te dragen?
Het onderzoek van de CTIV naar aanleiding van de motie Cornielje/Eerdmans inzake de beveiliging van Pim Fortuyn is gedegen geweest. Het broddelwerk van de commissie Van den Haak is hiermee overgedaan. Uit het nieuwe onderzoek blijkt dat er in het voorjaar van 2002 een chaos heerste bij de BVD en dat er bij de ambtenaren van de BVD geen alertheid was rond Pim Fortuyn. De LPF vindt dat er een punt gezet moet worden achter de parlementaire acties die vanwege de moord op Pim Fortuyn gevoerd zijn. De burger Eerdmans zal echter blijven zoeken naar antwoorden op de nog niet beantwoorde vragen uit zijn zwartboek. Het is voor hem de grote vraag of Nederland heeft geleerd van de lessen rond de moord op Pim Fortuyn. Is het niet mogelijk om mensen die niet precies in het rijksdomein vallen maar wel risico's lopen, toch te beveiligen? Ook politici worden inmiddels met de dood en onthoofding bedreigd. Hij hoopt dat de alertheid blijft bestaan bij de AIVD om direct in te grijpen als personen gevaar lopen.
Hij wil tot slot mede namens de Groep-Wilders een opmerking maken over islamitisch terrorisme. Het onderzoek van de AIVD laat zien dat buitenlandse mogendheden onverminderd actief zijn in Nederland. Activiteiten van buitenlandse inlichtingendiensten blijken meer en meer verbonden te zijn met fenomenen als internationaal terrorisme, illegale migratie en proliferatie van massavernietigingswapens. Dat is een zorgelijke en onacceptabele situatie. Welke landen laten hun inlichtingendiensten actief zijn in Nederland op het gebied van terrorisme?
Hij dankt de voorzitter van de commissie IVD tot slot voor zijn rapport.
Mevrouw Kalsbeek (PvdA) vindt het een goed idee om de verslagen van de AIVD, de CTIV en de commissie IVD tegelijkertijd te behandelen. De stukken zijn alle van zeer goede kwaliteit. Het terrein waarop de AIVD zich beweegt is echter van zo groot belang dat de Kamer zich in de rapporten moet verdiepen. Het zou bovendien kunnen dat de verslagen in een merkwaardig licht komen te staan als het rapport van de Commissie Bestuurlijke Evaluatie uitkomt. De CTIV heeft een paar capita selecta uitgekozen en daar verslag over gedaan. De Commissie Bestuurlijke Evaluatie gaat ook verslag doen. Hoe zal dit zich tot elkaar gaan verhouden?
Het jaarverslag van de AIVD besteedt aandacht aan radicaliseringstendensen in verschillende geloofsgemeenschappen. De AIVD heeft beaamd dat een radiale geloofsbelijdenis niet altijd gewelddadigheid impliceert. Waarom bemoeit de AIVD zich dan met groeperingen die een radicale geloofsbelijdenis hebben maar geen gewelddadige aspiraties?
Er is aan de commissie IVD gerapporteerd over de Arabisch-Europese Liga, de AEL. Is de AEL een bedreiging voor de democratische rechtsorde?
Het oordeel van de AIVD dat het Vlaams Blok in Nederland zou passen binnen wat politieke partijen in een rechtsstaat mogen doen, heeft haar verbaasd. Zij is van mening dat het Vlaams Blok racistische en discriminerende uitlatingen doet. Kan de minister hierop reageren?
Van de 49 meldingen aan het MEPIA voldeden 43 meldingen niet aan de gestelde criteria voor nader onderzoek. Kan de minister hierop ingaan?
Wat gebeurt er om de grote werkvoorraden bij de A-onderzoeken in structurele zin kleiner te maken?
Hoe is het mogelijk dat een werknemer van de AIVD die geheime informatie heeft doorgegeven, door de screening is gekomen?
Heeft de oud-medewerker van de AIVD Frits Hoekstra met zijn boek «In dienst van de BVD» de regels van de geheimhouding geschonden? Waar liggen volgens de minister de grenzen van wat ex-medewerkers mogen?
Het parlement heeft zijn controlerende taak uitbesteed aan de Commissie van Toezicht. Heeft de voorzitter van de commissie IVD met de Commissie van Toezicht gesproken?
Er staat in het jaarverslag van de IVD dat de minister van BZK de commissie in het licht van de uitbreiding van de commissie heeft meegedeeld «dat hij bij informatieverstrekking altijd een afweging zal moeten maken tussen het belang van de nationale veiligheid en het belang van verantwoording aan het parlement». Heeft deze opmerking te maken met de gewijzigde samenstelling van de commissie?
De minister heeft bij alle woordvoerders een zekere mate van waardering beluisterd voor de verschillende jaarverslagen en het werk van de AIVD. De AIVD is een professionele dienst die in de afgelopen jaren geconfronteerd is met schuivende maatschappelijke panelen, nieuwe vormen van urgentie en nieuwe maatschappelijke vraagstukken. Dit is voor de minister aanleiding geweest om een jaar geleden vanuit een onafhankelijke bril een sterkte-zwakte-evaluatie van de dienst te laten verrichten. De Commissie Bestuurlijke Evaluatie zal hierover begin november rapporteren. Het ligt in het voornemen om het kabinetsstandpunt ter zake niet lang daarna aan de Kamer te sturen.
De minister verwacht dat de thema's die zijn genoemd: grenzen aan taken en bevoegdheden, de mogelijkheden om nieuwe taken uit te voeren, visie op voorlichting en communicatie aan de orde zullen komen in het rapport van de Commissie Bestuurlijke Evaluatie, zodat hierover een discussie gevoerd kan worden met de Kamer. Er zal vanuit de verschoven panelen ongetwijfeld ook een aantal knelpunten zichtbaar worden. Een vraag is hoe het draagvlak in het lokale bestuur gegeven de nieuwe dreigingen versterkt kan worden. Een andere vraag is of de dienst met de bestaande capaciteit en de capaciteit die er de komende jaren bijkomt, de nieuwe taken aan kan. De druk op de dienst is op dit moment in personele zin zeer groot. Mogelijke versterking van de capaciteit zal zeker budgettaire consequenties hebben. Verder kent de innamecapaciteit van nieuwe mensen beperkingen vanwege de noodzakelijke zorgvuldigheid van het proces.
Het lijkt hem goed om kort in te gaan op het dreigingsbeeld. Er is gesproken over de actualiteit in Utrecht en het lek in de AIVD. De dreiging tegen doelen in Nederland is sinds de verschijning van het vorige jaarverslag van de AIVD en de brieven van begin juli aan de Kamer niet verminderd. Op basis van alarmerende informatie van de AIVD over mogelijke aanslagen zijn op dit moment nog steeds bijzondere beveiligingsmaatregelen van kracht bij verschillende gebouwen en objecten. Er zijn verschillende personen aangehouden die worden verdacht van betrokkenheid bij verkenningsactiviteiten of andere handelingen die duiden op betrokkenheid bij terroristische activiteiten. De kans op een aanslag is daardoor niet minder geworden. De huidige dreiging is niet gerelateerd aan één zaak maar kent een meervoudige achtergrond. Ons land moet er nog steeds rekening mee houden op enig moment doelwit te worden van terroristen. De recente aanhoudingen sterken het kabinet in de overtuiging dat het gevaar reëel is en dat opperste alertheid van alle beveiliging vereist is.
De minister wil uiterst terughoudend zijn met kwantitatieve duidingen. De vraag of het mogelijk is om in kwantitatief opzicht aan te geven welke aanslagen er voorkomen zijn, is moeilijk te beantwoorden. De aanhoudingen zijn uitingen van verstoringen. Verstoren is mogelijk in verschillende fases, maar het is niet met wiskundige zekerheid te zeggen of het tot een aanslag zou hebben geleid als er niet verstoord was.
De huidige dreiging is geen zaak van korte duur. De moderne terrorist is niet uit op kortetermijnwinst maar handelt vanuit een andere tijdshorizon. Ook de politieke doelen van terroristen zijn zelden concreet. Zij plaatsen hun handelen bij voorkeur in het licht van een strijd tussen gelovigen en heidenen en hanteren daardoor een voor Westerse begrippen onvoorstelbaar normatief karakter. Het eigen leven en dat van anderen, zelfs medemoslims, wordt zonder aarzeling opgeofferd om het zelfgestelde hogere doel te bereiken. De bestrijding van een dergelijk fenomeen is een ongekend zware opgave voor Westerse democratieën. Het vergt visie, creativiteit, opofferingsgezindheid, incasseringsvermogen en doorzettingskracht. Verder is er vooral tact nodig om te voorkomen dat de grote meerderheid van goedwillende moslims zich in een hoek gedrukt voelt en vervreemdt van onze samenleving.
Hij wil ook een relatie leggen met het dierenactivisme. Het maakt vanuit de invalshoek van slachtofferschap niet uit of je door de hond of de kat wordt gebeten, Tegelijk valt vast te stellen dat dierenactivisten in tegenstelling tot islamitische terroristen als eerste oogmerk niet het doden van mensen hebben. Het is bij de AIVD niet exact bekend om hoeveel activisten en potentiële activisten het in het gehele domein gaat, maar er is sprake van een 400 tot 500 burgerlijk ongehoorzamen en enkele tientallen radicalen tot zeer radicalen. Er is het afgelopen jaar een substantieel aantal acties door informatie van de AIVD voorkomen. Er ligt overigens op dit terrein naast de notitie van de AIVD ook een rapport van de KLPD. Het aantal brandstichtingen neemt op dit ogenblik niet toe. Er gaat van een verscherpte aandacht ook de nodige preventieve werking uit.
De politici en de samenleving moeten er rekening mee houden dat terrorismebestrijding een zaak van lange adem is. Het probleem is niet opgelost met een paar aanhoudingen. Het dreigingsbeeld zal veelvuldig aan veranderingen onderhevig zijn. Internationale ontwikkelingen kunnen nieuwe dreigingen genereren. Het terrorisme is bij uitstek een grensoverschrijdend fenomeen geworden. Daarom is internationale samenwerking buitengewoon belangrijk.
Het is voor alle betrokken partijen van belang dat vertrouwd kan worden op een effectieve en slagvaardige aanpak. Het kabinet is doordrongen van de urgentie daarvan, zoals blijkt uit de voorstellen die door de minister van Justitie en hemzelf recent aan de Kamer zijn gestuurd.
Er ligt een notitie bij de Kamer waarin nader wordt ingegaan op het vraagstuk van de voedingsbodem van het terrorisme. Radicalisering en terrorisme zijn niet hetzelfde maar er zijn raakvlakken. Er wordt op dit moment gewerkt aan een notitie over radicaliseringtendensen in de samenleving, mede naar aanleiding van het onderzoek in Frankrijk.
Hij wil een toelichting geven op het recent aan het licht gekomen fenomeen van de verkenningen. In de afgelopen tijd heeft de AIVD een toename van dergelijke activiteiten geconstateerd die mogelijk in verband gebracht kunnen worden met islamitisch terrorisme. Bij enkele verkenningen bestaan concrete aanwijzingen voor een terroristische achtergrond. In een aantal gevallen is sprake van zoektochten naar of mogelijke aanwezigheid van explosieven. Het is ook voor de toekomst van groot belang dat dergelijke verkenningsactiviteiten onderkend worden, omdat zij zicht bieden op potentiële doelen van terroristen. Dergelijke meldingen zijn ook voor de te nemen beveiligingsmaatregelen van groot belang. Verkenningen behoren tot de standaard modus operandi van terroristen. De ervaring heeft geleerd dat islamitische terroristen zeer uitvoerige verkenningen uitvoeren, waarbij zij zich willen vergewissen van een optimale slagingskans alvorens een object uiteindelijk aan te wijzen als doelwit voor een aanslag. Vanuit een oogpunt van terroristen is het van evident belang dat verkenningsactiviteiten niet door derden worden onderkend. Zij zullen zich inspannen om zo min mogelijk op te vallen. De minister kan in het openbaar niet ingaan op de recente aanhoudingen in Utrecht vanwege lopende inlichtingen en justitiële onderzoeken. De arrestaties in Utrecht houden verband met de actuele dreigingssituatie.
De rijksrecherche heeft op 30 september een medewerker van de AIVD aangehouden op verdenking van schending van zijn ambtsgeheim. Hij zou geheime informatie over onderzoek van de AIVD aan derden hebben verstrekt. De dienst heeft dit zelf ontdekt en aangifte gedaan. De dienst heeft maatregelen genomen om de gevolgen van de schending van het ambtsgeheim te beperken. Aan het werken of gaan werken bij de AIVD worden zeer stringente voorwaarden gesteld. Mensen die bij de AIVD gaan werken, ondergaan de zwaarst denkbare screening. Het is betreurenswaardig dat het in een individueel geval blijkt te zijn misgegaan. Dit is nooit voor honderd procent te voorkomen, al blijft het streven daar nadrukkelijk op gericht. De zaak is momenteel in handen van het OM. Hierover kunnen in het openbaar geen nadere mededelingen worden gedaan. Het gaat bij screening altijd om een momentopname. Het is buitengewoon moeilijk om een screening honderd procent waterdicht te krijgen. Er blijven altijd zekere risico's aanwezig. Voor zover hij begrepen heeft is dit de eerste keer, althans voor zover dit bekend is geworden, dat dit bij de AIVD voorkomt. Voor zover hij heeft kunnen nagaan, is er geen sprake van dat iemand bewust door derden naar binnen is gebracht.
Hoe is te voorkomen dat het publieke draagvlak voor de AIVD afbrokkelt? De AIVD brengt als de situatie daar aanleiding toe geeft een ambtsbericht uit aan het OM. Dat valt politiek gesproken onder de verantwoordelijkheid van de minister van BZK. Vervolgens besluiten het OM en Justitie over de wijze waarop er op basis van het ambtsbericht opgetreden wordt. Hij is het er overigens geheel mee eens dat de overheid altijd haar uiterste best moet doen om uit te leggen waarom en in welke context er is opgetreden. De communicatie zal meer dan vroeger aandacht krijgen binnen de nieuwe eenheid van de Nationale Coördinator Terrorismebestrijding de NCTb de heer Joustra. Er wordt gewerkt aan een protocol over de communicatie rond terreur en aan terrorisme gerelateerde onderwerpen. Daarbij zijn de AIVD, het OM en Voorlichting Justitie en BZK betrokken.
De AIVD heeft de afgelopen jaren de activiteiten van de Kaplan-beweging scherp in de gaten gehouden. Er zijn ambtsberichten neergelegd om te voorkomen dat de leider van deze organisatie de wijk zou nemen naar Nederland. Het is aan Justitie om te besluiten of een verbod op de Kaplan-organisatie mogelijk of passend is. De AIVD zal desgevraagd alle beschikbare informatie aan Justitie verstrekken. Het oordeel of dit een verbod rechtvaardigt is aan de rechter. Er is op dit moment geen informatie beschikbaar die de AIVD ertoe noopt zelf het OM hierover te informeren.
De minister kan in het openbaar niet nader ingaan op de vraag welke landen in Nederland actief zijn op het terrein van contra-inlichtingen en contra-inmenging.
De bestrijding van internationaal islamitisch terrorisme vergt de inzet van meerdere partijen en samenwerking tussen deze partijen. De AIVD heeft daar niet het alleenrecht. Er is intensieve samenwerking en informatie-uitwisseling nodig binnen de bestaande wettelijke kaders voor een effectieve aanpak van terrorisme. Er wordt momenteel naar deze wettelijke kaders gekeken. Als hier belemmeringen blijken te bestaan om tot een optimale aanpak te komen, zal de Kamer zelf haar oordeel over eventuele wijzigingen moeten geven. Een voorbeeld is het samenwerkingsverband tussen AIVD, KLPD, OM en IND, de zogenaamde Contra-Terrorisme-Infobox. Hierover is al gesproken in het debat van 23 september over de brief van collega Donner en hemzelf. Dit debat zal op 11 november worden voortgezet.
De activiteiten van de AEL kunnen volgens het onderzoek van de AIVD op sommige terreinen van invloed zijn op ontwikkelingen die de democratische rechtsorde bedreigen, zoals het vergroten van de kloof tussen autochtonen en allochtonen. Zij brengen verder het risico met zich mee van radicalisering van sommige jongeren.
De bestrijding van de nieuwe vorm van terrorisme vraagt gezien de actuele dreigingssituatie in Nederland veel inzet op alle niveaus, operationeel, bestuurlijk en qua voorlichting. Deze extra inzet is tijdelijk ten koste gegaan van andere belangrijke aandachtsgebieden. De extra fte's zullen deels worden ingezet voor de belangrijke prioriteit terrorisme, deels voor het in kwetsbare dossiers herstellen van een aantal gaten die zijn ontstaan door de aandacht voor het contraterrorisme. Dat betreft bijvoorbeeld de contra-inlichtingen. Hij verwacht dat ook de Commissie Bestuurlijke Evaluatie in zal gaan op de personele capaciteit van de AIVD. Hierover is in de brief van 11 september al een opmerking gemaakt.
Informanten verstrekken de AIVD informatie waarover zij reeds beschikken. Agenten worden aangestuurd door de dienst en verwerven speciaal ten behoeve van de dienst informatie waarover zij normaliter niet zouden beschikken. Voor het werken met agenten gelden zwaardere wettelijke vereisten dan voor het werken met informanten. Omdat het onderscheid in de praktijk niet in alle gevallen gemakkelijk is te maken, hanteert de AIVD zorgvuldigheidshalve voor informanten deels de regels die voor agenten gelden. De Commissie van Toezicht waardeert dit en constateert niet dat de AIVD de grens te veel verlegt richting informanten. Hij ziet daarom geen reden om op dat punt nadere maatregelen te treffen.
De Commissie van Toezicht heeft een positief rapport uitgebracht over het onderzoek van de AIVD naar radicaliseringsprocessen binnen de islamitische gemeenschap. De commissie concludeert dat het uitoefenen van bijzondere bevoegdheden bij het onderzoek noodzakelijk was en dat de uitgeoefende bevoegdheden de toets van proportionaliteit en subsidiariteit kunnen doorstaan. De commissie heeft daarnaast ook een paar onvolkomenheden gesignaleerd. De verlenging van de inzet van agenten door de AIVD heeft een tijdlang niet op de voorgeschreven wijze plaatsgevonden. Dit punt is bij de implementatie van de WIV niet met de nodige voortvarendheid opgepakt. Dit is inmiddels hersteld. De AIVD gaat hier nu zelfs zorgvuldiger mee om dan de wet voorschrijft. Overeenkomstig de aanbevelingen van de commissie wordt de juridische afdeling van de AIVD structureel betrokken bij de besluitvorming over teamopdrachten. Hij voorziet op dit moment een toestemming tot het gebruik van een bijzondere bevoegdheid niet alleen van zijn handtekening maar ook van een datum. Om de door de commissie gesignaleerde onvolkomenheden bij de dossiervorming van de AIVD weg te nemen, zal de interne regelgeving voor dossieropbouw bij de dienst worden aangescherpt.
Hij wijst erop dat bij vorige gelegenheden al melding is gemaakt van de NSO, de Nationale SIGINT Operatie. De NSO valt primair onder de verantwoordelijkheid van de minister van Defensie. De NSO wordt geen nieuwe inlichtingen- of veiligheidsdienst, maar zal facilitair gaan werken voor zowel de MIVD als de AIVD op het gebied van verbindingsinlichtingen. De NSO krijgt een eigen regeling in de WIV 2002.
De minister vindt het een goede werkwijze om in het kader van de communicatie notities op te stellen over bepaalde zaken. De Kamer krijgt hierdoor uitvoeriger zicht op de bezigheden van de dienst, terwijl de commissie op deze wijze in de gelegenheid wordt gesteld om een apart thema te agenderen. De suggestie om een thema te kiezen dat betrekking heeft op het Koninkrijk en de Koninkrijksrelaties lijkt hem minder gelukkig. De AIVD heeft op dat vlak een zeer beperkte taak. Dat zou overigens anders kunnen worden als de briljante gedachte in de praktijk gebracht wordt dat rechtshandhaving een taak wordt van het Koninkrijk. De AIVD heeft op Aruba en de Nederlandse Antillen een zeer beperkte taak omdat daar twee afzonderlijke diensten zijn. Hij is graag bereid om in een brief aan de Kamer de taakverdeling exact uit een te zetten. De discussie of hier geen ruimere taak zou moeten liggen is zeer interessant, maar op dit moment niet aan de orde.
Het rapport «Zending en strijd» dat in vergaande staat van voorbereiding is, zal op korte termijn beschikbaar komen voor de Kamer. Daarin wordt de problematiek van de radicalisering en de islam in breed verband geschetst. Dat rapport is een van de bouwstenen voor de operatie waarmee de minister van Justitie bezig is.
Het Meldpunt Integriteitsaantastingen MEPIA behandelt uitsluitend klachten die betrekking hebben op aantastingen van ambtelijke of bestuurlijke integriteit, waarbij de nationale veiligheid in het geding is en die niet elders al in behandeling zijn. Gelet op de vele onjuiste adresseringen moet er wellicht naar buiten toe meer duidelijkheid over het meldpunt worden verschaft. Daarnaar wordt momenteel gekeken. Meldingen worden in een groot aantal gevallen doorgezonden aan de competente instanties. Hij is voornemens te zoeken naar een betere structuur voor de melding van integriteitsaantastingen, omdat het systeem niet optimaal werkt.
Er zal in de memorie van toelichting bij het nieuwe wetsvoorstel worden ingegaan op de veiligheidsonderzoeken met betrekking tot de positie van de gekozen burgemeester. Dit punt vloeit rechtstreeks voort uit de andere aanstellingswijze.
De minister is in het algemeen geen voorstander van het schrijven van boeken door voormalige medewerkers van inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Personen die hun medewerking aan deze diensten verlenen, moeten er absoluut op kunnen vertrouwen dat dit geheim blijft. Alles wat afbreuk doet aan die zekerheid, schaadt de bereidheid van personen om met de diensten samen te werken en schaadt daarmee het functioneren van de diensten. Als er toch een boek wordt gepubliceerd, is het een goed gebruik om dat tevoren aan de desbetreffende dienst ter inzage te geven. Dat is in het geval van de heer Hoekstra niet gebeurd. De heer Hoekstra heeft herhaaldelijk geweigerd het boek ter toetsing voor te leggen. Hij heeft publiekelijk aangegeven dat hij zelf wel uitmaakt wat wel en niet geheim is. Daarmee is schade toegebracht aan de vertrouwensband tussen de dienst en de geheime medewerkers. De minister keurt dit af. Er wordt momenteel onderzocht of, en zo ja in hoeverre de heer Hoekstra zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Het gaat daarbij niet uitsluitend om de schending van staatsgeheimen, maar ook om de schending van de privacy van personen en organisaties, die object van onderzoek zijn geweest van de voormalige BVD. Bij het onderzoek worden enkele buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten betrokken, waarover de heer Hoekstra schrijft. De minister zal, als daartoe aanleiding bestaat, bij het OM aangifte doen van de schending van zijn ambtsgeheim door de heer Hoekstra. Ook voormalige medewerkers van inlichtingen- en veiligheidsdiensten moeten zich aan de wet houden.
De minister citeert de volgende passage uit de conclusies van de Commissie van Toezicht over de werkzaamheden van de commissie Van den Haak: «Naar de mening van de Commissie van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten voegt de vorenstaande ondervraging van de ambtenaar van de BVD-AIVD en van zijn collega van het KLPD niet veel nieuws toe aan de bevindingen waartoe de commissie Van den Haak in haar omvangrijke rapport reeds was gekomen». Hij begrijpt dat dit onderwerp in de politieke kring van de LPF gevoelig ligt. Hij stelt het op prijs dat er nu een parlementaire punt achter het onderzoek naar de beveiliging van Pim Fortuyn wordt gezet.
Hij wil in dit verband het misverstand uit de wereld helpen dat de AIVD verantwoordelijk is voor de beveiliging. De NCTb besluit hierover, soms op informatie van de AIVD. Als een politicus wordt bedreigd, zal de AIVD normaal gesproken de informatie evalueren en een conclusie trekken over de ernst van de dreiging. Die informatie gaat naar de NCTb. Op basis daarvan worden al dan geen maatregelen genomen.
De heer Verhagen (CDA, voorzitter van de commissie IVD) dankt de leden van de commissie van BZK voor de waardering die zij hebben uitgesproken voor het verslag van de commissie IVD en de openhartigheid ervan. Hij heeft geprobeerd om in het jaarverslag aan te geven hoe de commissie IVD haar werkzaamheden inricht en toch de gegeven vertrouwelijkheid niet ter discussie te stellen.
Hij wijst erop dat de fractievoorzitter van het CDA als voorzitter van de commissie niet meer weet dan de andere leden van de commissie, omdat alle fractievoorzitters dezelfde informatie krijgen. Hij is niet van plan namens de commissie een kwalificatie te geven over de wijze waarop de AIVD zijn werk doet. De commissie verricht haar parlementaire controlewerkzaamheden op de wijze zoals is afgesproken. De commissie gaat niet alleen behalve over de AIVD- maar ook over de MIVD-informatie. Als zij bij bepaalde zaken vraagtekens plaatst, roept zij de minister(s) op dat punt tot de orde.
De commissie heeft zich het afgelopen jaar vrij uitvoerig gebogen over de vraag hoe zij, naast de niet te onderschatten activiteiten van de commissie van BZK op dit gebied, een afdoende en zo groot mogelijke parlementaire controle kan vormgeven. De commissie heeft meerdere malen gesproken over een wijziging van de samenstelling van de commissie. Een motie op dit punt is niet aangenomen. De leden van de commissie waren niet tevreden over de werkwijze van de commissie in beperkte samenstelling naar aanleiding van de gang van zaken rond Mabel Wisse Smit. Hij heeft toen het voorstel gedaan om de commissie uit te breiden om niet meer in de situatie te komen dat het quorum alleen zou bestaan uit leden van de regeringscoalitie. Omdat de commissie toen nog gevoelig was voor het argument: hoe groter de groep, hoe groter de kans op lekken, is voorgesteld de commissie uit te breiden tot zes leden. Uit de contacten met voorzitters van soortgelijke commissies in de EU is echter gebleken dat deze commissies in alle andere landen veel groter van samenstelling waren, terwijl dit niet tot lekken leidde. Hij heeft vervolgens voorgesteld om iedere fractievoorzitter na de verkiezingen vertegenwoordigd in het parlement in de commissie op te nemen. De SP heeft vanwege de vertrouwelijkheid van de commissie besloten dat zij niet zou deelnemen. De Groep-Wilders en de Groep-Lazrak zijn niet vertegenwoordigd, omdat zij direct na de verkiezingen nog niet bestonden. Hij heeft geen enkel verschil kunnen opmerken in de wijze van informatieverstrekking van de zijde van het kabinet, de AIVD of de MIVD aan de fractievoorzitters met oog op de gewijzigde samenstelling. Op basis van het overleg dat de commissie heeft gevoerd met de minister-president en de minister van BZK over de samenstelling, heeft de commissie in haar verslag expliciet opgenomen dat de minister van BZK zeer nadrukkelijk heeft gemeld «dat hij de normale informatieverstrekking zou blijven verlenen, maar dat hij een afweging zal moeten maken tussen het belang van de nationale veiligheid en het belang van verantwoording ten opzichte van het parlement». De commissie heeft dit opgenomen, omdat het om dezelfde werkwijze gaat als voordien. De commissie heeft in het overleg met de minister van BZK zeer nadrukkelijk gesteld dat het parlement over de samenstelling van de commissie gaat en daarbij onderstreept dat dit geen verschil zou moeten uitmaken voor de informatieverstrekking. De minister heeft de commissie op dit punt gerustgesteld.
De commissie heeft bij de instelling van de Commissie van Toezicht een gesprek gehad met de leden ervan. Het ging over de wijze waarop de commissies contact met elkaar zouden hebben en over de wijze waarop de Commissie van Toezicht haar werkzaamheden zou gaan inrichten. Er vindt op basis van de bevindingen van de Commissie van Toezicht geen aanvullend gesprek plaats, maar de commissie krijgt de verslagen van de Commissie van Toezicht toegezonden, inclusief het vertrouwelijke deel.
Samenstelling:
Leden: Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), voorzitter, Vos (GroenLinks), Cornielje (VVD), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Van Beek (VVD), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Kant (SP), Dubbelboer (PvdA), Duyvendak (GroenLinks), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (LPF), Boelhouwer (PvdA), Wilders (Groep Wilders), Szabó (VVD), Van Hijum (CDA).
Plv. leden: Klaas de Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Halsema (GroenLinks), Schippers (VVD), Wolfsen (PvdA), Kant (SP), Rijpstra (VVD), Slob (ChristenUnie), Rambocus (CDA), Vergeer (SP), Van Nieuwenhoven (PvdA), Van Gent (GroenLinks), Çörüz (CDA), Hermans (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koser Kaya (D66), Bruls (CDA), Van Bochove (CDA), Algra (CDA), Hamer (PvdA), Varela (LPF), Leerdam (PvdA), Hirsi Ali (VVD), Balemans (VVD), Eski (CDA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29800-VII-10.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.