29 800 VI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2005

nr. 52
MOTIE VAN HET LID VAN DER LAAN C.S.

Voorgesteld 17 november 2004

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de wet gelijke bescherming moet bieden tegen belediging of krenking wegens godsdienst, levensovertuiging, ras en hetero- of homoseksuele gerichtheid;

overwegende, dat die bescherming afdoende is geregeld in artikel 137c en verder van het Wetboek van Strafrecht;

overwegende, dat de artikelen 147 en 147a van het Wetboek van Strafrecht in het verleden nauwelijks zijn gebruikt en in de praktijk geen toegevoegde waarde hebben;

overwegende, dat belediging wegens godsdienst niet op een andere wijze moet worden behandeld dan belediging op andere gronden;

verzoekt de regering de betrokken wetsbepalingen te heroverwegen en daarbij de gevoelens van de meerderheid van de Kamer in acht te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Laan

Vos

Eerdmans

Naar boven