29 800 III
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende inlichtingen- en veiligheidsdiensten (III) voor het jaar 2005

nr. 19
BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 februari 2005

In reactie op het door u aan mij gezonden stenografisch verslag van het ordedebat (over het verzoek van het lid van uw Kamer, mevrouw Halsema) van 26 januari jongstleden, kan ik u als volgt berichten.

Om te beginnen is het goed om vast te stellen dat van de circa 120 op de website van het ministerie van Algemene Zaken gepubliceerde openbare toespraken, speeches en verklaringen die ik sinds mijn aantreden als minister-president heb gehouden, er een vijftiental betrekking heeft op het sociaal-economische beleid in brede zin des woords. Mijn op 22 januari gehouden lezing tijdens de zogeheten Bilderbergconferentie van de Stichting NCW is daar één van.

Vanzelfsprekend ben ik graag bereid om over ieder door mij gehouden toespraak, speech en verklaring met uw Kamer in debat te gaan.

Het lijkt me echter goed om twee misverstanden bij voorbaat te voorkomen.

Het eerste misverstand schuilt in de suggestie als zou het kabinet tot nu toe geen (enkele keer een) visie op het (lange termijn) sociaal-economische beleid hebben gepresenteerd. Integendeel, vanaf het eerste optreden met het afleggen van de regeringsverklaring, is een visie daarop gegeven. Voorts wordt in elke Miljoenennota (vooral in het tweede hoofdstuk daarvan) de economische ontwikkelingen en de gewenste beleidsreactie daarop uitvoerig beschreven. Ditzelfde geldt voor de jaarlijkse begrotingen van de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Economische Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Daarnaast heeft het kabinet medio vorig jaar de «Groeibrief» en een «Industriebrief» uitgebracht en op Prinsjesdag de notitie «Nieuwe Accenten op Werk en Inkomen». Deze stukken – en in het bijzonder laatst genoemde – geven – zoals u dat noemt – een «sociale visie».

Deze stukken bevatten – evenals mijn «Bilderberglezing» – passages over middellangetermijn-ontwikkelingen zonder dat elk element noodzakelijkerwijze leidt tot nieuwe beleidsmaatregelen in de kabinetsperiode 2003 tot en met 2007.

Het tweede misverstand is de veronderstelling dat Uw Kamer nog nooit met het kabinet en de minister-president een debat heeft gevoerd «over de structurele hervorming van Nederland tot een solidaire samenleving». Ik herinner mij het debat van mij met u over het Hoofdlijnenakkoord in mei 2003, het debat over de regeringsverklaring in juni 2003, bij de Algemene Politieke Beschouwingen in september 2003, het debat over het thema «georganiseerde solidariteit» in november 2003, het debat over het mislukte Voorjaarsoverleg in mei 2004 en recent nog over de bereikte Najaarsafspraken met de sociale partners in november 2004.

Graag benadruk ik dat de belangrijkste onderliggende noties uit de Bilderberglezing in het kabinetsbeleid zijn terug te vinden en dus ook al meermalen zijn verwoord. Het nadrukkelijk kijken naar de lange termijn – over de grenzen van de kabinetsperiode tot en met 2007 – is in de regeringsverklaring genoemd («Het kabinetsbeleid zal de toekomst voorrang geven boven de korte termijn.»), zo ook het belang van sociale partners («Daar waar de overheid en sociale partners beide een verantwoordelijkheid hebben gaat het kabinet serieus in gesprek met de sociale partners.») alsook solidariteit («Een werkelijk sociaal beleid is op dit moment een krachtig hervormingsbeleid. Dat biedt perspectief. Voor oud en jong. Voor nu en in de toekomst.»).

Natuurlijk bevat de Bilderberglezing een aantal elementen die het nieuws hebben bepaald en ongetwijfeld de aandacht van uw Kamer hebben getrokken. Over die concrete punten zeg ik graag nog het volgende.

Het idee om «leven lang leren» voor werknemers (fiscaal) te stimuleren zal ik inbrengen in het Innovatieplatform.

De opmerkingen over verdeling van verantwoordelijkheden (en de gevolgen voor belastingen en premies), over de flexibiliteit van arbeidsrelaties (en de gevolgen voor opgebouwde sociale zekerheidsrechten) en de vormingeving van inkomenspolitiek komen via de adviesaanvrage van het kabinet aan de Sociaal Economische Raad over het te voeren Middellange termijnbeleid (MLT) te zijner tijd – mogelijk begin 2006 – weer concreet terug op de agenda.

Voor de kortere termijn zal de voorbereiding van de Europese Voorjaarstop over de zogeheten Lissabonagenda (22 en 23 maart), bijvoorbeeld via het Algemeen Overleg met uw Kamer daarover op 21 maart aanstaande, een gelegenheid zijn waarop uw Kamer met het kabinet kan spreken over sociaal-economische thema's. De Lissabonagenda staat immers in het teken van wat op de Bilderbergconferentie is aangeduid als «de participatiemaatschappij».

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

Naar boven