29 800 III
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet der Koningin en de Commissie van toezicht betreffende inlichtingen- en veiligheidsdiensten (III) voor het jaar 2005

nr. 181
BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 februari 2005

Tijdens de Tweede-Kamerbehandeling van de AZ-begroting 2005 heeft uw Kamer een motie-Van Bommel aanvaard die betrekking heeft op de bekostiging van persoonlijke coaches voor bewindspersonen (kamerstukken II 2004/05, 29 800 III, nr. 13). In de motie wordt de regering verzocht te bewerkstelligen dat de kosten van deze persoonlijke coaches niet langer ten laste van de Rijksbegroting komen, maar door de betrokken bewindspersonen zelf worden gedragen.

Het kabinet heeft zich tot nog toe op het standpunt gesteld dat het Voorzieningenbesluit ministers en staatssecretarissen (Stb. 2002, 369), en dan met name artikel 9 en de toelichting, de basis biedt voor het ten laste van de Rijksbegroting brengen van kosten van persoonlijke coaches voor bewindspersonen. Dit standpunt is onder meer neergelegd in een brief van mij aan u van 23 juni 2004 (kamerstuk 29 200 III, nr. 20) en in antwoorden op kamervragen van 28 juni 2004 (nr. 2030416520). Nu uw Kamer door aanvaarding van bovengenoemde motie expliciet te kennen heeft gegeven dat persoonlijke coaches door de betrokken bewindspersonen zelf moeten worden betaald, heb ik de ministers en staatssecretarissen er bij brief op gewezen dat persoonlijke coaches voortaan voor eigen rekening van de betrokken bewindspersonen komen. Een passage van deze strekking zal worden opgenomen in het Handboek voor aantredende bewindspersonen.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende


XNoot
1

Het onder kamerstuknummer 29 800 – III, nr. 14 gepubliceerde stuk heeft een herdruk gekregen onder kamerstuknummer 29 454, nr. 6. Kamerstuk 29 800 – III, nr. 14 is daardoor komen te vervallen.

Naar boven