29 800 A
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2005

29 800 XII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2005

nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2004

Door middel van deze brief wil ik u informeren over de laatste inzichten, met name voortvloeiende uit het gevoerde kasmanagement bij de begrotingsuitvoering (hoofdstuk XII en Infrastructuurfonds) sinds het indienen van de Najaarsnota en de maatregelen die ik naar aanleiding daarvan heb genomen.

Infrastructuurfonds

Binnen het fonds constateer ik dat de gefaseerd geformuleerde personele doelstellingen uit het Ondernemingsplan RWS eerder worden bereikt dan voorzien. Meer mensen dan verwacht maken gebruik van de aangeboden regelingen en de opgelegde taakstelling op inhuur blijkt eerder te worden geëffectueerd.

Door deze versnelde uitvoering van de efficiencymaatregelen vallen er dit jaar gelden vrij. Voor latere jaren is de doorwerking van deze vrijval al ingeboekt.

Het gaat hier om ca. € 60 mln.

Daarnaast tekent zich in 2004 een onderschrijding af doordat sprake is van overlopende betalingen bij zowel droog als nat; omvang ca. € 75 mln. Ook doen zich op het fonds binnen Beheer en Onderhoud waarschijnlijk enkele nieuwe aanbestedingsmeevallers voor van ca. € 25 mln. In totaal gaat het hier dus om ca. € 100 mln.

Eén en ander leidt niet tot vertraging in de productie. Vaak is het zo dat betalingen pas worden verricht als alle deelprojecten zijn uitgevoerd. Hierbij is aan de orde dat betalingen, ook nadrukkelijk in deze fase van het jaar, rechtmatig dienen te worden verantwoord. Dat staat voorop. Een en ander betekent dat de productie op schema kan liggen, terwijl de betalingen toch achterlopen.

Hiertegenover staat dat zich binnen het Infrastructuurfonds een aantal mogelijkheden aandient die leiden tot versnelde kasbetalingen in 2004, rekening houdend met rechtmatigheid en doelmatigheid (de economische afweging: er moet sprake zijn van een efficiënt beheer en aanwending van rijksmiddelen). Het gaat dan om:

1. Depotcapaciteit Slufter van Havenbedrijf Rotterdam;

Door het niet doorgaan van het depot Koegorspolder en stagnaties rond andere depotinitiatieven is behoefte aan alternatieve opslagruimte voor verontreinigde baggerspecie. De gelegenheid doet zich nu voor om capaciteit aan te schaffen bij het Havenbedrijf Rotterdam N.V. (HBR). Voor de realisatie van capaciteit is op de begroting in de periode 2005–2011 € 25 mln. beschikbaar. Deze gelden kunnen nu geheel in 2004 worden aangewend.

2. Randstadrail;

Er kunnen rechtmatig en bedrijfseconomisch verantwoord (rentevoordeel voor het project) binnen de gemaakte afspraken in 2004 extra betalingen worden gedaan voor het project Randstadrail, waarbij de kasbedragen ook voor het project nodig zijn.

Het verrichten van deze betalingen in 2004 heeft een doorwerking naar latere jaren. Bij Voorjaarsnota 2005 en begrotingsvoorbereiding 2006 zal hierover verdere besluitvorming plaatsvinden, wanneer er duidelijkheid bestaat over de afloop van de begrotingsuitvoering 2004 en de dan geldende inzichten in de begrotingsuitvoering 2005.

Hoofdstuk XII

Ook op hoofdstuk XII is sprake van het eerder behalen van de doelstellingen uit de Veranderopgave VenW. Hier is sprake van een meevaller van ca. € 15 mln.

Deze zal ik aanwenden om de afkoop kapitaallasten metro/sneltram vervroegd af te lossen. Dit betreft een in 1995 vastgestelde 13-jarige annuïteit ter financiering en aflossing van kapitaallasten van oude infrastructuur voor de metro en de sneltram in Amsterdam en Rotterdam. Ook bij deze aanwending ligt er een bedrijfseconomische afweging aan ten grondslag (rentevoordeel). Op deze wijze zal de annuïteit eerder zijn afgelost.

Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over de jongste inzichten met betrekking tot de begrotingsuitvoering 2004 binnen VenW.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Naar boven