29 800
Nota over de toestand van 's Rijks Financiën

28 989
Cultuurnota 2005–2008

nr. 43
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2004

Inleiding

Tijdens de behandeling van de Rijksbegroting 2005 is de motie-Verhagen1 aangenomen, waarin de Kamer de regering onder meer vraagt een bedrag van tien miljoen euro extra uit te trekken voor cultuur. Met deze brief geef ik aan op welke wijze dit bedrag zal worden besteed.

Ik hanteer in dit voorstel dezelfde prioriteitsstelling als in de Cultuurnota. Dat betekent dat de middelen in eerste instantie zullen worden aangewend voor de cultuurproductie. Daarmee is de oorspronkelijke bezuiniging op dat onderdeel volledig ongedaan gemaakt.

Het advies «Spiegel van de Cultuur» van de Raad voor Cultuur, alsook het aanvullend advies en zijn brief van 13 oktober jl. heeft als uitgangspunt gediend. Dat betekent dat instellingen met een uitgesproken negatief inhoudelijk raadsadvies ook nu niet kunnen rekenen op subsidie. Afwijkingen op bestuurlijke of beleidsmatige gronden van het advies betreffen vooral de ondersteunende instellingen.

Resumerend ziet de besteding van de € 10 miljoen er als volgt uit.

Een bedrag van vijf miljoen euro gaat vooral naar initiatieven gericht op nieuw en jeugdig publiek, de locatietheatergezelschappen, de klassieke strijkkwartetten en een aantal knelpunten.

€ 1,1 miljoen wordt ingezet voor de herstructurering van de ondersteuningssector.

De korting van 0,8% ten behoeve van frictiekosten komt te vervallen; daarmee is in 2005 een bedrag van € 2,3 miljoen gemoeid.

Een kwart wordt bestemd voor nieuw beleid, meer in het bijzonder voor het in deze kabinetsperiode belangrijke thema cultuur en economie.

Tenslotte reserveer ik ongeveer 0,9 miljoen euro om in te kunnen spelen op belangrijke culturele ontwikkelingen.

Hieronder licht ik de bestedingen toe. Daarnaast treft u in de bijlage de verschillen met de verdeling van de oorspronkelijke Cultuurnota 2005–2008.

Adviezen Raad voor Cultuur

In navolging van het raadsadvies komt een aantal dans-, theater- en muziekgezelschappen en musea alsnog in aanmerking voor subsidie en wordt daarnaast een aantal musea alsnog in staat gesteld om hun collectie op peil te houden. Ook het advies om de eenmalige korting van 0,8% ten behoeve van de frictiekosten ongedaan te maken, neem ik over.

Ik volg de Raad niet in zijn pleidooi € 2,5 miljoen te bestemmen voor de productie van artistieke films. Met de € 0,7 miljoen extra subsidie aan het Nederlands Fonds voor de Film en de fiscale faciliteit die eveneens met de motie-Verhagen in de Kamer is aanvaard, is het budget voor filmproductie op niveau gebracht. Voor de distributie van kwetsbare films komt overigens wel extra geld beschikbaar.

Het raadsvoorstel een voorziening te treffen voor knelpunten bij ondersteunende instellingen zoals bij architectuur en monumenten past niet binnen mijn visie op ondersteunende instellingen en neem ik dan ook niet over.

Tenslotte zal ik het door de Raad geadviseerde bedrag voor het Theaterfestival reserveren voor nieuwe initiatieven op het gebied van theatersamenwerking met Vlaanderen, waarvoor momenteel nieuwe plannen worden ontwikkeld en waarin ook plaats zal zijn voor een theaterfestival.

Nieuw publiek (jeugd)

De betekenis van artistieke en culturele kwaliteit wordt groter naarmate meer en vooral meer verschillende mensen ermee in aanraking komen. Daarom stond het bereiken van nieuwe publieksgroepen hoog genoteerd in de adviesaanvraag. Het bereiken van jongeren en Nederlanders met een andere culturele achtergrond verdient onverkort prioriteit. Met het volgen van het raadsadvies over de inzet van de extra middelen krijgen vijf jeugdtheatergezelschappen alsnog subsidie en krijgt Cinekid een subsidieverhoging. Daarenboven zet ik een deel van de extra middelen gericht in voor inspanningen die speciaal zijn gericht op het bereiken van een jeugdig publiek. Het jeugdmuziektheater is een nieuw genre met veel aantrekkingskracht. Ik denk daarbij aan Xynix, Yo!, en Vrije Val. Deze instellingen worden echter in het raadsadvies met een relatief kleine subsidie bedacht. Door een hoger bedrag toe te kennen worden zij in staat gesteld zich verder te ontwikkelen. Ook het Internationaal Danstheater krijgt voor het jeugdgezelschap extra subsidie.

Producerende instellingen en fondsen

Voor de klassieke strijkkwartetten komt extra geld beschikbaar. Bij de muziek heeft de Raad door de grote hoeveelheid positief beoordeelde aanvragen, drastische generieke kortingen toegepast. Voor de operahuizen en orkesten is de korting in de cultuurnota al teruggebracht van 4,3% naar 3%. Voor de kleinere muziekensembles is een voorziening bij het FAPK getroffen. De klassieke strijkkwartetten, het Schönberg Kwartet, het Mondriaan Kwartet, het Parkanyi Kwartet en het Utrechts String Quartet bleven echter relatief zwaar getroffen. Daarom maak ik van de nieuwe mogelijkheden gebruik om de subsidies voor deze strijkkwartetten op hetzelfde niveau te brengen als die voor kleine en middelgrote jazzensembles.

Gezelschappen die beeldend locatietheater brengen, doen het goed als cultureel ondernemer. Ik heb daar waardering voor. In zijn advies lijkt de Raad het succesvolle ondernemerschap als motivering te hebben gebruikt voor bezuinigingen. Deze instellingen (Dogtroep, Warner&Consorten, Vis a Vis, Peergroup, The Pigthing) zijn tot nu toe steeds in staat gebleken in vergelijking met de rest van de podiumkunsten hoge eigen inkomsten te realiseren. Volgens de Raad zou structurele subsidie vooral nodig zijn om een relatief kleine productiekern in stand te houden. Om deze groep instellingen toch een positief signaal te geven voor het getoonde cultureel ondernemerschap, ken ik een bescheiden extra budget toe, genormeerd op 3 ton voor de twee grotere gezelschappen en 2 ton voor de overige, kleinere gezelschappen. Ik beschouw dit in lijn met het kwaliteitsoordeel van de Raad.

Ook worden de kortingen op de letterenfondsen verzacht. Het kortingspercentage op de letterenfondsen lag, conform het door mij overgenomen Raadsadvies, boven dat van de overige cultuurfondsen. Nu er extra middelen voorhanden zijn, heb ik besloten de korting op de letterfondsen te verlichten en gelijk te stellen aan de korting op de apparaatskosten bij de overige fondsen.

In navolging van het raadsadvies is in de cultuurnota een korting van 4% toegepast op het budget voor het Filmmuseum. Nu er extra middelen zijn kan het kortingspercentage voor het Filmmuseum op gelijke hoogte worden gebracht met dat van de andere musea (2,5%). In het Cultuurnota-advies 2001–2004 oordeelde de Raad kritisch over Het Nationale Ballet en Oostpool. De Raad adviseerde Oostpool aanzienlijk minder subsidie te verstrekken dan zijn voorganger, Het Theater van het Oosten. Het gezelschap heeft het in de afgelopen vier jaar met aanzienlijk minder subsidie moeten doen dan andere grote regionale gezelschappen. Nu het positieve oordeel van de Raad over het beleidsplan 2005–2008 de verwachting rechtvaardigt dat Oostpool zijn landelijke positie in de komende periode zal verstevigen, is er alle aanleiding om het subsidieniveau meer in overeenstemming te brengen met dat van die andere gezelschappen. Ook de financiële gevolgen van het kritische raadsadvies van vier jaar geleden van Het Nationale Ballet maak ik op basis van het lovende raadsadvies voor de periode 2005–2008 deel ongedaan.

In de Cultuurnota werd op grond van het advies van de Raad voor Cultuur het Schönberg Ensemble onevenredig gekort op het subsidie. Gelet op de langjarige staat van dienst van dit ensemble en de onverkort grote waardering voor de kwaliteit van het ensemble heb ik besloten de korting te beperken tot 3%. Deze korting is gelijk aan die welke is opgelegd aan de symfonieorkesten.

Tenslotte wordt de korting van VWS op het Handtheater gecompenseerd.

Cultureel Erfgoed

De positieve raadsadviezen voor het Museum Jan Cunen en het Rembrandthuis zijn in de Cultuurnota niet overgenomen, omdat het geven van het goede voorbeeld geen subsidiecriterium kan zijn. Deze mening ben ik nog steeds toegedaan. Nu het financiële kader is verruimd wil ik deze door de Raad waardevol geachte musea toch in staat stellen hun positief beoordeelde beleidsplan uit te voeren.

De Raad heeft gewezen op enkele bijzondere conserverings- en depotproblemen bij het Nederlands Openlucht museum, Paleis het Loo, het Rijksmuseum van Oudheden, Museum Boerhaave, Kröller-Müller Museum en Museum Catharijne Convent. Met een extra financiële impuls worden zij in staat gesteld op korte termijn tot oplossingen te komen.

Herstructurering ondersteuningsstructuur

Ook nu er beduidend minder hoeft te worden bezuinigd, is herstructurering van de ondersteuningstructuur nog steeds nodig. Voor een goed verloop van deze operatie reserveer ik € 1,1 miljoen. Dit bedrag is enerzijds om de kosten op te vangen die voortkomen uit de herstructureringsoperatie, anderzijds om een tweejarige subsidie aan De Ateliers mogelijk te maken. De Raad bracht een afwijzend advies uit omdat volgens hem de verschillen met de tweede fase opleidingen in het kunstvakonderwijs te gering zijn. Financiering uit de cultuurnota zou volgens de Raad daarom niet in de rede liggen. Voor alle werkplaatsen wordt in 2005 bekeken of ze tot de cultuursector of tot het hoger onderwijs moeten worden gerekend. Omdat het raadsadvies niet zozeer betrekking had op de artistiek-inhoudelijke kwaliteit, maar op de positie van Ateliers en het onderzoek daar juist over gaat, is het nu mogelijk ook De Ateliers in deze afweging te betrekken. Om de periode van de besluitvorming te kunnen overbruggen wordt daarom voor 2005 en 2006 een bedrag van € 0,75 miljoen per jaar aan De Ateliers toegekend.

Cultuur en economie

Een sterke en dynamische creatieve industrie vertegenwoordigt niet alleen een economisch, maar ook een cultureel belang. Vormgeving, mode, de podiumkunsten, eCultuur, de audiovisuele sector en de uitgeverij hebben directe economische betekenis, bijvoorbeeld voor de werkgelegenheid. Daarnaast heeft cultuur indirecte economische effecten: een levendig cultureel klimaat stimuleert de vestiging van bedrijven en trekt talent aan. Erfgoed versterkt het toerisme. Cultuur is goed voor het innovatief vermogen. Het kabinet zal de kamer in 2005 rapporteren over de economische betekenis van cultuur en voorstellen doen voor de besteding van een impuls uit het cultuurbudget, in samenwerking met Economische Zaken. Het zal dan primair gaan om incidentele investeringen of een tijdelijk ontwikkelingsbudget, bijvoorbeeld gericht op cultureel ondernemerschap, op de aansluiting tussen productontwikkeling en (vaak gesubsidieerde) creatieve innovatie, of op steden met concrete initiatieven op het gebied van de creatieve industrie. Voor cultuur en economie reserveer ik daarom jaarlijks € 2,5 miljoen vanaf 2006. In 2005 is, om te beginnen, een half miljoen euro beschikbaar.

Algemeen cultuur

Met een bedrag van circa € 1,2 miljoen vanaf 2006 zal ik de komende jaren inspelen op actuele ontwikkelingen. Overigens dient een bedrag van ongeveer € 300 000 daarvan bestemd te worden voor de aanpassing van de subsidiebedragen genoemd in deze brief met de loon- en prijsbijstellingen over de jaren 2003 en 2004.

Frictiekosten

In de Cultuurnota is rekening gehouden met frictiekosten van € 3,2 miljoen. Dat bedrag is in de vorm van een solidariteitsheffing omgeslagen over alle subsidies. Zoals al in de inleiding aangeven neem ik het advies van de Raad voor Cultuur om dat bedrag niet in mindering te brengen op de subsidies 2005 over.

Door de voorstellen in deze brief krijgen meer instellingen een subsidie dan aanvankelijk voorzien in de cultuurnota. In het verlengde daarvan is de frictiekostenraming daarom neerwaarts bijgesteld tot € 2,3 miljoen. Ter dekking van dat bedrag zal eenmalig in 2005 het genoemde investeringsbudget voor cultuur en economie voor een bedrag van twee miljoen euro worden aangesproken, en de post «Algemeen Cultuur» voor € 0,3 miljoen.

Tot besluit

De extra financiële impuls van €10 miljoen maakt het mogelijk om, de cultuurbegroting in moeilijke tijden zoveel mogelijk te ontzien. Ik ben ervan overtuigd dat de zojuist geschetste verdeling van het extra budget evenwichtig is en goede condities schept voor de uitdagingen waar het cultuurbeleid de komende jaren voor komt te staan.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. C. van der Laan

BIJLAGE 1

 2005200620072008
1. Producerende Instellingen (loonpeil 2002)5 041 4685 041 4685 041 4685 041 468
     
Advies Raad voor Cultuur    
Hoorn-Oude Muziek Nu20 00020 00020 00020 000
Distributie kwetsbare film, via NFF160 000160 000160 000160 000
A3ana250 000250 000250 000250 000
Merkx & Dansers162 580162 580162 580162 580
Film Events65 00065 00065 00065 000
ZEP-projecten196 640196 640196 640196 640
Delta voor muziek en theater208 170208 170208 170208 170
Het Toneelschap Beumer & Drost272 910272 910272 910272 910
Orkater99 90699 90699 90699 906
Keesen & Co24 95224 95224 95224 952
De Paardenkathedraal39 80839 80839 80839 808
Het Nederlands Fluitorkest51 25051 25051 25051 250
Maarten Altena Ensemble119 400119 400119 400119 400
Salon-, Dans- en Filmorkest, Max Tak100 000100 000100 000100 000
UZ (Unieke Zaken)150 000150 000150 000150 000
Cinekid Nederland75 00075 00075 00075 000
Nederlands Film Festival50 00050 00050 00050 000
Kröller-Müller150 000150 000150 000150 000
Catharijneconvent50 00050 00050 00050 000
Boerhaave60 00060 00060 00060 000
Openluchtmuseum136 000136 000136 000136 000
Rijksmuseum van Oudheden200 000200 000200 000200 000
Hollandse Schouwburg51 00051 00051 00051 000
Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie88 00088 00088 00088 000
Paleis Het Loo100 000100 000100 000100 000
     
Vlaams-Nederlandse samenwerking200 000200 000200 000200 000
     
Nieuw publiek (jeugd)    
Xynix323 716323 716323 716323 716
Vrije Val95 25095 25095 25095 250
Yo!150 000150 000150 000150 000
Het Internationaal Danstheater150 000150 000150 000150 000
     
Klassieke strijkkwartetten    
Schönberg Kwartet25 00025 00025 00025 000
Het Mondriaan Kwartet25 00025 00025 00025 000
Utrecht String Quartet22 73822 73822 73822 738
Parkanyi24 00024 00024 00024 000
     
Beeldend locatietheater    
Dogtroep (Theater van de Verbeelding)50 00050 00050 00050 000
Warner & Consorten (Prima Materia)75 25075 25075 25075 250
Vis a Vis98 05898 05898 05898 058
Peergroup50 00050 00050 00050 000
The Lunatics (The Pigthing)50 00050 00050 00050 000
     
Producerend overig    
Schönberg Ensemble119 349119 349119 349119 349
Nederlands Filmmuseum, korting van 4 naar 2,5%72 99072 99072 99072 990
Het Nationale Ballet150 000150 000150 000150 000
Toneelgroep Oostpool150 000150 000150 000150 000
Handtheater100 000100 000100 000100 000
     
Cultureel Erfgoed    
Rembrandthuis, Jan Cunen229 500229 500229 500229 500
     
2. Fondsen85 00085 00085 00085 000
Letterenfondsen85 00085 00085 00085 000
     
3. Ondersteuning1 150 0001 150 0001 150 0001 150 000
     
4. Cultuur en economie500 0002 500 0002 500 0002 500 000
     
5. Algemeen cultuur923 5321 223 5321 223 5321 223 532
waarvan loonbijstelling 2003 en 2004300 000300 000300 000300 000
     
6. Frictiekosten2 300 000000
     
Totaal10 000 00010 000 00010 000 00010 000 000

BIJLAGE 2 Producerende instellingen en fondsen

Naam instellingSectorSubsidie 2001–2004Gevraagde subsidie 2005–2008Advies Raad voor Cultuur 2005–2008 (incl. aanvullend advies)Basisbedrag subsidie 2005–2008 1)Verschil Basisbedrag subsidie 2005–2008 tov advies Raad voor CultuurVerschil Basisbedrag subsidie 2005–2008 tov subsidie 2001–2004Motie Verhagen (Motie 4, Algemene Politieke Beschouwingen)
Hoorn-Oude Muziek NuAmateurkunst035 000000020 000
Cinekid NederlandFilm257 2561 239 250361 000361 0000103 74475 000
Film EventsFilm085 000000065 000
Nederlands Film FestivalFilm301 066476 251301 250301 250018450 000
Nederlands FilmmuseumFilm5 116 3957 403 3944 671 7504 671 7500– 444 64572 990
Nederlands Fonds voor de FilmFondsen10 458 43122 234 75711 208 50011 137 100– 71 400678 669160 000
Fonds voor de Letteren (* exclusief middelen Voorjaarsnota 2001)Fondsen5 338 2056 165 0005 178 2505 178 2500– 159 95555 000
Nederlands Literair Productie en Vertalingenfonds (* exclusief middelen Voorjaarsnota 2001)Fondsen2 043 6002 430 7531 982 5001 982 5000– 61 10025 000
Fonds Bijzondere Journalistieke ProjectenLetteren419 918419 918407 500407 5000– 12 418 5 000  
Het Nederlands OpenluchtmuseumMusea5 053 7816 303 8405 896 5005 896 5000842 719136 000
Hollandsche SchouwburgMusea197 945279 145193 250193 2500– 4 69551 000
Kröller-MüllerMusea3 573 7915 627 0005 237 2505 237 25001 663 459150 000
Museum BoerhaaveMusea2 773 8044 825 0003 773 2503 773 2500999 44660 000
Museum CatharijneconventMusea2 922 8964 210 1933 500 7503 500 7500577 85450 000
Museum Het RembrandthuisMusea219 497190 000185 5000– 185 500– 219 497185 500
Museum Jan CunenMusea045 00044 0000– 44 000044 000
Paleis Het Loo, Nationaal MuseumMusea4 731 6749 846 0729 730 7509 730 75004 999 076100 000
Rijksbureau voor Kunsthistorische DocumentatieMusea3 509 8344 791 2643 996 5003 996 5000486 66688 000
Rijksmuseum van OudhedenMusea3 884 7976 096 8425 225 0005 225 00001 340 203200 000
«The Pigthing» (Lunatics)Podiumkunsten/Theater0480 000150 000150 0000150 00050 000
A3anaPodiumkunsten/Dans0542 4890000250 000
De PaardenkathedraalPodiumkunsten/Theater589 058793 346589 250589 250019239 808
Delta voor muziek en theaterPodiumkunsten/Jeugdtheater208 165356 729000– 208 165208 170
HandtheaterPodiumkunsten/Theater94 926478 02195 00095 000074100 000
Het Internationaal DanstheaterPodiumkunsten/Dans2 774 7673 292 2202 775 0002 775 0000233 150 000  
Het Mondriaan KwartetPodiumkunsten/Ensembles80 57392 00024 00024 0000– 56 57325 000
Het Nationale BalletPodiumkunsten/Dans4 620 0905 144 0004 620 2504 620 2500160150 000
Het Nederlands FluitorkestPodiumkunsten/Orkesten0197 950000051 250
Het Toneelschap B & DPodiumkunsten/Theater272 907406 348000– 272 907272 910
Keesen & CoPodiumkunsten/Theater262 952424 000263 000263 00004824 952
Maarten Altena EnsemblePodiumkunsten/Ensembles119 397160 000000– 119 397119 400
Merkx & DansersPodiumkunsten/Dans0162 5750000162 580
OrkaterPodiumkunsten/Theater1 127 1561 799 3421 127 2501 127 25009499 906
Parkanyi KwartetPodiumkunsten/Muziek045 00021 00021 000021 00024 000
PeergroupPodiumkunsten/Theater0211 706125 000150 00025  000150 00050 000
Prima Materia (Warner & Consorten)Podiumkunsten/Theater124 680553 100124 750124 75007075 250
Salon-, Dans- en FilmorkestPodiumkunsten/Muziektheater0272 0000000100 000
Schönberg EnsemblePodiumkunsten/Ensembles823 5561 407 040679 500679 5000– 144 056119 349
Schönberg KwartetPodiumkunsten/Ensembles82 25890 11624 00024 0000– 58 25825 000
Theater van de VerbeeldingPodiumkunsten/Theater847 0241 378 889250 000250 0000597 02450 000
Toneelgroep OostpoolPodiumkunsten/Theater1 633 0952 184 1721 633 2501 633 2500155150 000
Utrecht String QuartetPodiumkunsten/Muziek043 73821 00021 000021 00022 738
UZPodiumkunsten/Jeugdtheater0254 4600000150 000
Vis-à-VisPodiumkunsten/Theater256 692425 000201 750201 7500– 54 94298 058
Vrije ValPodiumkunsten/Muziektheater158 470287 535154 750154 7500– 3 72095 250
XynixPodiumkunsten/Muziektheater158 470578 466154 750154 7500– 3 720323 716
Yo!Podiumkunsten/Muziektheater0295 000100 000100 0000100 000150 000
ZEP-projectenPodiumkunsten/Theater196 640230 000000– 196 640196 640
Totaal producerende instellingen/fondsen (loonpeil 2002)       4 926 467

BIJLAGE 3

Prioriteit nieuw publiek (jeugd) (loonpeil 2002)2005
Merkx & Dansers162 580
ZEP-projecten196 640
Delta voor muziek en theater208 170
Het Toneelschap Beumer & Drost272 910
UZ (Unieke Zaken)150 000
Xynix323 716
Vrije Val95 250
Yo!150 000
Het Internationaal Danstheater150 000
Totaal1 709 266

XNoot
1

Motie-Verhagen c.s., ingediend tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen, kamerstuk 29 800, nr. 4.

Naar boven