29 800
Nota over de toestand van 's Rijks Financiën

nr. 10
MOTIE VAN HET LID HERBEN

Voorgesteld 29 september 2004

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat ons land sinds 1949 ongeveer 70 mld. heeft besteed aan ontwikkelingssamenwerking, en momenteel elk jaar het ook naar internationale maatstaven forse bedrag van 4 mld. hieraan besteedt;

overwegende, dat sinds jaar en dag wetenschappers, betrokken ambtenaren en andere deskundigen grote vraagtekens plaatsen bij de effectiviteit van ontwikkelingshulp, met name in Afrika;

overwegende, dat Afrika het zwaartepunt vormt in de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking;

overwegende, dat zowel de minister voor Ontwikkelingssamenwerking alsook de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB), die verantwoordelijk is voor het evalueren van ontwikkelingssamenwerkingsprojecten, aangeven dat, ondanks de vele evaluaties die in het verleden zijn uitgevoerd, de algemene vraag of hulp effectief is niet kan worden beantwoord, en dat hooguit plausibel kan worden gemaakt of hulp effectief is geweest;

overwegende, dat een dergelijk uitgangspunt, zeker ook gezien de grote bedragen in kwestie, niet past in het huidige beleid waarin afrekening op concrete resultaten een centrale plaats inneemt;

verzoekt het Presidium met voorstellen te komen betreffende het instellen van een parlementair onderzoek naar de effectiviteit van de Nederlandse ontwikkelingshulp in de afgelopen dertig jaar,

en gaat over tot de orde van de dag.

Herben

Naar boven