29 769
Arbeid en zorg

27 061
Meerjarennota emancipatiebeleid

nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 december 2004

Op 24 november jl. vond een AO plaats naar aanleiding van het Kabinetsstandpunt Dagindeling (TK, 2003–2004, 29 769, nr. 1) en de stand van zaken rond het Plan van aanpak Herintredende Vrouwen (TK 2002–2003, 27 853, nr. 17). Bij die gelegenheid heb ik toegezegd dat ik in mijn reactie op de punten die in het AO onvoldoende aan de orde konden komen ook schriftelijk zou ingaan op de motie Weekers (27 061, nr. 31) met betrekking tot voorlichtings- en bewustwordingscampagnes.

De Staatssecretaris zal in een afzonderlijk schrijven ingaan op de stand van zaken van de convenanten voor herintreders.

Reactie op motie Weekers

Op 23 november 2004 heeft de Tweede Kamer de motie Weekers (TK 27 061, nr. 31) aangenomen. Deze motie stelt dat het emancipatiebeleid zich dient te richten op concrete doelen, zoals het wegwerken van belemmeringen op de arbeidsmarkt en het bestrijden van huiselijk geweld. Het geld van voorlichting- en bewustwordingscampagnes zoals «Mannen in de Hoofdrol» zou, aldus de motie, beter kunnen worden aangewend voor een stimuleringsmaatregel voor de bevordering van zogenaamde «combinatiefuncties» van tussenschoolse en naschoolse opvang en onderwijsassistenten in plaats van aan campagnes.

Ik onderschrijf het belang dat uw Kamer hecht aan concrete doelen in het emancipatiebeleid. Zo werd in 2003 besloten dat er jaarlijks een bedrag vrijgemaakt gaat worden – oplopend tot zeven miljoen euro in 2007 – voor de effectieve bestrijding van huiselijk geweld op lokaal niveau (Voortgangsbericht aanpak huiselijk geweld, Ministerie van Justitie, 27/10/2003).

Ten aanzien van belemmeringen op de arbeidsmarkt is het combineren van arbeid en zorg een speerpunt van het kabinet. De Wet Kinderopvang, die in januari 2005 van kracht wordt, en de nieuwe levensloopregeling zijn instrumenten in dit beleid. Ook de investering in tussenschoolse opvang (in 2005 en 2006 elk € 6 miljoen, daarna € 12 miljoen per jaar), is hierop gericht. Uw Kamer werd hierover in oktober geïnformeerd door mijn collega van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Daarnaast wil het kabinet een stevige impuls geven aan dagarrangementen en combinatiefuncties. In het Kabinetsstandpunt Dagindeling en in deze brief wordt op de achtergrond hiervan ingegaan.

Een streven in het emancipatiebeleid is dat mannen een groter deel van de zorg voor kinderen op zich zouden moeten nemen (Meerjarenbeleidsplan Emancipatie). Hiertoe is door het vorige kabinet een vernieuwend initiatief genomen in de vorm van het project «Mannen in de Hoofdrol». Het totale bedrag dat dit project heeft gekost, € 10 miljoen, is voor 50% gefinancierd via het EQUAL-programma van het ESF. Een eis binnen het ESF EQUAL programma is dat het project vernieuwend moet zijn en als zodanig iets moet toevoegen aan het beleid en de bestaande voorzieningen. De ESF-EQUAL middelen zonder meer besteden aan het uitbreiden van bestaande voorzieningen, bijvoorbeeld aan tussenschoolse en naschoolse opvang zoals in de motie van het lid Weekers c.s. wordt voorgesteld, behoort niet tot de mogelijkheden.

De metingen van de campagne Mannen in de Hoofdrol laten gunstige effecten zien. Hierover heb ik u in januari 2004 reeds geïnformeerd (TK 03/04 27 061 nr. 20). In januari 2005 stuur ik u de evaluatie van Mannen in de Hoofdrol, op basis waarvan eventueel nader overleg gevoerd kan worden.

Met betrekking tot een eventueel vervolg liet ik u weten te denken aan een programma gericht op jongeren en meer specifiek op allochtone jongeren. Bij de doelgroep (allochtone) jongeren valt in relatie tot emancipatievraagstukken nog veel te winnen. Juist zij staan nog open voor andere keuzes en nieuwe denkbeelden. Op dit moment zien we echter dat jongeren traditioneler gaan denken dan een paar jaar geleden. Dit is een slecht uitgangspunt voor een toekomstige generatie waar werken en zorgen, van mannen en vrouwen, hand in hand dienen te gaan. Het is op dit moment nog onduidelijk of dit project gefinancierd kan worden uit de ESF-EQUAL middelen. Het Agentschap zal hierover een beslissing nemen.

Vragen naar aanleiding van kabinetsstandpunt Dagindeling

Wat houdt «implementatie van resultaten» in?

Doel van het programma Dagarrangementen & Combinatiefuncties is dat de belangrijkste resultaten van de Stimuleringsmaatregel Dagindeling op lokaal niveau verankerd worden. Het programma heeft twee concrete doelen:

• Realiseren dat 100 gemeenten de lokale regie op de sociale infrastructuur versterken en meer samenhang aanbrengen tussen onderwijs, opvang, cultuur, sport en welzijn, opdat sluitende dagarrangementen ontstaan. Doel is dat 400 nieuwe brede scholen worden gerealiseerd waarmee het totaal aantal brede scholen in Nederland op 1000 komt.

• Realiseren dat 1000 nieuwe combinatiefuncties in brede school verband ontstaan. Er wordt onderzocht of harmonisatie van arbeidsvoorwaarden nodig en mogelijk is en of het huidige opleidingsstelsel aanpassing behoeft.

Inmiddels hebben in het totaal 220 gemeenten en 500 instellingen gereageerd op de vooraankondiging van het programma Dagarrangementen & Combinatiefuncties.

Wat is er tot nu toe gedaan met de aanbevelingen van de Stuurgroep Dagindeling?

• Nieuwe vormen van arbeidstijdenmanagement worden uitgewerkt en geïmplementeerd met behulp van nu lopende ESF-3 subsidies.

• Het overblijfvraagstuk is door OCW opgepakt. Voor oplossingen is voor 2005 en 2006 elk € 6 miljoen, daarna structuureel € 12 miljoen op jaarbasis beschikbaar.

Dagarrangementen & Combinatiefuncties in onderwijs, opvang en vrije tijd worden de komende jaren ondersteund met het programma Dagarrangementen & Combinatiefuncties (hiervoor zal in december een aanvraag bij het Agentschap worden ingediend; realisatie is afhankelijk van de beslissing van het Agentschap).

In totaal wordt hiervoor € 100 miljoen aangevraagd. Bij toekenning wordt dit bedrag aangevuld door eenzelfde bedrag van gemeenten, provincies en instellingen in kader van cofinanciering. Ook kleinere gemeenten en provincies kunnen van deze regeling gebruikmaken.

• VWS stelt 32 miljoen beschikbaar voor ondersteuning van mantelzorgers.

• Ten aanzien van persoonlijke dienstverlening wordt in het kader van Dagindeling/ESF3 een verdere impuls gegeven aan kleinschalig ondernemerschap. Franchiseconstructies en ZZP-schap kunnen daarmee in deze sector verder worden ontwikkeld. Ook de Regeling Schoonmaakdiensten Particulieren is in dit kader van belang. In het AO van 1 december jl. is toegezegd dat de Kamer nog deze maand het onderzoeksrapport over persoonlijke dienstverlening ontvangt, in april 2005 gevolgd door een kabinetsstandpunt.

• Resultaten op het gebied van flexibele kinderopvang zijn verweven in de Wet Kinderopvang. Zo mochten voorheen kinderen alleen opgevangen worden bij de gastouder, nu mag dit ook bij de vraagouder. Ook mocht opvang alleen plaatsvinden in de huiskamer van de gastouder, nu wordt gesteld dat het kind op het erf opgevangen mag worden. Dit komt m.n. de kleinschalige gastouderopvang op het platteland ten goede. In voorbereiding is de uitbreiding van het aantal niet-eigen kinderen dat een gastouder onder haar hoede mag hebben van vier naar zes. Daarnaast lopen er nog diverse projecten met ESF-geld. De verwachting is dat door de toenemende marktwerking onder invloed van de nieuwe Wet de flexibiliteit ook toe zal nemen.

• Samenwerking tussen hard en zacht in ruimtelijke ordening wordt ondermeer gestimuleerd door het Kennisplatform Dagindeling, Ruimtelijke ordening en Tijd. Hierin werken drie bestaande kenniscentra (Grote Steden, Sociaal Beleid X-S2 en Ruimtelijke ordening) en het Ministerie van SZW samen.

Worden ESF-gelden voor Dagindeling wel optimaal benut?

In de eerste en tweede ronde zijn 91 projecten gestart, waarmee in totaal € 11,1 miljoen is gemoeid. In de derde ronde, die nog dit jaar van start gaat, wordt € 7,9 miljoen besteed. Het resterende bedrag van de € 5 miljoen is voor de vierde en laatste ronde; de verwachting is dat alle middelen benut kunnen worden. Van het totale budget gaat ongeveer 80% direct naar de projecten, de rest wordt besteed aan landelijke ondersteuning, congressen, publicaties en dergelijke.

Veel van de projecten vinden plaats in zorg en onderwijs. Hoe staat het met het bedrijfsleven?

Van de ESF-subsidie voor dagindeling is tot nu toe ca € 3,7 miljoen besteed aan projecten rond flexibele werktijden en levensloopbeleid in bedrijven.

Hoe staat het met het behalen van de doelstelling over arbeid & zorg uit de SZW-begroting?

Deze doelstelling heeft specifiek betrekking op het effect van verlofmaatregelen. Doel is om tussen nu en 2007 de discrepantie tussen behoefte aan en feitelijk gebruik van verlofregelingen door specifieke doelgroepen met 25% te verminderen. Hiervoor loopt een afzonderlijke monitor.

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven