29 769
Arbeid en zorg

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 maart 2006

Bijgaand treft u het Onderzoeksrapport «Arbeid en zorg in CAO’s 2004»1 aan, zoals dit door mijn ministerie is opgesteld. Onderzocht zijn zowel de verlofvormen uit de Wet arbeid en zorg (zoals ouderschapsverlof en kortdurend zorgverlof) als niet-wettelijke verlofvormen (zoals vrijwilligersverlof en terugkeerregeling). Omdat de wet ruimte biedt om er van af te wijken, worden in de rapportage zowel de bovenwettelijke (méér dan de wet) CAO-afspraken als de afwijkende (minder dan de wet) CAO-afspraken weergegeven.

Het onderzoek laat zien dat in 98% van de CAO’s één of meer afspraken voorkomen over deze wettelijke en niet-wettelijke verlofvormen. Van de verlofvormen uit de Wet arbeid en zorg komen bij ouderschapsverlof de meeste bovenwettelijke afspraken voor; bij adoptieverlof de meeste afwijkende afspraken. Als 2004 vergeleken wordt met 2003 dan is er voor wat betreft de wettelijke verlofvormen een lichte afname van het aantal bovenwettelijke afspraken. Het aantal afspraken over loondoorbetaling tijdens ouderschapsverlof nam iets af (van 10% naar 9% van de CAO’s) en minder CAO’s hadden een bovenwettelijke afspraak over kraamverlof (20% tegen 24% in 2003).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven